Print this page
woensdag, 24 juni 2009 00:00

Christoforus (kathedraal) (Roermond)

Kerk:     Christoforus (kathedraal)

Adres:            Grote Kerkstraat bij nr 29, Roermond
Architect:        Boosten, Th
                      Peutz
Kunstenaars: Brom, Leo en Jan Eloy
                      Cox, Theo
                      Kurvers, Huub
                      Nicolas, F
                      Nicolas, Joep
                      Reits, Leo
                      Vos, Charles
                      Weiss, Max

Exterieur:
Tussen 1410 en 1450 verrees ter vervanging van een buiten de muren gelegen romaanse kerk een driebeukige gotische kruiskerk met een ingebouwde toren en kapellen in de hoeken tussen het langgerekte koor en  het driezijdig gesloten dwarsschip. In 1458 werd begonnen met de bouw van het driezijdig gesloten Sacramentskoor aan de noordzijde. In 1489 volgde het recht gesloten O.L. Vrouwekoor aan de zuidzijde. Door het wegbreken van de oude buitenmuren ontstond een hallenkoor. Aan het zuidtransept werd rond 1480 de Sint-Jacobskapel toegevoegd. Tevens kwam rond die tijd een kapel op de kop van het noordtransept tot stand. De rijke laat-gotische ingangspartij aan het zuidtransept is het enige natuurstenen onderdeel in de kerk. Reeds in 1470 was tegen de zuidwestzijde van het schip een kapel ontstaan. De rest van de zuidbeuk werd rond 1500 verdubbeld. Ook aan de noordzijde was rond 1460 een kapel ontstaan. In 1554 vernielde een brand een deel van de kerk. Deze schade werd in 1560 hersteld. Maar enkele jaren reeds raakte het gebouw in verval, o.a. door de beeldenstorm van 1566 en de plundering door de Spaanse troepen in 1572. In 1591 stortte het gewelf van het Sacramentskoor in. In 1604 kreeg de toren een vierde geleding, waarop in 1663 een barokke spits werd geplaatst. Twee jaar eerder was de kerk tot kathedraal verheven van het bisdom Roermond. In 1892 verwoestte een blikseminslag de kerkdaken en de torenspits. Bij het herstel van deze schade in 1893-'95 door C. Weber werd de 15e-eeuwse kapel aan de noordzijde omgebouwd tot een volledige zijbeuk. Het bovenste deel van de nieuwe neo-gotische spits ging door een storm in 1921 verloren. In zijn val vernielde hij het stergewelf van de kruising. In 1945 werd de toren grotendeels opgeblazen en liepen schip en het noordkoor eveneens grote schade op. Het herstel vond plaats in 1948-'53 door architectenbureau Boosten, de afbouw van de toren in 1956-'57 door Peutz. De nieuwe toren kreeg een barokke spits naar het model uit 1663, met hoekspitsen en op de punt een verguld Sint-Christoffelbeeld. In de toren hangt een door de firma Petit en de gebr. Edelbrock gegoten Mariaklok uit 1892. [1]

Werken van Charles Vos:

