www.charlesvos.nl

Johan Piets

Johan Piets

woensdag, 11 mei 2011 00:00

Jozef met Kind (Valkenburg)

Jozef met kind
Particulier bezit
Keramiek
Gesigneerd Ch. Vos, niet gedateerd [1943]
 
Plenkertstraat 42, 6301 GM Valkenburg
De Canisiusschool (lagere school) werd in 1914 opgericht. In 1931 werd in de bijgebouwen van de rechtervleugel de Mulo voor jongens gevestigd. Het gebouw werd in 1978 afgebroken om plaats te maken de nieuwe lagere school De Plenkert. [1]
Joseph Arnoldus Wintraecken werd op 31 maart 1882 geboren te Bunde. Van beroep was hij onderwijzer. Hij werd  hoofd van de lagere school en later van de Mulo te Valkenburg. Daarnaast was hij kerkmeester van de St. Nicolaaskerk te Valkenburg en drager van Pro Ecclesia et Pontifice. In de Tweede Wereldoorlog werd hij twee jaar door de Duitsers gegijzeld. Hij overleed op 3 april 1968 te Valkenburg. [2]
In 1943 werd aan de heer Wintraecken een beeld van de Heilige Jozef aangeboden door de Caniusschool. Het beeld is van de hand van Charles Vos.
 
Op een console met aan de voorzijde een banderole, met de tekst
"CANISIVS SCHOLEN VAN VALKENBURG - 1925 -
JOSEPH WINTRAECKEN 1943 - ", staat Jozef met zijn Zoon afgebeeld.
Jozef is frontaal staande afgebeeld met zijn hoofd naar rechts, met zijn blik gericht op zijn Zoon. Over een kleed draagt hij een openvallende mantel, vastgemaakt rond zijn middel. Met zijn linkerhand houdt hij een boek en zijn staf vast. De rechterarm maakt een zegenend gebaar. Rechts voor hem staat zijn Zoon, frontaal staande afgebeeld. Met zijn beide handen maakt hij een zegenend gebaar.
 
 
orml30a

 Foto: I. Paulissen

23209z11


[1] www.beeldenarchiefvalkenburg.nl, april 2011
[2] http://kwartierstaat.vanmierlo.org,  april 2011
maandag, 28 maart 2011 12:17

Vincentius (Ald Weishoes, Venlo)

VINCENTIUS (Ald Weishoes, Venlo)
Adres: Grote Kerkstraat 31, Venlo
Steen 1927
 
Het pand dat later de naam Ald Weishoes zou krijgen, werd in 1577 gebouwd door het echtpaar De Verwer-Ingenhuys. In de beginjaren werd er een Latijnse school gevestigd. In 1619 namen de Kruisheren het gebouw over die in het klooster lessen verzorgden.
In 1680 werd er de stadsschool gevestigd. De kelder werd ingericht voor de armenschool. Tot 1863 bleef de situatie ongewijzigd.
In 1885 kocht de Burgelijke Godshuizen het pand. Deze organisatie had als doel de armen- en ziekenzorg alsmede opvang van ouden van dagen en wezen. Het pand werd een gasthuis. De Burgelijke Godshuizen waren al eigenaar van het eveneens in 1577 gebouwde en ernaast gelegen weeshuis. Zij beschikten zodoende over een groot complex met de achterliggende terreinen.
In de jaren twintig van de vorige eeuw vond een ingrijpende restauratie met nieuwbouw plaats. Architect Jules Kayser kreeg de opdracht een ontwerp te maken voor de nieuwbouw. Op 28 december werd een gedenkplaat onthuld (de dag van Onnozele Kinderen) wegens de nieuwbouw die een week eerder door Mrg Schrijen van Roermond plechtig was ingezegend. Aan Charles Vos werd de opdracht verstrekt een gevelbeeld van de H. Vincentius te ontwerpen. De binnenstad van Venlo heeft ernstig geleden door bombardementen in de Tweede Wereldoorlog. Het Ald Weishoes overleefde de oorlog zonder noemenswaardige schade.
De benaming Ald Weishoes wordt sinds 1926 gebruikt voor het hele hoekcomplex, maar is in wezen fout. In het hoekpand hebben, na de aankoop door de Burgelijke Godshuizen, maar heel kort wezen gewoond. Het oude weeshuis is dus eigenlijk het pand ernaast. Tot 1961 heeft het complex dienst gedaan als bejaardenhuis.
Het oude weeshuis en de voormalige stadsschool fungeren vanaf 1961 als onderkomen voor jeugd- en jongerenclubs. [1]
Vincentius werd op 24 april 1576 (soms wordt vermeld 1581) als derde in het eenvoudige gezin Depaul geboren te Pouy bij Dax, dat sinds 1828 is omgedoopt in St-Vincent-de-Paul.
Hij werd  op 23 september 1927 van het jaar 1600 tot priester gewijd door de bisschop van Périgueux.
Tijdens een zeereis werd hij door Turkse zeerovers gevangengenomen, waarna hij twee jaar lang slaaf was in Tunis.
Na zijn ontsnapping was hij van 1609 tot 1617 in dienst van Philippe de Gondi, hertog van Joigny, als leermeester van diens kinderen en biechtvader van zijn vrouw. Intussen werkte hij sinds 1612 als pastoor in Clichy, Parijs en op het platteland te Gannes aan de Somme en later te Châtillon-les-Dombes. Daar leerde hij de ware armoede kennen, zowel materieel als geestelijk, en besloot zich het lot van de armen aan te trekken.
Op 8 september 1619 werd hem opgedragen aalmoezenier te worden van de galeislaven in Parijs. Op 17 april 1625 stichtte hij met behulp van mevrouw De Gondi de Congregatie van de Missie ("Congregatio Missionis"), waarvan de leden Lazaristen worden genoemd naar hun moederhuis St-Lazare te Parijs. Hun doel was ziekenverpleging en missie.
Hij overleed op 27 september 1660.
Vincentius staat vaak afgebeeld omringd door kinderen, armen, hulpbehoeftigen en/of gevangenen.
De Sint-Vincentiusvereniging is een internationale katholieke vereniging van leken in dienst van de noodlijdenden, die in 1833 door toedoen van de jonge student Frédéric Ozanam het licht zag. De eerste Vincentiusconferentie in Nederland werd gehouden in 1846 in Den Haag.[2]
 
