Print this page
woensdag, 24 juni 2009 00:00

St Bavo (Haarlem)

Kerk: St Bavokerk

Adres:               Leidsevaart 146, 2024 HE Haarlem
Architect:          Cuypers, Joseph
Kunstenaars:    Vos, Charles

Werken van Charles Vos:
Op 14 augustus 1947 bood de heer Nieuwenhuizen na het lof in de pastorie een geschenk, bestaande uit een som van fl. 10.000  (ruim € 4.500), aan voor de vervaardiging van nieuwe beelden. Vos had inmiddels al een model gemaakt voor het beeld van St. Franciscus. [0]
Vos kreeg in 1947 de opdracht, voor de kathedraal een serie van zes stenen beelden te maken bedoeld voor de toen nog steeds niet gevulde beeldennissen in het hoofdschip. Het ging om een cadeau van de parochie aan plebaan Filbry bij de viering van diens veertigjarig priesterfeest in 1948. Toen Vos zijn eerste beeld had uitgehakt, een Sint-Franciscus, bleek dat hij van onjuiste maten was uitgegaan. Daardoor viel het te groot uit. Op dit dus in zekere zin mislukte beeld slaat vermoedelijk onderstaand verhaal.
"Op een goede dag komt de plebaan der Haarlemse kathedraal in zijn kerk een dreigend uitziende beeldhouwer tegen. De beeldhouwer verzoekt dringend om een forse bijl. De plebaan, die een heropvoering vreest van het drama 'De moord in de kathedraal' vraagt beducht naar 's mans bedoelingen. Het blijkt, dat de kunstenaar een door hem afgeleverd beeld, waarover hij geenszins tevreden is, onmiddellijk wil vernietigen. Na enig sussend gepraat keert de redelijkheid weer en sedert dien is door dezelfde beeldhouwer menige waardevolle bijdrage geleverd aan de verfraaiing van de kathedraal, zonder dat hij zelf of een ander de begeerte naar een bijl in zich voelde opkomen. Ongeveer zo is het gebeurd."
Uiteindelijk verdween de Franciscus voorjaren naar een bergkamer. Pas in 1959 kreeg dit werk een definitieve plaats in de kathedraal, en wel in de noordelijke kapel die aan Sint-Jeroen van Noordwijk was gewijd. Deze werd daartoe omgedoopt in Sint-Franciscuskapel. De Haarlemse kunstenaar Theo Mulder ontwierp toen een sokkel voor het beeld en een bijpassend altaar.
Inmiddels was Vos opnieuw begonnen aan de serie van zes heiligenbeelden, die in de jaren vijftig metterdaad een plaats kreeg in de bedoelde nissen, pal boven de ingangen naar de zijkapellen: drie vrouwelijke heiligen aan de zuidkant en drie mannelijke aan de noordkant in de Sint-Bavo is daarmee afgeweken van een aloud gebruik mannelijke heiligen aan de zuidzijde en vrouwelijke aan de noordzijde te plaatsen (zie bijvoorbeeld de Sint-Janskathedraal in 's-Hertogenbosch).
Sint-Helena werd in 1952 als eerste van de zes stenen beelden "in nieuwe versie" afgeleverd. Daarna volgden de heiligen Gemma Galgani en Theresia van Avila (van de laatste was in 1952 het ontwerp gereed).Daartegenover kwamen Sint-Johannes van het Kruis en - in of vlak na 1953 - Sint-Lebuïnus en Sint-Benedictus Labre (de laatste kwam in de plaats van Sint-Franciscus).
Gekozen is voor heiligen die nauw met Christus' lijden verbonden waren. Door eigen lijden: (links) Sint-Benedictus Labre, een jong gestorven asceet uit de achttiende eeuw, die als pelgrim te voet heel Europa had doorgetrokken, en is uitgebeeld al wandelend met staf en reiszak; Sint-Gemma, uitgebeeld met haar stigmata en een kruis. Door het lijden te prediken: Sint-Lebuinus, met geloken ogen en evangelieboek. Of door de verering van het kruis te hebben bevorderd: een gekroonde Sint-Helena met kruis, keizer Constantijns moeder, die Christus' kruis zou hebben teruggevonden. De zestiende-eeuwse heiligen Sint-Johannes van het Kruis (met kruis-staf) en (rechts) Sint-Theresia van Avila (met geschrift, Geestesduif, en hart-met-pijl als liefdessymbool) waren met hun geschriften, alsook door eigen lijden, nauw verbonden met Christus' lijden.
Er is een zekere verwantschap van Vos' beelden met de eerder geplaatste heiligenbeelden van Atelier Maas in het koor en het transept, althans wat kleur, formaat en plaatsing in een nis-met-tekst aangaat. Vos' beelden sloten zo aan bij de bestaande situatie, en gaan tevens harmonisch op in het architectonische kader. Niettemin vatte Vos, anders dan Maas de beelden veel meer als in de nissen "gevangen" reliëfs op, wat mede een gevolg was van de kleine basementen. De beelden zijn frontaler, zij het met vindingrijke variaties in de houdingen, en qua vorm veel meer geabstraheerd. [1]
Vanaf altaar gezien de eerste drie beelden links (van voren naar achteren); de andere drie beelden rechts (vanvoren naar achteren). Franciscus staat in de laatste kapel aan de rechterzijde.
 