Lambertus (St. Dionysius??)  (aan de buitenzijde van de linkerpilaar bij binnenkomst)
Geglazuurde keramiek, 1930
Op de begeleidende tekst bij het beeld in de kerk staat St. Dionysius ca 1930 Charles Vos?.
In de folder is sprake van St. Lambertus. Charles Vos is vrijwel zeker de maker van het beeld dat hoogstwaarschijnlijk St. Lambertus voorstelt.
Op een console staat de heilige in ambtgewaad met bijbehorende attributen (mijter en staf vasthoudend in zijn rechterhand). Links draagt hij een zwaard.
Naar men aanneemt werd Lambertus in 638 geboren.
Een tijdsgenoot schreef begin achtste eeuw een levensbeschrijving van St. Lambertus.
Lambertus stamt uit merovingische kringen. Zijn biograaf begint met het bericht dat Lambertus een geboren en getogen Maastrichtenaar was. Hij werd opgeleid in het koninklijk paleis onder toezicht van zijn oom bisschop Theodardus, die hij na zijn dood ca. 670 ook opvolgde.
Hij droeg de Karolingers, die hij als usurpatoren beschouwde, geen warm hart toe.
Tengevolge van de politieke verwikkelingen na de dood van Childerik II in 675 werd Lambertus uit zijn ambt ontzet, en besteeg tegenbisschop Faramundus zijn zetel. Lambertus trok zich terug in het klooster van Stavelot, waar hij tot 682 verbleef. Na de dood van Ebroin in 681 en de daarmee gepaard gaande wijziging in de politieke verhoudingen binnen het Merovingische rijk kon Lambertus in 682 zijn functie opnieuw innemen en keerde hij terug naar zijn bisdom. Deze vermelding in de Vita Prima is laatste keer dat Maastricht als bisschoppelijke residentie wordt genoemd. In de rest van zijn leven blijkt Lambertus niet meer in Maastricht te resideren. Bij zijn moord woonde hij in Luik.
Pepijn en diens concubine Alpaïs werden door Lambertus geëxcommuniceerd. Pepijn kwam naar de bisschop toe om vergeving te vragen, maar Alpaïs haalde Dodo en twee vrienden over om Lambertus te vermoorden. Nabij Luik, in de kapel van Cosmas en Daminianus, werd hij vermoord.
Hij werd eerst in Maastricht begraven in de Sint-Petruskark (nu Onze-Lieve-Vrouwekerk). Door zijn opvolger St. Hubertus werden zijn overblijfselen naar de nieuwe bisschopsstad Luik gebracht.
Het centrale plein in Luik heet tot op de dag van vandaag de Place Saint-Lambert. Tot 1794 was de Sint-Lambertuskathedraal de belangrijkste kerk van het bisdom Luik. [2]
 