In een hardstenen omlijsting staat de heilige Vincentius (met nimbus) frontaal staande op een console (met de tekst S: VINCENTIVS op de voorzijde) afgebeeld.
Op zijn linkerarm, tegen zich aan, draagt hij een klein kind dat hij grotendeels met zijn mantel bedekt. Hij werpt een liefdevolle blik op het kind.
Aan zijn rechterzijde staat "en profil" een jongen, met in zijn handen een boek, gevleid tegen Vincentius. De beide kinderen zijn waarschijnlijk wezen.

otpbm39a


[1] www.aldwieshoes.nl, februari 2011; wikipedia, februari 2011; Hendriks W, Uit de historie van vier eeuwen Burgelijke Godshuizen te Venlo, Venlo 1979; Thoben P., Charles Vos in pronkstukken Venlo 650 jaar stad, Venlo 1993 blz 298
[2] Wikipedia, februari 2011 en www.heiligennet.nl februari 2011
NOLENS PLAQUETTE  (Nieuwe Venlosche Courant, Venlo)
Adres: Grote Kerkstraat 18, 5911 CH Venlo
Bronzen plaquette
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1935]
 
Een groep katholieke Venlose notabelen nam in 1907 het initiatief om een goede en in alle opzichten katholieke krant op te richten. Zij kochten het Venloosch Weekblad en de Venlosche Courant op. Onder de naam de Nieuwe Venlosche Courant, met een eigen kantoorgebouw in de binnenstad, zou het nieuwe dagblad op de markt worden gebracht.
Willem Hubert Nolens zou als politiek commentator optreden, iets wat hij ook al voor de Venlosche Courant had gedaan. Hij bleef deze functie uitoefenen tot 16 juni 1917.
De Venlosche Courant was een katholieke krant pur sang. In verkiezingstijd werd campagne gevoerd voor katholieke kandidaten. De stukken van Nolens versterkten nog eens het katholieke karakter.
Het aantal abonnees groeide gestaag, met een top in 1943. In november 1944 hield de krant op te bestaan als gevolg van de in hevigheid toenemende oorlog. Na de oorlog mocht de naam Nieuwe Venlosche Courant van overheidswege niet meer gebruikt worden vanwege de opstelling van de krant (vooral na mei 1942) ten opzichte van de Duitsers en de NSB.[1]
 
Wiel Nolens (Venlo 7 september 1860 - Den Haag 27 augustus 1931) was de zoon van leerlooier Martin Nolens en Hermina Hubertina Linskens. Hij studeerde filosofie aan het Bisschoppelijk College Rolduc (1874-1880), theologie aan het Seminarie Roermond (1884-1887), rechten en staatswetenschappen (1880-1884), rechtswetenschap (1887-1890) en staatswetenschap (1887-1890) aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Hij werd in 1887 tot priester gewijd, was van 1888 tot 1909 docent staatshuishoudkunde en zedelijke wijsbegeerte aan het Bisschoppelijk College en het seminarie van Rolduc en was lid van de Tweede Kamer van 1896 tot 1931.
In 1910 werd hij fractievoorzitter van de rooms-katholieke Staatspartij waarvan hij in 1904 medeoprichter was; hij bleef fractievoorzitter tot aan zijn dood in 1931. Hij was formateur van het eerste kabinet Ruys de Beerenbrouck. Zelf kon hij als priester geen premier worden.
Nolens had een grote invloed op de Nederlandse politiek van de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw. Hij was bijzonder geliefd onder de Limburgse mijnwerkers die veel van hun verbeterde leef- en arbeidsomstandigheden aan hem te danken hadden. [2]
 
In 1935 vond in de hal van de Nieuwe Venlosche Courant de onthulling plaats van een maquette van Mgr. Dr. W.H. Nolens als eerbetoon aan een grote Nederlandse staatsman die gedurende twintig jaar medewerker was geweest van de Nieuwe Venlosche Courant.
De imponerende bronzen plaquette was bedekt met de nationale driekleur, waarvan aan weerszijden wimpels hingen, een in de Pauselijke en de ander in de Venlose kleuren met de tekst Utrique fidelis, duidend op de trouw aan het Vaderland en de Kerk.
Mr. B. Berger, de burgemeester van Venlo, hield een lofrede waarin de mens Nolens en zijn betekenis, vooral voor Venlo, centraal stonden. Tot slot wees hij op diens liefde voor ons vorstenhuis, dat hij naast God trouw gediend heeft.
Daarna trok de burgemeester het doek voor de plaquette weg en konden de aanwezigen de uitstekend geslaagde krachtige hoofd aanschouwen. [3]
 

Een bronzen portretbuste waar Nolens "en face" is afgebeeld. Hij draagt zijn priesterkledij. Zijn blik is gericht op de toeschouwers. Rechts beneden de tekst "Dr. NOLENS.".

 
otpbm41a 3227otpbm41b.JPG

 

 


[1] Wikipedia, februari 2011
[2] Wikipedia, februari 2011
[3] Onthulling van een plaquette. Een Mgr. Nolens-hulde. Door Mr. Berger, burgemeester van Venlo in de Nieuwe Koerier van 15 februari 1935.
woensdag, 26 januari 2011 00:00