Helena
Stenen beeld
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1952]
Sint-Helena of Flavia Julia Helena of Helena van Constantinopel (circa 248 - circa 329) was de moeder van de Romeinse keizer Constantijn de Grote. Zij wordt binnen het Oosters-orthodoxe en rooms-katholieke christendom als heilige vereerd.
Helena werd waarschijnlijk in Drepanum geboren. Haar zoon Constantijn veranderde de naam van die stad later in Helenopolis. Volgens sommigen was ze de dochter van een herbergier. In elk geval stamde ze uit een lage sociale klasse.
Ze maakte kennis met de Romeinse militair Constantius Chlorus en baarde diens zoon Constantijn. Constantius trouwde vervolgens met de stiefdochter van keizer Maximianus en werd later zelf keizer. Na zijn dood in 306 volgde zoon Constantijn hem op en Helena werd, als moeder van de keizer, een belangrijke figuur aan het keizerlijk hof. In het jaar 324 verkreeg ze van Constantijn de eretitel Augusta.
Evenals haar zoon bekeerde Helena zich tot het christendom. Omstreeks het jaar 325 ondernam ze een reis door het oosten van het Romeinse Rijk. Volgens de beschrijving die kerkvader Eusebius van haar omzwervingen door Palestina gaf in zijn Vita Constantini hield ze zich voortdurend bezig met bidden, het uitreiken van aalmoezen, het bezoeken van heilige plaatsen en het stichten van kerken. Verder ontdekte ze het graf van Jezus. En passant nam ze ook de stoffelijke resten van de Drie Koningen mee terug naar Constantinopel, waarna deze relikwieën aan de stad Milaan werden geschonken in 344. Hoewel de feiten in Vita Constantini de waarheid lijken te spreken, moet niet vergeten worden dat Eusebius een Christenlijke invalshoek had.
Volgens de overlevering bracht Helena tevens het kruis waaraan Jezus stierf mee. De vindplaats van het Heilige Kruis werd haar in een droom aangewezen. Dit kruis kreeg, nog steeds volgens de overlevering, een plaats in de Heilige Grafkerk terwijl de bijbehorende spijkers werden verwerkt in het bit van Constantijns favoriete paard.
Volgens de "Gesta Treverorum" zou Helena de Heilige Rok naar Trier hebben gebracht. Ze had daar een paleis, waarschijnlijk op de plaats waar Constantijn in 326 begon met de bouw van de St. Petersdom.
Kort na haar terugkeer uit het Heilige Land stierf Helena.[2]
 
