Print this page
maandag, 25 januari 2010 00:00

Heilig Hart (Radboud-Universiteit, Nijmegen)

HEILIG HART (Radboud-Universiteit, Nijmegen)
Locatie: het beeld werd vervaardigd voor Radboud-Universiteit in Nijmegen. Het werd geplaatst in de hal van het hoofdgebouw aan het Keizer Karelplein. [1]
Nu is het beeld in particulier bezit [2]
 
Brons
Gesigneerd Ch. Vos (zijkant van de console), niet gedateerd [1923] 
Afmetingen: hoogte 129cm, breedte 48cm en diepte 29cm
Het beeld is vervaardigd bij FONDERIE, VERBIJST BRUXELLES (achterzijde op console)
Op een rechthoekige onderplaat staat het beeld op een bronzen console die naar de zijkanten schuin afloopt. In de jaren 1920-1930 heeft Vos meerdere Heilig Hartbeelden vervaardigd. Vrijwel al deze beelden hebben een betrekkelijk traditionele gotische uitstraling. De nadien voor hem zo typische zwier en beweeglijkheid ontbreken hier nog.
 
De huidige Radboud-Universiteit is eigenlijk de tweede universiteit: in 1655 werd de eerste Nijmeegse universiteit, de Illustere Academie, opgericht. Daarmee liep het echter slecht af. In 1665 trof een pestepidemie stad en universiteit, en na het rampjaar 1672, toen de Fransen Nijmegen binnenvielen, was het snel afgelopen. In 1679 verliet de laatste hoogleraar, Gerard Noodt, de universiteit. Het geld was op.
Het initiatief voor de oprichting van de huidige universiteit werd genomen door de in 1905 in het leven geroepen Radboud Stichting. Katholiek Nederland wilde haar eigen universiteit. Katholieken hadden op dat moment een achterstand en waren nauwelijks te vinden op de hoge bestuurlijke posten in Nederland. De Radboud Universiteit Nijmegen is in 1923 opgericht als Katholieke Universiteit Nijmegen. Toen telde de universiteit 27 hoogleraren en 189 studenten.
Tot na de Tweede Wereldoorlog is de universiteit dan ook bekostigd door de Radboud Stichting, die het geld daarvoor met collectes onder katholieken verzamelde. [3]
De stichting had een bedrag geschonken gekregen om een H. Hartbeeld aan te kopen voor de pas opgerichte universiteit. Mevrouw Louisa Prinzen - Teurlings, de moeder van de secretaris van het College van Curatoren van de Universiteit, was de schenkster. [4] Charles Vos kreeg de opdracht om het beeld uit te voeren. [5]
Er is een foto in het archief van het ontwerp van het beeld. Op de achterzijde heeft prof. Van Ginneken, hoogleraar Nederlandse Taal- en Letterkunde, commentaar op het ontwerp genoteerd "héél heel mooi -  linkerarm te lang- kruis op de borst ligt veel te dik erop - is ook wat te groot". [6]
Daarnaast bevindt zich in het universiteitsarchief nog correspondentie met Architectenbureau Robbers uit Haarlem over het vervaardigen van een voetstuk voor het beeld. Dat geeft in ieder geval een indruk hoe het eruit gezien kan hebben.[7]
 
23317g.jpg 23317h.jpg
23317i.jpg 23317j.png
afbeelding: Universiteitsarchief Radboud Universiteit (zie voetnoot 54,6 en7)
 
In haar tweede jaarboek van de Radboud Stichting besteedde Gerard Brom aandacht aan het Heilig Hartbeeld. Hij schreef:
"Die zuivere bedoeling is geweest het hart, in plaats van als een vleselik orgaan, buiten de natuurlike verhoudingen, eenvoudig als zinnebeeld weer te geven. Met fijne smaak werd het daarom binnen een gloriekrans verkleind en wel midden in een kruis, dat tegelijk de bouw van de borst aftekent. Tegenover het weke en zoete in allerlei beelden, die helaas ontelbare gelovigen enkel van het H. Hart vervreemden, was het streven er op gericht om het milde met het mannelike, het hoge met het menselike te verenigen. Rondom de mond ligt een zachte trek van lijden of liever van meelijden, waarmee het edel geprofileerd gezicht rustig op ons neerziet, terwijl de handen een stil gebaar van begrijpende, vergevende, tegemoetkomende liefde maken Het geestelik karakter overheerst, zonder de rechten van de vorm of de eisen van de stof te willen verkorten, zodat de stijl gelukkig niet het leven bedreigt. De schakeringen in de bronskleur zetten aan de statigheid van het geheel nog een lichte golving bij. Wie voor zijn waardeering misschien een histories steunpunt nodig heeft, zou zich de verheven eenvoudige opvatting van de Franse gotiek mogen herinneren, al wat 't uitsluitend om de sober geplooide toga, die de rechter arm oorspronkelik volgens gewoonte vrij liet - een schilderachtige wending, die tenslotte moet opgeofferd worden aan het theologies bezwaar, dat het hartsymbool dan op het lichaam zelf en niet op het kleed kwam te liggen. We mogen dankbaar zijn, wanneer de richting wordt gewezen door een beeldhouwer, die onmogelik ineens het doel bereiken kan, waarnaar de gemeenschap met algemene spanning van de aandacht dient te streven."[8]

 

ormlk17a

Bron: Jaarboek der Radbout-stichting 1925

23317aa 

 23317bb 23317cc 23317dd

23317ee  23317ff

 foto's eigenaar van het beeld

 

 


[1] Email M. Waldekker (beheerder van het Universiteitsarchief) , 27 januari 2023
[2] Het was tot juli 2016 in bezit van een familie in Nijmegen. Via erfenis terecht gekomen in Austerlitz-Utrecht. Deze familie heeft het op Marktplaats te koop aangeboden en is gekocht door de huidige eigenaar (mail 28 juli 2016)
[3] www.ru.nl. januari 2010
[4] emails mevr. Waldekker (beheerder van het Universiteitsarchief) 30 januari 2023 en 2 februari 2023. Bij de email de foto van het ontwerp met op de achterzijde de opmerkingen van Van Ginneken en schenker (Universiteisarchief Radboud Universiteit, archief College van Curatoren cc 00007)
[5] Liebergen van L, Ars Domini. Een gebed zonder end, catalogus tentoonstelling Uden (Uden 1995) blz 58
[6] emails mevr. Waldekker (beheerder van het Universiteitsarchief) 30 januari 2023 en 2 februari 2023. Bij de email de foto van het ontwerp met op de achterzijde de opmerkingen van Van Ginneken en schenker (Universiteisarchief Radboud Universiteit, archief College van Curatoren cc 00032)
[7] emails mevr. Waldekker (beheerder van het Universiteitsarchief) 30 januari 2023 en 2 februari 2023. Bij de email de brief van Architectenbureau Robbers, ontwerp voet (Universiteisarchief Radboud Universiteit, archief College van Curatoren cc 00032)
[8] Brom G, Jaarboek der  Radboud-stichting 1925, hoofdstuk 2 blz 24-25, Nijmegen 1925
Read 3258 times Last modified on vrijdag, 03 februari 2023 08:06

Latest from Johan Piets