Kruisbeeld (Quatre Bras) Tegelen

KRUISBEELD (Quatre Bras, Tegelen)
Kruisbeeld
Adres: Quatre Bras op de hoek Roermondseweg en Kruisstraat 
Op een houten kruis hangt het ontzielde lichaam van Christus. Zijn benen zijn gekruist vastgespijkerd. Zijn hoofd hangt naar links.
Het pand gelegen aan Quatre Bras op de hoek Roermondseweg en Kruisstraat werd gebouwd in 1909 en had tot 1990 een horecafunctie.[1]
Op 29 oktober 1939, de feestdag van Christus Koning, werd het kruisbeeld, ontworpen door Charles Vos, door pater Veldhuis O.M.F. ingezegend. Het actiecomité had een onbekende weldoener bereid gevonden het beeld te financieren. Als gevolg van een aanrijding in 1962 werd het beeld vernield. Mathieu Oehlen vervaardigde een nieuw beeld dat nog steeds aanwezig is.[2]

 

afb.otpbm38a afb.otpbm38b

  De foto's dateren uit 1939

 otpbm37c

foto: Van Diepen

huidige situatie met nieuw beeld

 


[1] Michiels, Martin  Tegelen en Steyl in oude ansichten, Zaltbommel 1997, blz 71
[2] Oehlen, Frans  Tegelen uitgebeeld, Tegelen 1993, blz.73
woensdag, 26 januari 2011 00:00

Kruisbeeld (Tegelseweg, Tegelen)

KRUISBEELD (Tegelseweg, Tegelen)
Tegelseweg, Tegelen
Kruisbeeld
Het houten kruis staat er nog, het beeld is verdwenen
In de krant verscheen onderstaand artikel: [1]
"Het Kruis langs den weg
EERHERSTEL.
Zondag heeft Tegelen op massale wijze eerherstel gebracht voor de schanddaad van eenige onverlaten, destijds gepleegd aan 't kruis aan de Geldersche Baan. Het was n.l. op 11 November 1944. dat leden van de Hitler Jugend zich aan 't Corpus Christi aldaar vergrepen door het met een schop stuk te slaan. Destijds lieten de oorlogsomstandigheden  een passend eerherstel niet toe. Na 't Lof in de St. Martinuskerk trokken enkele duizenden biddend naar de grens van Tegelen-Venlo, waar een passend uit steen gekapt beeld van den Maastrichtschen beeldhouwer Charles Vos is geplaatst. Na de inzegening ging pastoor Keuller dieper in op oorzaak, beteekenis en draagwijdte van deze gebeurtenis. De stichtende plechtigheid werd besloten met een gezamenlijk "Aan U o Koning der Eeuwen"."

 otpbm38a

foto: Van Diepen

lokatie waar het kruisbeeld van Vos heeft gestaan. Het is vervangen door nieuw beeld

 


[1] Limburgs Dagblad 7 november 1945

 

zaterdag, 19 januari 2013 00:00

Heiligenbeeldenmuseum (Vorden)

Heiligenbeeldenmuseum

H. Antonius van Paduakerk (Kranenburg), Ruurloseweg 101, 7251 LD Vorden
De Antonius van Paduakerk is de oudste nog bestaande kerk van de architect Pierre Cuypers. De bouw, in opdracht van de adellijke familie Dorth tot Medler, werd gestart in 1855 en de kerk werd in 1867 ingewijd. Het is inmiddels een rijksmonument.
Het Heiligenbeeldenmuseum is een initiatief van een groep vrijwilligers die in 1999, toen de kerk de deuren moest sluiten, de waardevolle neogotische kerk hebben willen behouden van de ondergang.
Het toenmalig kerkbestuur heeft de kerk op 31 december 2009 verkocht aan de Stichting Oude Gelderse Kerken, die de kerk aan het Heiligenbeeldenmuseum heeft verhuurd.
Het doel van het museum is gericht op het behoud en presentatie van Rooms Katholiek erfgoed. [1]
In de collectie is een werk van Charles Vos aanwezig. Een groot crucifix uit de voormalige sacramentskerk in Arnhem-Zuid.
 
Kerk:               Sacramentskerk (inmiddels afgebroken)
Adres:             Huissensestraat 62, 6833 JB Arhem (Zuid)
Architect:         Boosten, Alphons
Kunstenaars:   Laudy, Eugene
                        Vos, Charles
                        Jonas, Henri
                        Jonge Limburgse kunstenaars (niet bij naam genoemd) [2]
Door de vernieling van de Rijnbrug in 1940 kwam Arnhem-Zuid geïsoleerd te liggen.
Vanaf het moment dat kapelaan H. Tervoort (vanaf maart 1941 pastoor) zich in Arnhem-Zuid vestigde, was het behelpen geweest door het ontbreken van een kerkgebouw.
Architect Boosten werd benaderd voor het ontwerp van een nieuwe kerk. Op 11 september 1941 vond de eerste steenlegging plaats. [3]
De tekening van Boosten voorzag in een L-vormig van kerk met woonhuizen en een parochiehuis. Dit werd evenwel door geld- en materiaalproblemen niet uitgevoerd. De kerk is wel uitgevoerd maar in zeer bescheiden vormtaal zonder toren en aanbouw, met slechts een middenschip met voorhal, zijbeuken en kleine absis. [4]
De Arnhemmer Courant schreef : "In de voorgevel was een groot rondvenster aangebracht, vervaardigd door den bekenden glazenier Jonas uit Maastricht. Het kan geïnspireerd
worden geacht op de "rosaces" in vermaarde kathedralen als die van Chartres ,en Amiëns. (....).Tegenover dit venster, tegen den achterwand (die uiteraard bij uitbreiding der kerk
zal worden weggebroken), is een groot Corpus aangebracht, voorstellende den gekrui-
sigden en reeds gestorven Christus. Het beeld valt op door de uitstekend getroffen gelaatsuitdrukking en de zeer knappe musculatuur. Het beeld, dat door den beeldhouwer Charles Vos te Maastricht werd gemaakt, is van gips, doch zal later uit notenhout worden nagesneden." [5]
De inzegening vond plaats op zondag 14 juni 1942 door de plaatsvervanger van de bisschop, mgr. Huurderman. Daaropvolgend werd een plechtige H. Mis opgedragen die door vele hoogwaardigheidsbekleders werd bijgewoond. 's Middags was in het Rijnhotel een receptie, die door wereldlijke en religieuze autoriteiten werd bezocht. De feestelijke dag werd afgesloten met het Lof.
 