In een nis met aan de zijkanten bewerkte tegels die aan de bovenzijde met een dakje wordt afgesloten staat Helena (met nimbus) ten voeten uit afgebeeld. Helena is gekroond afgebeeld met kruis. Het kruis rust voor haar linkervoet op de grond, de bovenzijde rust op haar rechterschouder. Met beide handen houdt zij het kruis vast. Over haar kleed draagt ze een mantel. Haar blik is enigszins naar rechts gericht.

kr40a

Theresia van Avila
Stenen beeld
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1952]
Theresia van Avila, oorspronkelijke Spaanse naam: Teresa de Cepeda y Ahumada (Ávila, 28 maart 1515 - Alba de Tormes (bij Salamanca), 4 oktober 1582) was een heilig verklaard mysticus.
Theresia van Avila is één van de beroemdste mystici onder de katholieke heiligen. Samen met de heilige Johannes van het Kruis heeft zij de orde van de Karmel hervormd in de zestiende eeuw. Haar geschriften hebben de mystieke theologie dermate ingrijpend beïnvloed, dat zij door paus Paulus VI in 1970 als eerste vrouwelijke heilige werd uitgeroepen tot kerkleraar.
Theresia van Avila wordt in de volksmond ook wel de "grote Theresia" genoemd, in tegenstelling tot de "kleine Theresia", waarmee Theresia van Lisieux wordt bedoeld.
In haar denken werd Theresia beïnvloed door de werken van Francisco de Osuna, die op beeldende wijze uiteenzette wat bijvoorbeeld de stadia van het gebed waren, of wat het verschil was tussen een visioen van de verbeelding en een van het verstand.
Theresia werd zaligverklaard door paus Paulus V op 24 april 1614, en heiligverklaard door paus Gregorius XV op 12 maart 1622.
In Nederland had de heilige Theresia onder meer grote invloed op de zalig verklaarde carmeliet Titus Brandsma die reeds op twintigjarige leeftijd een bloemlezing van zelf vertaald werk van haar publiceerde. [3]
 
In een nis met versierde randen is Theresia van Avila (met nimbus) ten voeten uit staande op een console in ordekledij afgebeeld. In haar linkerhand houdt ze een afgerold geschrift vast en met haar andere hand maakt ze een zegenend gebaar. Ter hoogte van haar rechterschouder is de dalende Geestesduif afgebeeld. Als liefdessymbool is op borsthoogte een hart met pijl afgebeeld.

kr40b

Gemma Galgani
Stenen beeld
Niet gedateerd, niet gesigneerd [1952]
Met kruis en stigmata
Gemma Galgani was de dochter van een arme apotheker. Zij leed veel vanwege haar slechte gezondheid en door het feit ze zichzelf niets toestond. Ze at nauwelijks, ze sliep weinig en op de kale grond en soms verwondde ze zichzelf. Op een dag had Gemma Galgani een visioen waarin de Heilige Gabriël van de Moeder van Smarten tot haar sprak. Deze heilige was in 1862 overleden, maar verrichtte in dit visioen een postuum wonder door Gemma te genezen van haar tuberculose. Gemma beleefde veel extases en bovennatuurlijke ervaringen. In 1899 had zij stigmata die op één moment in de week zichtbaar waren, en die ze elke week terug had. In 1900 kwamen hier ook de hoofdwonden van de doornenkroon bij. Vanaf 1901 zou ze ook wekelijks de wonden van de geseling te verduren hebben gekregen en dagelijks haar engelbewaarder hebben gezien.[4]
In een nis met aan de zijkanten bewerkte tegels die aan de bovenzijde met een dakje wordt afgesloten staat Gemma Galgina (met nimbus) ten voeten uit afgebeeld. Zij houdt haar armen gekruist voor haar borst. Op haar linkerhand is de stigmata zichtbaar. Haar ogen zijn gesloten. Op haar voeten zijn de stigmata eveneens zichtbaar.

