Print this page
maandag, 22 juni 2009 00:00

(voormalig) H Nicolaas (Genooi-Venlo)

Kerk:     (voormalig) H.Nicolaas

Adres:             Van Postelstraat 53, 5914 PN Venlo (Genooi)
Architect:        Grinten, Van
Kunstenaars:  Vos, Charles
 
De kerk werd op 5 december 2019 aan de Eredienst onttrokken. Het gebouw wordt verbouwd tot zorgappartementen.
"De beelden van o.a. Charles Vos en nog meer kunstvoorwerpen uit de Nicolaas kerk zijn momenteel opgeslagen in een door ons beheerde loods." [0]
 
Werken van Charles Vos :
De werken van Charles Vos hebben eerst in de voorgangers van de huidige kerk gestaan.
Hij vervaardigde vanaf 1932 zes eikenhouten beelden (zeven inclusief Sint Stanislaus) ter verrijking van het interieur van de St. Nicolaaskerk te Venlo. 
In april 1932 werd kapelaan Haenraets als opvolger benoemd van rector Jac. Janssen (benoemd tot hoogleraar aan het groot-semenarie) van de Sint Nicolaaskerk, die een hulpkerk van de Sint Martinus was. Jac. Janssen was de initiator van de verrijking van de kerk met zeven eikenhouten beelden van Charles Vos. Het eerste beeld, betreft een voorstelling van Christus Koning en werd bij zijn afscheid door hemzelf geschonken. Het tweede beeld, Sint Gertruida voorstellende, werd gefinancierd door de moeder van Jac. Janssen. Zekerheid over de financiering van de andere beelden is er niet. Wellicht dat een inzameling onder de parochianen heeft plaatsgevonden.
De beelden van Vos in de Sint Nicolaaskerk moeten tijdig in veiligheid gebracht zijn, toen het bombardement begin november 1944 de kerk verwoestte. Vervolgens hebben ze in de rectorale noodkerk aan de Bontwerkersstraat gestaan, voordat ze in de in 1961 gebouwde parochiekerk van Sint Nicolaas hun huidige plaats hebben gekregen. [1]
 
Pastoor Ars
Eikenhout
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1932-1940]
Jean Baptiste Marie Vianney of Johannes Maria Vianney, ook wel genoemd de Pastoor van Ars (8 mei 1786, Dardilly (bij Lyon) - 4 augustus 1859, Ars-sur-Formans) was parochiepriester in Ars-sur-Formans in Frankrijk gedurende 41 jaar en is een rooms-katholieke heilige.
In 1806 opende de pastoor Balley van Éculy een klein seminarie, waar Jean-Marie ging studeren. Hij was een matige leerling. Zijn priesterroeping werd echter vanwege zijn vroomheid niet betwijfeld. Hoewel hij niets van de filosofie begreep, werd hij uiteindelijk priester gewijd en als kapelaan naar Éculy gestuurd. Toen pastoor Balley daar overleed, werd Jean-Marie Vianney benoemd tot pastoor in Ars-sur-Formans, een klein dorpje in de buurt van Lyon in het huidige departement Ain. Daar wist hij door zijn preken, zijn vroomheid en zijn roep van heiligheid velen tot geloof en boetvaardigheid op te roepen. Uit heel Frankrijk kwamen mensen om bij de Pastoor van Ars te kunnen biechten. Hij stierf in Ars op 4 augustus 1859.
Jean-Marie Vianney werd in 1925 heilig verklaard door paus Pius XI. In 1929 werd hij uitgeroepen tot beschermheilige van alle parochiegeestelijken. [2]
Pastoor Ars staat frontaal ten voeten uit afgebeeld. Hij draagt zijn priesterkleding en houdt zijn handen gevouwen voor zijn borst. Zijn hoofd is iets naar rechts voren gebogen.