Crucifix
Gips [6]
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1942]
Op een kruis (hoogte 3,56m en breedte 2,00m)  [7] is het corpus aangebracht
 
Vos heeft een zeer expressieve afbeelding gemaakt. Een uitgemergelde Christus is gekruisigd. Het beeld is gedetailleerd uitgewerkt. Heel het lichaam straalt de pijniging uit die Hij heeft ondergaan.
Christus hoofd hangt rechts naar beneden. Zijn voeten zijn over elkaar aan het kruis genageld. Hij draagt een gedrapeerde lendedoek.

Een presentatie van de beelden in het museum is te zien op:

http://server.active-vision.nl/heiligenbeeldenmuseum-kranenburg/

41201 41202

  

                                                                                                                     de voormalige Sacramentskerk                                                 Afbeelding: Heiligenbeeldenmuseum

 


[1] www.heiligenbeeldenmuseum.nl, januari 2013
[2] Kroon, de T; 'de schapen over de brug', 50 jaar sacraments-parochie arnhem-zuid, Arnhem 1990 blz. 20
[3] R.K. kerk in Arnhem-Z. ingewijd, Arnhemse Courant 15 juni 1942
[4] Schiphorst, AJN Boosten 1893-1951, Rotterdam 2006 blz. 234
[5] R.K. kerk in Arnhem-Z. ingewijd, Arnhemse Courant 15 juni 1942
[6] In het boek Kroon, de T; 'de schapen over de brug', 50 jaar sacraments-parochie arnhem-zuid, Arnhem 1990 spreekt op blz. 22 over "gebruneerd gipsen crucifix ". De uitvoering in notenhout heeft waarschijnlijk nooit plaatsgevonden.
[7] Email Heiligenbeeldenmuseum (10 januari 2013, de heer Hartelman)
KWEEKSCHOOL VOOR MEISJES MARIA IMMACULATA (Heerlen)
Adres: Bekkerveld 1, Heerlen
Boven de hoofdingang
De huidige bestemming is kinderopvang
Architect Peutz ontwierp het gebouw in 1929.
Voor de ingang is een overkapping van een hardstenen plaat. Aan beide uiteinden zijn ter versiering nog enkele kleinere platen aangebracht. Tevens staan er twee heilige beelden die rondom versierd zijn.
 
St. Franciscus (rechts)
Steen
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1929]
Franciscus, bebaard, staat ten voeten uit in ordekledij afgebeeld. Hij maakt een zegenend gebaar. Zijn blik is naar rechts gericht. Aan beide zijden naast hem bloemen.
 
 
H. Jozef met Kind (links)
Steen
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1929]
Jozef, bebaard, staat ten voeten uit op een plaat afgebeeld. Zijn hoofd is afgewend naar rechts. In zijn linkerhand hij tegen zijn lichaam de herdersstaf vast, met zijn andere hand maakt hij een zegenend gebaar.
Zijn Zoon staat voor hem en maakt met beide handen een zegenend gebaar. Er is geen contact tussen Vader en Zoon.
 
 
otpbm36a
 
otpmb36b
 
 
otpmb36c otpmb36d
 
 
 
PLAQUETTE C. MEULEMAN (voormalige vroedvrouwenschool, Heerlen)
(voormalige) Vroedvrouwenschool Heerlen, Parc Imstenraede, Heerlen (binnenplein van de voormalige Vroedvrouwenschool) [1]
Een bank met een bronzen plaquette.
Gesigneerd Ch.V, gedateerd 1934
Afmetingen: ca. 49 bij 36cm
Onderaan de plaquette de tekst:
Dr. Clemens Meuleman
Geneesheer-directeur 1911-1932
 
In 1993 is de vroedvrouwenschool verhuisd van Heerlen naar Kerkrade (Wijngracht 47, 6461 AL). De plaquette is uit de bank verwijderd en meegenomen naar Kerkrade waar ze ingemetseld werd in de gang op de begane grond richting het ziekenhuis van Kerkrade. Bij de verhuizing van de school naar Maastricht in 2004 is de plaquette achtergebleven in Kerkrade. In 2011 werd ze uit de muur gehaald en overgebracht naar het ziekenhuis in Heerlen. [2]
Toen is de plaquette teruggeschonken aan Parc Imstenraede. Samen met drie andere plaquettes van geneesheer-directeuren van de Vroedvrouwenschool, hangen de vier plaquettes nu in het trappenhuis bij de ingang nr. 3-43) (adres Parc Imstenrade 66, 6418 PP Heerlen). [3] 
In het trappenhuis hangen de bronzen plaquettes van vier geneesheer-directeuren naast elkaar.
Van Links naar rechts
Prof. Dr. J.L. Mastboom (geneesheer-directeur 1954-1956)
Dr. R.J.J. Omers (geneesheer-directeur 1956-1984)
Dr. G.J. Lubbers (geneesheer-directeur 1932-1954)
Dr. C. Meuleman (geneesheer-directeur 1911-1932)
Alleen de plaquette van Meuleman is van de hand van Charles Vos.