kr40c

Lebuinus
Stenen beeld
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1953]
Met kruisbeeld op evangelieboek
Lebuïnus (ook Liafwin) was een Angelsaksische missionaris uit de achtste eeuw en is heiligverklaard. Zijn eigenlijke naam Liafwin werd door de katholieke Kerk vertaald naar het Latijn. Lebuïnus betekent Lieve vriend. Hij is patroonheilige van Deventer.
Lebuïnus verbleef het grootste gedeelte van zijn leven in de Lage Landen. In 754 meldde hij zich bij de leider van de Utrechtse kerk, Gregorius van Utrecht. Deze gaf hem de opdracht om in het gebied van het huidige Gelderland en Overijssel de Saksen te kerstenen. Hierdoor werd de oorspronkelijke religie van de bewoners van het gebied verdrongen door het christendom. Als onderdeel van zijn activiteiten stichtte hij diverse kerken in het gebied.
Hij overleed omstreeks 773 en werd begraven in een door hem gesticht kerkje in Deventer. Op de plaats van dit kerkje verrees in de elfde eeuw een kapittelkerk, die later uitgroeide tot de huidige, sinds 1591 protestantse, Grote of Lebuïnuskerk. Na de Reformatie werden de processies waarin zijn relieken werden rondgedragen verboden. Deze relieken bevinden zich tegenwoordig in de voormalige Broederenkerk, tegenwoordig eveneens gewijd aan Lebuïnus. [5]
 
In een nis met aan de zijkanten bewerkte tegels die aan de bovenzijde met een dakje wordt afgesloten staat Lebuïs (met nimbus) ten voeten uit afgebeeld. Zijn hoofd is ietwat naar links beneden gericht. Hij houdt zijn handen voor zijn borst. Op zijn linkerarm rust een boek en met deze arm ondersteunt hij zijn rechterarm waarin hij een kruis dat hij tegen het boek aanleunt, vasthoudt.

kr40d

Benedictus Labre
Stenen beeld
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1953]
Benedictus Jozef Labre (Benoît Joseph Labre) (Amettes, 25 maart 1748 - Rome, 16 april 1783) is een heilige van de Rooms-katholieke Kerk.
Hij probeerde bij verschillende kloosterordes toe te treden. Toen dat niet lukte besloot hij "vagebond van God" te worden. De rest van zijn leven besteedde hij aan bedelen. Hij stierf, ongeveer 35 jaar oud, op de trappen van de Santa Maria dei Monti in Rome.
Benedictus Labre wordt uitgebeeld met een bebaard gezicht. Zijn kleren zijn gescheurd en hij draagt een bedelnap. Hij drukt een kruisbeeld tegen zijn borst. Soms heeft hij een rozenkrans om zijn nek, of wordt hij afgebeeld met sint-jakobsschelpen, die symbool staan voor pelgrims. Benedictus werd heilig verklaard in 1881. In de 20e eeuw werden in Nederland huizen voor de opvang en re-integratie van daklozen soms Labrehuis genoemd, onder andere in Utrecht. [6]
 
In een nis met versierde randen is Benedictus Labre (met nimbus) ten voeten uit staande op een console afgebeeld. Hij draagt een kleed over zijn broek. Zijn blik (met gesloten ogen) is devoot ietwat naar rechts onder gericht. In zijn linkerhand houdt hij een wandelstaf en een reiszak. Zijn rechterhand rust boven op de wandelstok.