kr34a
Jacobus
Houtplastiek van de H. Jacobus, 1940-1941
Na verwerving van het reliëf door de Broederschap van de Heilige Jacobus de Meerdere werd het opgehangen onder de overdekte ingang naar de Refugio voor Compostela bij de Kathedraal (Grote Kerkstraat Roermond).
De Broederschap zou het werk liever onderbrengen in de St. Jacobskapel van de Kathedraal omdat bij binnenkomst in de kapel niet duidelijk is dat hier de H. Jacobus vereerd wordt.
Het reliëf verkeerde in slechte staat. Het was aangetast door houtworm en de polychromie was grotendeels verloren gegaan. In 2011 heeft het Restauratie Atelier Limburg een inspectie uitgevoerd. De ontworming en de restauratie volgde later in 2011.
Overleg tussen het Broederschap en het Kerkbestuur van Kathedraal, medio 2011, leidde tot overeenstemming over de nieuwe inrichting van de St. Jacobuskapel. Het werk van Charles Vos neemt de plaats over boven het altaar van het drieluik van A. Windhausen, dat overgebracht is naar het Mariakoor [3]
Oorspronkelijk:
Jacobus Maior (Het Witte Kerkje)
Voorstad St. Jacob 72-74, 6041 LN Roermond.
In 1938 werd een rectoraat opgericht in de armlastige Voorstad St. Jacob. Pastoor P. Geraets kreeg de opdracht hier gestalte aan te geven. Jos. Franssen uit Roermond werd aangezocht als architect. Door de combinatie van toneelzaal en buurtwerk kon een subsidie van de gemeente worden verkregen voor de bouw van een kerk. Gebr. Schroen uit Baexem waren de aannemers. De eerste steen werd gelegd op 28 april 1940. Ondanks de oorlogsdreiging was toen reeds het besluit genomen om met de bouw door te gaan. In mei lagen de werkzaamheden enkele weken stil door de gevechtshandelingen, maar daarna namen de bouwers de draad weer op. Het terrein was inmiddels opgehoogd in verband met de hoge waterstanden van Maas en Roer, die in Voorstad regelmatig tot overlast leidde. De kerk kon op13 oktober 1940 door mgr. Lemmens worden ingezegend.[4]
De St. Jacobskapel wordt in de volksmond het "Witte Kerkje" genoemd. Per 1 oktober 1998 werd het gebouw aan de Eredienst onttrokken. Het Bisdom verhuurt het sindsdien aan de Stichting het Witte Kerkje ten behoeve van de wijkvereniging.[5]
Het altaar, preekstoel, orgel en beelden zijn reeds lange tijd uit het kerkje verwijderd, alleen de glas in lood ramen zijn nog in het gebouw aanwezig.[6]
Nadat het Witte Kerkje werd gesloten, kwam het werk van Vos in bezit van het Broederschap van de H. Jacobus de Meerdere, die verbonden is aan de Kathedrale Kerk in Roermond. [7]
In de veertiende eeuw werd in Roermond al melding gemaakt van een Jacobusbroederschap. Keizer  Joseph II gelastte in 1786 de opheffing van alle devotionele broederschappen.
Eind twintigste eeuw ontstonden ideeën om de middeleeuwse Jacobusbroederschap opnieuw op te richten. De officiële oprichting vond plaats op 7 juli 2000. De Broederschap wil de verering van St. Jacobus in stand houden middels diverse activiteiten. Daarnaast wil ze Roermond promoten als pleisterplaats op de weg naar Santiago de Compostela. Zij biedt de pelgrims een slaapplaats aan in de Refugio. [8]
Jacobus de Meerdere was een discipel en apostel van Jezus Christus. Na zijn dood trok hij de wereld in om te prediken o.a. in Judea en het Iberisch schiereiland. In Judea werd zijn faam groot. Hij werd door de hoge priester Abjatak voor Herodus gebracht die hem ter dood veroordeelde. Volgelingen begroeven hem in Galicië waarna ontdekking van zijn graf in 813 leidde tot het ontstaan van de stad Santiago de Compostela. [9]
Vos heeft het bovenlichaam van de H. Jacobus frontaal afgebeeld. In zijn rechterhand houdt hij de St. Jacobsschelp vast, in zijn andere hand de pelgrimsstaf. Onderaan is een banderole met de tekst "S.JACOBVS".

kr34d

Het reliëf in het Wiite Kerkje (foto: Broederschap van de H. Jacobus de Meerdere)

kr34c

onder de overdekte ingang naar de Refugio voor Compostela bij de Kathedraal

kr34e

Het reliëf in de St. Jacobuskapel (foto: Broederschap van de H. Jacobus de Meerdere)

kr34f

Het reliëf in de St. Jacobskapel (foto: Broederschap van de H. Jacobus de Meerdere)

 


[1] www.kerkgebouwen-in-limburg.nl, december 2008
[2] Levensgeschiedenis van St. Lambertus is gebaseerd op:
Hay de la R., De bisschoppen van Maastricht, Vierkant Maastricht deel 5, Maastricht 1985 blz 64-71 en Wikipedia oktober 2010
[3] Email 8 mei 2011, 12 juli 2011 en 4 november 2011 van Broederschap van de H. Jacobus de Meerdere.
[4] www.kerkgebouwen-in-limburg.nl, oktober 2010
[5] www.hetwittekerkje.nl, oktober 2010
[6] Email 19 oktober 2010 van de voorzitter van de Stichting het Witte Kerkje
[7] Email 8 mei 2011 van Broederschap van de H. Jacobus de Meerdere.
[8] www.broederschapheiligejacobus.nl, mei 2011
[9] www.stjacob.nl, mei 2011
Read 5224 times Last modified on maandag, 22 augustus 2022 08:34

Latest from Johan Piets