De directe aanleiding voor de stichting van een Katholieke Kweekschool voor Vroedvrouwen te Heerlen vormde de relatief hoge kindersterfte in de katholieke provincies Noord-Brabant en Limburg. Het was aanvankelijk de bedoeling, dat de school in Maastricht zou worden gevestigd. De gemeente Maastricht was echter niet bereid een financiële bijdrage aan de bouw te leveren.
De school werd gebouwd direct naast het St. Jozefziekenhuis aan de Akerstraat. Het gebouw was al na enkele jaren te klein. De directeur, dr. C. Meuleman, wilde een doorgangshuis voor ongehuwde moeders binnen de school realiseren. Uitbreiding bij het bestaande gebouw was niet mogelijk. Er werden plannen gemaakt voor nieuwbouw op de Heerlerbaan, aan de huidige Zandweg, naar een ontwerp van de bekende architect Jan Stuyt.
Het gehele complex omvatte een verblijfsgebouw, een schoolgebouw, een directeursvilla en een voorzieningengebouw.
De Vroedvrouwenschool is in 1993 verhuisd naar een nieuw gebouw, gelegen naast het St. Jozef-ziekenhuis in Kerkrade. Zij bestaat nu niet meer als zelfstandige instelling. De opleiding tot vroedvrouw of verloskundige is ondergebracht bij het academisch ziekenhuis in Maastricht. [4]

Clemens Meulenhof werd geboren in Zwolle op 13 maart 1871. Hij studeerde aan de Universiteit van Amsterdam waar hij in maart 1902 slaagde voor zijn artsenexamen. Hij vestigde zich in mei 1902 als arts in Leiden. Hij specialiseerde zich op het vakgebied
Gynaecologie en Obstetrieen promoveerde met een proefschrift in juni 1904.
Hij was werkzaam in de universiteitskliniek van Leiden, daarnaast was hij ook nog gemeenraadslid in genoemde plaats.
In 1911 volgde een aanstelling in Heerlen bij de vereniging R.K. Moederschapszorg. Hij werd benoemd tot directeur-geneesheer van de op te richten en te bouwen R.K. Kweekschool voor Vroedvrouwen. Na een tijdelijk onderkomen, kwam de nieuwbouw gereed in 1923.
Hij heeft zich van begin sterk gemaakt voor een volwaardige opvanggelegenheid voor ongehuwde moeders zodat moeder en kind, waar mogelijk, verenigd konden blijven.
In het jaar van zijn dood (1932) wist hij het voortbestaan van de school te bewerkstelligen. Op 10 oktober stierf hij toch nog vrij plotseling.
 
 
De plechtige onthulling vond plaats op zondag 16 december 1934 in aanwezigheid van de weduwe Meuleman en talrijke vooraanstaande personen zoals, mr. Aalberse (Minister van Staat), deken Nicolaye, G. Lubbers (directeur-geneesheer), M. van Grunsven (burgemeester en voorzitter van het algemeen bestuur) en G. Ruijs de Beerenbrouck (voorzitter Limburgs Groene Kruis). Charles Vos had een bericht van verhindering gestuurd.
Vanzelfsprekend werd de grondlegger op de Hooghees op gepaste wijze herdacht. Vrienden en verwanten hadden op een centraal gelegen plaats, aan de vijver op de binnenplaats, tussen de hoofdingang en de woning van de geneesheer-directeur, een monumentale bank van rode baksteen laten aanleggen. Het zitgedeelte was van hout. Boven middenin werd een bronzen plaquette met beeltenis en inscriptie aangebracht, van de hand van de kunstenaar Charles Vos. [5]
Prof. Aalberse opende de plechtigheid met een toespraak waarin hij op de eerste plaats herinneringen opriep uit Meulemans periode in Leiden. Daarna ging hij in op verdiensten van Meuleman voor de Vroedvrouwenschool. Als afsluiting bood hij namens het Comité aan het bestuur van de school de rustbank aan.
Burgemeester Van Grunsven onthulde de bank en aanvaardde deze namens het bestuur. Hij sprak de hoop uit dat mevrouw Meuleman nog vele jaren getuige mocht zijn van het resultaat door haar echtgenoot gestichte werk.
Directeur Lubbers sprak een kort woord en legde een grote krans neer bij de bank. De plechtigheid werd besloten met de eerste steenlegging van de reeds in aanbouw zijnde nieuwe kapel. [6]
 
Op de plaquette is het hoofd van Meuleman afgebeeld. Het hoofd is gedeeltelijk "en profil" weergegeven: centraal de linkerzijde van zijn gezicht.
 
otpbm35
 
foto uit de krant
 
 
otpbm35a

 

Onthulling van de plaquette met de afbeelding van dr. C.L. Meuleman, stichter van de Vroedvrouwenschool, door mr. Aalberse, minister van Staat op 16 december 1934.
Van links naar rechts: deken Nicolaye, G. J. Lubbers, geneesheer-directeur, burgemeester M. van Grunsven, voorzitter algemeen bestuur, ir. Edixhoven, (Mijn Laura), H.J. Dupont,
penningmeester dagelijks bestuur, pastoor Lenders en J. M. A. Zoetmulder,  regeringscommissaris.

 

 
otpbm35b
 
 3225t3
 Burgemeester van Grunsven legt ter nagedachtenis aan Meuleman
bij het 40-jarig jubileum van Moederschapszorg een krans bij de Meuleman-bank
 
3223t2
 
op de huidige locatie vlnr Mastboom, Omers, Lubbers en Meuleman
 
 
3225t1
 
op de huidige locatie

 

Voorstudie
Plaquette van C. Meuleman (Limburgs Museum depotnr. L08928a t/m d)
Okerkleurig gips
Gesigneerd Ch. Vos (rechtsonder), niet gedateerd [1934]
Afmetingen: hoogte 49cm en breedte 36cm
Tekst: Dr. Clemens Meuleman Geneesheer-Directeur 1911-1932
In houten lijst (achterzijde etiket van Kunsthandel - Encadrementen Jos Ras & Zoon Maastricht).