kr40e 

Johannes van het Kruis
Stenen beeld
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1953]
Het kruis-staf
Johannes van het Kruis, Spaans: Juan de la Cruz; eigenlijke naam: Juan de Yepes (Fontiveros (Ávila), 24 juni 1542 - Úbeda, 14 december 1591) was een Spaans heilige, mystiek dichter en kerkleraar.
Van de vader van Juan, Gonzalo de Yepes, is bekend dat hij door zijn familie (zijn ooms) werd uitgestoten omdat hij een zijdeweefster, Catalina Alvarez, zwanger had gemaakt en met haar was getrouwd. Hij stierf na de geboorte van Juan, dat zijn derde kind was. Zijn moeder stond hem af aan een intern weeshuis, Colegio de la Doctrina, waarna hij in het hospitaal "De las bubas" terechtkwam, waar ernstige gevallen van syfilis werden behandeld. In 1563 trad hij in bij de Karmelieten, in het Santa Ana klooster in Ávila, onder de naam "Juan de San Matías".
Johannes hielp Theresia van Avila bij haar stichtingen van contemplatieve kloosters waarin de Heer beter gediend zou worden. In deze kloosters werden de oude constituties van de Karmelieten gehandhaafd. Dat wil zeggen dat de brede interpretatie van de regels, die tot laksheid hadden geleid, opnieuw werd versmald. De reden dat deze regels breder werden geïnterpreteerd, had te maken met een sterke concurrentie van andere ordes, zoals de Augustijnen en de Dominicanen. Om als orde te kunnen overleven (en genoeg toetredingen te hebben) waren de Karmelieten verplicht geweest om hun regels te versoepelen. Juan en Teresia gingen hier tegenin en werden de grondleggers van de reformatie van Spanje.
Het eerste klooster dat tot de "Ongeschoeiden" mag worden gerekend, is dat van San José in Medina del Campo. Het werd in 1567 gesticht zonder toestemming van bisschop Mendoza. De bisschop was tegen de stichting, omdat een klooster dat de oude regels wilde naleven, geen vaste inkomsten mocht hebben, en dus aangewezen was op giften. Theresia mocht geen aanleiding tot het lijden van anderen (haar medezusters) zijn. De stichting werd daarom door Theresia in het geheim voltrokken. 's Nachts werd het huis ingericht dat als klooster ging dienen en 's ochtends werd er de eerste mis gehouden. Hierna kon het klooster enkel ontbonden worden door de generaal van de orde in Rome, en was de bisschop buiten spel gezet.
 
In een nis met versierde randen is Johannes van het Kruis (met nimbus) ten voeten uit staande op een console afgebeeld.
Hij draagt de ordekledij. Zijn blik is streng vooruit gericht. Met zijn linkerhand houdt hij de kruisstaf, die vanonder op de console rust, tegen zijn lichaam vast. Met zijn andere hand maakt hij een zegenend gebaar.

kr40f

foto de heer Rurup

Franciscus van Assisi
Stenen beeld
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1948] (zie ook boven)
Het beeld is geplaatst in de Franciscuskapel. Het is een levensgrote, expressieve heiligenbeeld. Het is geplaatst tegen een gemetseld, voor de gelegenheid zachtrood geschilderd achtervlak, dat het lichtgekleurde beeld sterk doet uitkomen. [7] Fransiscus is staande op een console ten voeten uit afgebeeld in ordepij met om zijn middel een rozenkrans. Tegen zijn borst gedrukt houdt hij met zijn linkerhand een crucifix vast en met zijn rechterhand maakt hij een zegenend gebaar. Op rechterhand en voeten zijn de stigmata zichtbaar. Zijn blik is ietwat naar links gericht.
In het Gildeboek [8] ”stond deze advertentie: De Kathedrale Basiliek St. Bavo biedt een Franciscusbeeld, gehakt door Charles Vos uit Franse kalksteen (Savonnière), te koop aan. Het moet een zeer mooi beeld zijn, maar is in de St. Bavo niet te gebruiken, omdat het niet past in de reeds bestaande nis. Het beeld is 162 cm hoog en kost fl. 1200.-.”
Het beeld werd niet verkocht, het is nog steeds aanwezig in de kerk.
 

kr40g


[0] De Tijd, 16 augustus 1947
[1] Ertftemeijer e,a,; Getooid als een bruid, de nieuwe Sint-Bavokathedraal, Haarlem 1997.
[2] Wikipedia, 23 februari 2009
[3] Wikipedia, 23 februari 2009
[4] Wikipedia, 23 februari 2009
[5] Wikipedia, 23 februari 2009
[6] Wikipedia, 23 februari 2009
[7] Ertftemeijer e,a,; Getooid als een bruid, de nieuwe Sint-Bavokathedraal, Haarlem 1997.
[8] Neerlandia seraphica, jrg 21, okt 1951, no 9, blz. 358
Read 4144 times Last modified on zondag, 01 januari 2023 08:55

Latest from Johan Piets