kr18a

Gertruda 
Eikenhout
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1932-1940]
Gertruda van Nijvel (ook van Nivelles of Rattensant) osb, België; abdis; † 659.
Zij stamde uit een familie die bijna in haar geheel uit heiligen bestond. Haar vader was de zalige Pepijn van Landen († 646; feest 21 februari); haar moeder was de heilige Ida of Iduberga († 652; feest 8 mei). Ook haar zus Begga (feest 17 december) en haar broer Grimoald (feest 16 september) worden als zaligen of heiligen vereerd.
Op het moment dat haar vader stierf was Gertruda ongeveer twintig jaar oud. Op aanraden van bisschop Amandus van Maastricht († ca 675; feest 6 februari) stichtte moeder Ida een dubbelklooster op het landgoed in Nijvel: een voor mannen en een voor vrouwen. Ida benoemde haar dochter tot eerste abdis en plaatste zichzelf als eenvoudige zuster onder haar leiding.
Er is een verhaal dat weet te vertellen dat een ridder een oogje had gehad op Gertruda. Maar zij had de voorkeur gegeven aan het kloosterleven. Met een heildronk had zij afscheid van hem genomen. Maar de man bleef verliefd en probeerde alles in het werk te stellen om haar alsnog te krijgen. Hij verkocht zelfs zijn ziel aan de duivel. Na zeven jaar was de termijn om; de duivel kwam zijn ziel opeisen. Maar omdat Gertruda bij het afscheid van haar minnaar op zijn heil had gedronken, had de duivel geen macht over zijn ziel. Zo werd hij door de verdiensten van Gertruda van de ondergang gered.
Gertruda was een goede abdis. Zij had veel zorg voor armen en zwakken, zowel buiten als binnen het klooster. Bovendien stelde zij alles in het werk om haar zusters bij te scholen. Zij liet de Ierse monniken Fursey († 650; feest 16 januari), Foillan († 665; feest 30 oktober) en Ultan († 686; feest 2 mei) komen om les te geven in bijbelkennis, liturgie en schone kunsten. Daarmee schaarde zij zich temidden van de grote vrouwen waar het Noord-Westen van Europa en de Britse Eilanden van de zogenaamde donkere middeleeuwen zo vol van zijn.
Op haar kosten werden overal in de buurt nieuwe kapellen, kerken, scholen en gasthuizen gebouwd. Ze stierf al op 33-jarige leeftijd, volkomen uitgeput. Bij de dood van haar moeder, zes jaar tevoren, had zij de leiding van het mannenklooster overgedragen aan monniken. Tot haar opvolgster over het vrouwenklooster stelde zij Wolftrude aan.
Vanuit de legende over de ridder die zijn ziel verkocht had aan de duivel, maar door Gertruda's heildronk werd gered, ontstond de drank van Sint-Gertensminne: een heildronk op vertrekkende reizigers en pelgrims: om een goede reis en behouden terugkeer. Deze heil- en afscheidsdronk ging men vervolgens ook op de doden toepassen voor hun reis naar het eeuwig leven. Men geloofde dan dat de ziel na het verlaten van het lichaam de eerste nacht bij Sint Gertrui bleef, de tweede bij de engelen en in de derde nacht ging zij tenslotte naar de plaats die voor haar was voorbestemd.
Dat zou er de reden van zijn dat Sint Gertruda meestal met muizen wordt afgebeeld; zij symboliseren de zielen van de overledenen, die eerst bij haar langsgaan.
Zij wordt afgebeeld als benedictinesser abdis, met kruis, kelk, katten, muizen en/of spinnen.
Zij is patrones van de armen en weduwen, van herbergiers en reizigers en van tuin- en veldvruchten. Zij wordt aangeroepen tegen ratten- en muizenplagen. [3] 
Gertruda is afgebeeld in haar ordekleding. Haar rechterhand komt onder haar mantel, ter borsthoogte, uit. In deze hand draagt ze een kelk. In haar andere hand houdt ze een gekrulde staf vast die naast haar op de grond rust. Langs de staf kruipt een muis omhoog.

kr18b

Ontwerp Gertruda
Particulier bezit
Klei, later overgeschilderd in grijstint
Gesigneerd Ch. Vos, gedateerd 1932 (beiden aan onderzijde vermeld)
Afmetingen: hoogte 20cm, breedte 7cm en diepte 7cm
Tekst onderaan: S Gertrudis
Het ontwerp is minder gedetailleerd dan de definitieve versie. Vooral aan de linkerzijde is de mantel minder uitgewerkt

2218kr18b1.jpg 

foto eigenaar van het beeld

Engelbewaarder
Eikenhout
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1932-1940]
Een engel met vleugels is ten voeten uit afgebeeld en draagt een lang kleed dat aan de hals en de mouwen is afgezet met een gouden rand. Hij kijkt opzij naar rechts. Zijn rechterhand wijst naar de hemel en met zijn linkerhand gaat hij naar de schouder van het meisje. Het meisje, dwarsgezeten ten opzichte van de engel, zit geknield, met haar handen ter borsthoogte gevouwen, te bidden. Zij draagt haar lange haren in twee vlechten naar voren.

kr18c

Martinus van Tours
Eikenhout
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1932-1940] *1
Afmetingen: hoogte 135cm, breedte 48cm en diepte 38cm *1
Martinus van Tours (397) is met het naar beneden gerichte hoofd "en face" en staande ten voeten uit afgebeeld. Als bisschop draagt hij een mijter en is hij gehuld in een lange met smalle plooien versierde albe en een stola, die beide door goudkleurige randen worden geaccentueerd. Martinus blikt ernstig neer op een vrouw, die voor hem geknield zit. Hij geeft haar een doek, die verwijst naar de helft van de door Martinus met zijn zwaard in tweeën gescheurde soldatenmantel, die hij als legerofficier aan een bijna naakte bedelaar had gegeven bij de stadspoort van Amiens. Charles Vos heeft de bedelaar uit de legende vervangen door een vrouwenfiguur. *1