 


[1] Gesprek directeur Parc Imstenraede 16 januari 2011
[2] Email B. Nieuwenhuizen (Academie Verloskunde Maastricht) 21 februari 2013; gesprek met mederwerker ziekenhuis in Kerkrade (heeft de plaquette verwijderd en overgebracht naar Heerlen maart 2013; email A. Sijben (kunstcommissie Atrium Heerlen) 29 maart 2013
[3] Telefoon Atrium Heerlen op 4 juli 2013 en email L. Savelkoul, 8 juli 2013
[4] www.rijckheyt.nl, december 2010
[5] Dijk, Mark van; Bibliografieën en Kronieken in boek Jamar (redactie): Vroedvrouwenschool en 100 jaar Moederschapszorg in Limburg, Hilversum 2009, blz. 166-171 en 175-179; Limburgsch Dagblad 17-12-1934 
[6] Het Dr. Meuleman-gedenkteken. Plechtige onthulling in De Nieuwe Koerier van 12 december 1934. Zie ook: Durlinger G., verslag van het bestuur in R.K. Vereeniging “Moederschapszorg” (de kweekschool voor vroedvrouwen) te Heerlen, 22e jaarverslag 1934, blz. 3-4.
dinsdag, 28 december 2010 00:00

Gertrudis (stadhuis, Maasbracht)

GERTRUDIS (Stadhuis Maasbracht)
Raadhuis, Markt 36 6051 DZ Maasbracht
Tufstenen beeld
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1939-1939]
Afmetingen: hoogte 160cm en breedte 50cm incl. sokkel, ingemetseld in de zuidwestelijke hoek van het Gemeentehuis van Maasgouw. [1]
 
Op 6 november 1938 vond onder grote belangsteling de eerste steenlegging van het in aanbouw zijnde gemeentehuis plaats. Na het spelen van het Wilhelmus door de plaatselijke muziekgezelschappen St. Cecilia en Eensgezindheid nam de heer M.J. Linssen, de voorzitter van het comité, het woord. Na iedereen welkom te hebben geheten, vroeg hij burgemeester, mr. J. Geradts, de eerste steenlegging te willen verichten.
Vervolgens herinnert Linssen aan de opdracht aan het comté om gelden in te zamelen voor een geschenk van alle ingezetenen aan de Gemeente bij de eerste steenlegging. De benodigde gelden voor een beeld van de heilige Gertrudis zijn door de grote vrijgevigheid van bevolking aanwezig. De H. Gertrudis is zowel de patrones van de Gemeente als van de parochie. De opdracht voor het maken van het beeld zal aan Charles Vos worden verstrekt.
Linssen biedt het geld voor het beeld aan aan de burgemeester die vervolgens een dankwoord uitspreekt. [2]
Op 6 augustus 1939 werd het nieuwe gemeentehuis plechtig in gebruik genomen. Het beeld van de H. Gertrudis is aangebracht in een nis op de hoek van het front en de rechter zijgevel.[3]
 
De H. Gertrudis van Nijvel werd geboren in 626 te Landen (B) als dochter van Hofmeier Pepijn van Landen (een voorouder van Karel de Grote) en de (Heilige) Itta van Aquitanië. Van jongs af wilde Gertrudis haar leven in dienst stellen van de Heer. Op aanraden van bisschop Amandus - de "apostel van Vlaanderen" - stichtten haar ouders voor haar een mannen- en vrouwenklooster te Nijvel (B). In haar vijfentwintigste levensjaar werd Gertrudis hiervan de eerste abdis. Bij dit klooster stichtte Gertrudis een hospitium voor reizigers en pelgrims. Na een zeer vroom, deugdzaam en voor­beeldig leven stierf Gertrudis, 33 jaar oud, op 17 maart 659. Na haar dood gebeurden op haar voorspraak zeer vele wonderen. Vermeldenswaard is o.a. de wijze, waarop zij een ridder van een duivelspact redde, nabij het "Duivelsbrugske" in Heppeneert (B). Hier zou later óók een H. Gertrudiskerk worden gesticht; dezelfde kerk waar tegenwoordig ook Onze Lieve Vrouw van Rust wordt vereerd.
De H. Gertrudis (feest op 17 maart) wordt vaak afgebeeld met een opengeslagen Bijbel (die zij veel bestudeerde) en een abdissenstaf met muizen erop. Wellicht heeft dit te maken met de legende dat de duivel haar in de gedaante van een muis heeft trachten te ver­leiden. Zij is o.a. de patrones van ziekenhuizen, van pelgrims en van reizigers (vroeger dronk men, vóór men op reis ging, een zgn. "St. Geerte-minne" voor een behouden terugkeer). Verder is zij een beschermheilige tegen allerlei lichamelijke kwalen, tegen muizen en ratten, tegen gevaren op zee, enz..
Tegen het einde van de Middeleeuwen (de periode 1000-1400 n. Chr.) werden veel kapellen en kerken toegewijd aan de H. Gertru­dis van Nijvel. In de Nederlanden vooral vanwege haar hulp tegen ziekten. Alleen al in Nederlands Limburg zijn een 13-tal kerken aan deze heilige toegewijd.

In Maasbracht werd zij niet alleen de patrones van de parochie­kerk, maar heeft zij ook, tot aan de gemeentelijke herindeling van 1 januari 1991 het gemeentewapen gesierd. [4]

Op een ronde console (met op de voorzijde de tekst S Gertrudis) staat de heilige met nimbus ten voeten uit in ordekleding afgebeeld. In haar rechterhand houdt zij een opengeslagen bijbel voor zich op borsthoogte vast. Haar blik is op de bijbel gericht. In haar andere hand houdt zij een kromstaf vast die op de console steunt. Langs de staf kruipen twee muizen omhoog.
Onderaan zijn beide zijkanten versiert met linten en bloemen.
Onder de console is het wapenschild van Maasbracht aangebracht.
Het wapen wordt door het NGW beschreven als:
Wapen: rechts in de keel een St. Andrieskruis, vergezeld van twaalf herkruiste kruisjes in elk kanton drie. Links de heilige Gertrudis van Nivelles, in het gewaad van abdis, met in haar linkerhand een kromstaf, waartegen achter elkander drie muisjes opklimmen. Haar rechterhand houdt zij open naar voren gericht. [5]. Naast het wapenschild is aan beide zijden een banderole aangebracht, rondom versiert met bloemmotieven.
Vos heeft zich enkele afwijkingen bij de heilige Gertrudis ten opzichte van bovenstaande beschrijving veroorloofd.


 
otpbm34a
 
 
 
otpbm34b otpbm34c
 
otpbm34d otpbm34e
 

[1] Ficken, Rustpunten van devotie in Brachterbeek & Maasbracht (dorp), Maasbracht 2009, blz 23-24
[2] Eerste steenlegging nieuw raadhuis. Maasbracht. Het geschenk der gemeenschap in De Nieuwe Koerier van 7 november 1938 en Het nieuwe raadhuis van Maasbracht. Een nieuw centrum geschapen in De Nieuwe Koerier van 20 januari 1939
[3] In De Nieuwe Koerier van 3 augustus 1939
[4] Ficken, Rustpunten van devotie in Brachterbeek & Maasbracht (dorp), Maasbracht 2009, blz 23-24
[5] www.ngw.nl, januari 2011
 
 
 

 

GEDENKPLAQUETTE SCHUILKELDER (Sphinx-Eifelgebouw)
(voormalig) Sphinxgebouw, locatie Eifel 2 Boschstraat, 6211 AX Maastricht [1]
Geglazuurd aardewerk
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1944]
Afmetingen: 74cm x 41cm
Deze rechthoekige plaquette dient ter herinnering aan september 1944 toen hier twaalfhonderd mensen waren ondergedoken.

In de Tweede Wereldoorlog kende Maastricht op diverse plaatsen schuilkelders (o.a. in de oude vestingwerken). In de kelders van het Sphinx aan de Boschstraat was een van de schuilkelders.

Het zwaarste bombardement in de oorlogsgeschiedenis van Maastricht vond plaats op vrijdag 18 augustus 1944. Dat was nog geen drie weken voor de bevrijding. Die dag zou de geschiedenis ingaan als Zwarte Vrijdag. Het was een warme, zonnige dag. Om drie minuten over zes in de vooravond verschenen ineens twaalf Amerikaanse bommenwerpers boven de stad. Het waren zogenoemde 'Vliegende Forten' van het type B 17. Nog voordat het luchtalarm gegeven kon worden, lieten ze twee ladingen bommen vallen. Hun doelwit was de spoorbrug. De geallieerden wilden zo de verbinding naar Aken afsnijden voor de Duitse troepen, die vanuit België op de vlucht waren. Helaas werd de spoorbrug nauwelijks getroffen en bleef ze intact.
De meeste bommen vielen op twee dichtbevolkte woonbuurten: het 'Roed Dörrep' op de Wycker Maasoever en het 'Krejje Dörrep', het Quartier Amélie, op de Maastrichter oever. Deze laatste wijk zou nooit meer worden herbouwd. De gevolgen waren verschrikkelijk: 92 Maastrichtse burgers en 17 Duitse soldaten werden gedood. Er waren meer dan honderd gewonden, van wie velen zwaar. 325 huizen werden getroffen waarvan er 29 totaal vernield en 26 onherstelbaar beschadigd werden. De overige 270 getroffen panden waren min of meer te herstellen, al zou dat door gebrek aan bouwmaterialen tot geruime tijd na de bevrijding duren. 1550 mensen waren in een keer dakloos geworden.Twee volle dagen was men bezig de lijken onder het puin vandaan te halen. De lichamen werden in de Dominicanenkerk opgebaard. De begrafenis van deze slachtoffers was indrukwekkend. [2]

Met het naderen van het front zochten steeds meer mensen een veilig onderkomen in de schuilkelder. Op 14 september 1944 werd Maastricht bevrijd door geallieerden.