kr18d

Stanislaus
In 1919 is te Venlo de studentenbond St. Stanislaus opgericht.
Rector Jansen schreef in het Jubileumboek "de studentenclub moet voor u op de eerste plaats een vormschool zijn voor later apostolaat". Naast de wekelijkse clubmis, de jaarlijkse recollectie, de kernclub, waar godsdienstige onderwerpen besproken werden, werden ook ontspannende activiteiten georganiseerd.[4]
In 1928 schreef De Limburger Koerier: "In de afgeloopen vacantie hebben we meer dan ooit gemerkt, hoe de St. Stanislas-congregatie gedurende haar negen jarig bestaan is uitgegroeid tot een ideale vereeniging voor onze Venlosche studenten. Rector Janssen, de directeur, die de ziel van de vereniging is, en het bestuur hebben er weer voor gezorgd, dat het de studenten in de vacantie aan afleiding niet ontbreekt." [5]
Op 2 september 1928 kwamen de studenten in de St Nicolaaskerk  bijeen. Een beeld van St. Stanislaus, "een prachtig stuk werk van den bekenden beeldhouwkunstenaar Charles Vos voorstellend St. Stanislas als edelknaap" [6], werd ingezegend.
Na de inzegening werd een plechtige Hoogmis opgedragen door Rector Janssen, de studenten voerden zelf de liturgische gezangen uit, onder leiding van kapelaan Roncken.
Waar het beeld geplaatst is, is onbekend; in het gebouw van de studentenvereniging of in de Nicolaaskerk. Het beeld kreeg uiteindelijk een plaats in de Nicolaaskerk.
 
Stanislaus was een jongen van Poolse adel, geboren op 28 oktober 1550 op slot Rostków. Vader wilde, dat hij en zijn oudere zoon Paul door de jezuïeten zouden worden gevormd. Daartoe zond hij ze naar het pas opgerichte Jezuïetencollege te Wenen. Daar woonde Stanislaus in hetzelfde huis als zijn broer, maar deze was een nogal heerszuchtig type, en bovendien moest hij eigenlijk niets van de Jezuïeten hebben. Stanislaus wel. Hij verlangde naar iets anders in zijn leven, maar besefte, dat hij met zulke idealen bij zijn broer niet hoefde aan te komen. Ook vader zou er vast niet mee ingenomen zijn. Dus brak hij met zijn milieu, kleedde zich als een zwerver en ging op weg: ver van zijn broer en nog verder weg van zijn ouderlijk huis in Polen. Hij begaf zich naar Augsburg 450 kilometer verderop! Daar meldde hij zich aan bij de Jezuïeten.
In Augsburg kreeg hij te horen, dat hij door moest reizen naar Dillingen (nog eens veertig kilometer). Daar woonde Petrus Canisius, één van de belangrijkste Jezuïeten van dat moment in de Duits sprekende landen. Die zou wel raad weten. Deze stuurde de jongen met twee Jezuïetenstudenten door naar Rome: dat was nog eens duizend kilometer! Nu was hij ver genoeg weg van de invloedssfeer van thuis, en werd aangenomen als novice in de orde der Jezuïeten. Niet lang daarna stierf hij op 15 augustus 1568, nog geen 18 jaar oud. [7]

kr18e

Johannes de Doper
Eikenhout
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1932-1940] *1
Afmetingen: hoogte 125cm, breedte 37,7cm en  diepte 31,5cm *1
Johannes is driekwart naar rechts gewend, staande ten voeten uit afgebeeld. Zijn gelaatsuitdrukking is erg nors.
Verwijzend naar zijn verblijf in de woestijn, draagt Johannes een kameelharen kleed, dat deels wordt verhuld door een mantel. Ten teken van Christus' doop in de Jordaan loopt de sokkel rechts vooraan over in de stroming van de rivier en houdt Johannes een doopschelp met zijn gebogen rechterhand dicht tegen zich aan. In zijn omhoog geheven linkerhand houdt Johannes een lange kruisstaf met vaan. Deze kruisstaf, die aan de voorzijde door een goudkleurige band wordt geaccentueerd, is zowel het attribuut van de Verrezen Christus als van Johannes de Doper. *1

kr18f

Christus Koning
Eikenhout
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1932-1940]
Een gekroonde Christus (met Heilig Hart) is ten voeten op een console staande afgebeeld. Over zijn kleed draagt hij een opengevallen mantel. In zijn linkerhand, op borsthoogte, heeft hij de wereldbol vast. In zijn rechterhand, ter hoogte van zijn middel, houdt hij een gouden stang vast waarlangs een slang kronkelt.

kr18g

[0] Email P. Dullaert 30 mei 2022
[1] Thoben P., Charles Vos in pronkstukken Venlo 650 jaar stad, Venlo 1993 blz 300
[2] www.wikipedia.nl , juli 2008
[3] www.heiligen-33.nl, juli 2008
[4] Lustrumboek uitgegeven bij het 20-jarig bestaan van de RK Studentenclub “St. Stanislas”, Venlo 1938
[5] Limburger Koerier 4 september 1928
[6] Limburger Koerier 4 september 1928
[7] www.heiligennet.nl, februari 2013
 
 
*1 Paulussen  Charles Vos 1888-1954, tentoonstelling 13-11-1994 tot en met 29-01-1995, Gemeentemuseum voor Religieuze Kunst Jacob van Horne, Weert 1994
Read 4394 times Last modified on vrijdag, 30 december 2022 11:46

Latest from Johan Piets