Op zondagmiddag 18 maart 1945 werd in de hoofdstraat van de Sphinx aan de Boschstraat een gedenksteen aangeboden door de bevolking aan de N.V. Sphinx uit dankbaarheid voor de verleende gastvrijheid in de schuilkelders tijdens de oorlog.
Het Comité van Initiatief was samengesteld uit de heren Zwarts, Wilhelmus, Castro en Tilleman en de dames Wilhelmus-Van Hooren en Costongs.
Hieronder de toespraak bij de onthulling uitgesproken door een van de bewoners:
"Mevrouw, Heeren Regout, Dames en Heeren,
Namens het Comité dat zich gevormd heeft uit degenen, welke in de historische dagen van September '44 in deze schuilplaatsen een veilig onderkomen vonden, valt my de eer te beurt uitdrukking te mogen geven aan onze groote en diepe dankbaarheid.
Verscheidene weken werd ons allen door U, Heeren Regout niet alleen toegestaan van Uwe veilige schuilplaatsen gebruik te maken, dag en nacht, maar tevens hebt gy U uitgesloofd om dit verblyf zoo comfortabel mogelyk te doen zijn. Zoo ontstond er in die bange dagen, welke aan onze bevryding voorafgingen een goed functioneerend geheel van een soepele, maar krachtige leiding, welke ook in de meest kritieke en moeilyke ogenblikken de situatie geheel in handen had en van een dankbaar publiek, dat zyn best gedaan heeft met deze leiding mede te werken en dat zich veilig en daardoor gelukkig voelde.
Het zou te lang duren een volledig overzicht van al het in die dagen doorleefde te willen geven, gy waart er allen by, gy hebt het allemaal meebeleefd.
Mevrouw Regout, om U zeer byzonder onzen dank te betuigen, zal straks een vrouwelijk lid van ons comité in byzonder tot U het woord richten.
Heeren Regout, kosten noch moeite zyn U teveel geweest om het waarlyk grootsche werk tot stand te brengen, dat als een unicum in de geschiedenis dier bange dagen vermeld zal blyven en tot voorbeeld zal zyn van belangeloos sociaal gevoel met het welzyn Uwer stadgenooten en meer in 't byzonder met de bewoners dezer buurt.
Ik zal niet trachten een opsomming te geven van de vele personen, die U by dit werk terzyde stonden en hun geheele persoon ten dienste stelden van de schitterende organisatie, welke geen ogenblik haperde.
De mannen van den fabrieksluchtbeschermingsdienst die dag en nacht trouw op hun post waren, ondanks alle gevaren verdienen grooten lof en ons aller waardering. De Heeren Verbaet en Mestrop (hoofden van de luchtbescherming JP) en al hunne medewerkers en helpers hebben in dit en velerlei ander opzicht topprestaties verricht op elk der vele gebieden, waarop hun organisatie was.
Dank ook zy de onbaatzuchtige medewerking der geestelykheid, waarbij ik met eere de Eerw. Heer Kapelaan Kisters moge noemen,  beleefden wy dien onvergetelyke Zondag, waarop in deze schuilplaats de H. Mis werd opgedragen en zoovelen onder omstandigheden, welke men slechts eenmaal in zijn leven beleefd, tot de H. tafel naderden. Wy zyn er U byzonder dankbaar voor.
De verpleegsters, waarbij ik de onvermoeibare juffrouw Teunisz zeker niet mag vergeten, zullen straks afzonderlyk door myn collega vermeld worden.
Meent niet gy allen, die ik niet met name noemde: gy stokers van het ketelhuis, gy machinisten der Centrale, gy smeerders van den Omvormer zaliger gedachtenis, gy portiers en bewakers die moedig op Uw posten bleeft, dat wy U vergeten, neen, U allen geldt onzen dank.
En nu hebben wy de kunstenaar Charles Vos bereid gevonden om voor de ruim 1200 kelderbewoners dier dagen een gedenksteen te ontwerpen, welken wy als blyvend bewys onzer erkentelykheid en dankbaarheid aan de Sphinx willen aanbieden om er in lengte van dagen te getuigen van het doorleefde lief en leed in de afwachting onzer uiteindelyke bevryding. Wij danken dhr. Vos voor het keurige ontwerp en hopen gaarne, dat het in den smaak moge vallen en verzoeken de Directie het wel te willen aanvaarden als blyk van onze dankbaarheid."
Vervolgens werd een woord van dank uitgesproken door menrouw Costongs voor mevrouw Joseph Regout, die zich ingespannen had voor de hygiëne in de kelders, de verzorging van de zieken, de bejaarden en de kinderen. Er was een model-ziekenzaal en zelfs een kraamkamer aanwezig. De zindelijkheid en de orde die er heersten voorkwamen ziekten en epidemieën.
Een speciaal woord van dank was er voor Zr. Hollman, Zr. Kersemeekers en Zr. Vermeulen die de zware taak van juffrouw Theunisz en de heer Wilhelmus (die vaak langer dan 24 uur in touw waren) verlichtten.
Ook de belangeloze medewerking van Dr. van der Ley werd gememoreerd.
Mevrouw Regout kreeg als blijk van dank bloemen aangeboden.
De Heer Joseph Regout aanvaardde namens bestuur en directie de plaquette en was vol lof over de wijze waarop gebruik gemaakt was van de schuilkelders en de staf van personeel (123 personen) die voortdurend in actie was geweest.
Vervolgens vertelde hij nog iets over de geschiedenis van de schuilkelders. De kelders werden normaal gebruikt voor de opslag van fabricagebenodigdheden maar werden onder de oorlogsomstandigheden omgebouwd tot schuilkelders.
Vanaf het bombardement van de spoorbrug steeg het aantal "bewoners" in de septemberdagen tot 1238 verdeeld over een vijftal kelders. Na de bevrijding daalde het aantal snel. In december nam het aantal bezoekers door de dreiging van overvliegende bommenwerpers weer toe. Op 1 maart 1945 werd de schuilkelder gesloten. Alleen bij luchtalarm zou er weer gebruik van gemaakt kunnen worden.
In de topperiode vond  slechts een sterfgeval plaats, later overleed nog een kind,
Voorts herinnerde de Heer Regout aan de geestelijke verzorging van de bewoners van de schuilkelder door kapelaan Kisters van St. Matthias en de geneeskundige verzorging door Dr. van der Ley en de zusters Hollman, Keersemeekers en Theunisz.
Tenslotte dankte hij de ontwerper Charles Vos die de fraaie plaquette had vervaardigd, die hij in de werkplaats van de N.V. Sphinx liet uitvoeren.
Hij sprak de hoop uit "dat het niet meer noodig zal zyn de schuilkelkders nog te gebruiken voor die bestemming".
De plechtigheid werd afgesloten met de onthulling van de plaquette, die door kapelaan Kisters werd ingezegend.[3]

De plaquette geeft in één oogopslag wee wat in dit tijd van angsten leed geleden is.
De plaquette is opgebouwd uit twee delen. In het onderste deel centraal een tekst, geflankeerd aan beide zijden door een afbeelding van een vliegtuig dat de stad aanvalt. De tekst luidt:
IN DE IERSTE DAOG VAAN SEPTEMBER 44
TOEN D'N OORLOGSSTÖRREM IN AL Z'N
FELHEID UM EN EUVER MASTREECH
RAOSDE, VÓNTE 1200 INWOENERS HEI IN
DEES KELDERS E VEILIG EN GASTVRY ÓNDERKOUME
In het bovenste gedeelte verlaat een stoet de plaats die gebombeerd is. Links draagt een drietal mannen een brancard met daarop het lichaam van iemand die overleden is. De brancard is omgeven door een drietal kinderen (een op de voorgrond) en een wenende vrouw die ondersteund wordt door een man. Achter de brancard lopen een tweetal vrouwen met een kind op de arm en een kind op de voorgrond. De stoet wordt afgesloten door een man (op achtergrond) die iets op zijn schouder draagt en een vrouw die een kinderwagen voortduwt (op de voorgrond).

 
ospm38a
 
 

[1] De kop van de Sphinx te Maastricht, waardestellend onderzoek, Res nova 2006, blz 129
[2] www.maastricht.nl, december 2010
[3] RHCL, EAN 1012, Inventaris van de archieven van Sphinx en Céramique; stukken betreffende de onthulling van een plaquette van Charles Vos ter herdenking van de gebruikte schuilkelders op het fabrieksterrein 1945 (3020) en Maastricht, Ondergronds leven in Veritas 19 maart 1945