GRAFMONUMENTEN (begraafplaats)
De Algemene Begraafplaats aan de Tongerseweg 292 te Maastricht behoort tot de oudste begraafplaatsen in Nederland. In 1812 werd de begraafplaats ingewijd.
In zijn 200 jarig bestaan zijn zeer veel mooie grafmonumenten geplaatst.
Charles Vos is ruim vertegenwoordigd als ontwerper/maker. (nummers 1 t/m 19, 21 t/m 23 en 25 t/m 29)
Ook heeft hij een monument gemaakt voor de begraafplaats St. Pieter Boven (nummers 20 en 24)
Er is een wandeling langs de grafstenen beschibaar:
OPM: nummer 8 staat niet op tekening (graf geruimd); nummer 23 staat niet op de tekening, is slechts een ontwerp
De familie Vos
1.1.GRAFMONUMENT OUDERS CHARLES VOS [1]
Vak D graf 100
Afbeelding van Verrezen Christus op de graftombe van de ouders van Charles Vos, Jacques Vos (1851-1933) en Marie Virginie Stille (1849-1899).
Op een sokkel met opschrift (zie beneden) staat een beeld van de Verrezen Christus. Hij draagt een, over zijn zegende rechterarm vallend kleed dat zijn onderlichaam bedekt en dat samen met een staand kruis wordt vastgehouden met de omhooghouden rechterhand. Aan zijn rechterzijde beneden bevindt zich een kind dat naar hem opkijkt.
Opschrift:
*JACQUES J.H. VOS†
27 2 1851 28 4 1933
MARIE VIRG STILLE
14 3 1849 8 4 1899
JOSEPHINE M.J. RENKIN
17 12 1845 18 3 1931
JOHAN IGN. VOS
11 6 1881 1 4 1899
REQUIESCANT IN PACE
In dit graf ligt zowel de vrouw uit het eerste huwelijk (Stille) als de vrouw uit het tweede huwelijk (Renkin) van Jacques Vos begraven, alsmede zijn zoon Johan uit het eerste huwelijk die op 17-jarige leeftijd is overleden.
1.2 GRAFMONUMENT CHARLES VOS: TREURENDE MADONNA
Vak KK graf 071
Beeld en sokkel: Muschelkalksteen (hardsteen)
Niet gesigneerd, niet gedateerd
Afmetingen: Beeld 180cm x 55cm x 37cm; Sokkel 65cm x 68cm x 47cm
Een grafmonument, op initiatief van de Stichting Beeldende Kunsttentoonstellingen tot stand gekomen; onder de vele belangstellenden behoorde onder meer de Bond van Nederlandse Steenhouwers, afdeling Limburg. De Stichting stond voor ogen een ontwerp van de overleden beeldhouwer zelf te nemen en raadpleegde daartoe de familie Vos. Deze sprak haar voorkeur uit voor een model in gips, voorstellende een treurende Madonna, waarover Charles Vos tijdens zijn leven vaak sprak, met name over zijn plan haar deel te laten uitmaken van een Kruisigingsgroep (waarbij Maria en Johannes aan weerszijden van de gekruisigde Christus staan). Naar dit zich thans in het Bonnefantenmuseum te Maastricht bevindend model, werd een treurende Madonna gehouwen door zijn uitvoerder J.M.M. Balendong, afkomstig uit Roermond en sedert 1936 werkzaam in het atelier van Charles Vos. Op Paasmaandag 1955 werd het grafmonument door de Heer J. Godfroy als voorzitter van de Stichting overgedragen aan de familie Vos.
De treurende vrouw, staande ten voeten uit afgebeeld op voetstukje, houdt haar door een sluier omfloerst naar rechts gewend hoofd op de schuin omhooggetrokken rechterschouder. Zij draagt een lang, rijkelijk van plooien voorzien gewaad en een daar overheen rond de schouders gedrapeerde mantel, waarvan zij de randen evenals die van de sluier met haar rechterhand hoog op de borst tezamen houdt; op dezelfde hoogte houdt zij haar open linkerhand omhoog geheven. Dit gebaar onderstreept de droefheid van het door smart vertrokken gezicht van de vrouw. [2]
Aan de voorzijde van de sokkel staat het opschrift:
RIP
CHARLES VOS
beeldhouwer
*8.9.1888 † 19.2.1954
HENRIETTE
DEN BREEJEN
*21 -7-1893 †10-10-1978
Op de sokkel aan de zijkanten zijn de twee dochters van Charles Vos vermeld:
Fien Vos *18-8-1922 † 24-12-1998 (links)
Jeanne Vos * 13-10-1924 † 26-1-1979 (rechts)
Voorstudie
In het Bonnefantenmuseum is een voorstudie van het beeld van de Treurende Madonna aanwezig.
1.3 GRAFMONUMENT PROF DR JOSEPH VOS [3]
Vak K graf 030a
Anne-Marie (roepnaam Pepi) ( 8 augustus 1934 - 8 juni 1935) stierf op de SS Indrapoura op de reis van Indonesië naar Nederland in de buurt van Ceylon (nu Sri Lanka). Ze zou eerst een zeemansgraf krijgen. De moeder heeft hemel en aarde bewogen om dit niet te doen.
Zij is eerst tijdelijk in Colombo begraven en later overgebracht naar Maastricht en aldaar begraven. Charles Vos maakte een bronzen reliëf voor het kindergraf.
Beneden: een stoomboot in de golven
Naast de tekst: kinderen die vertwijfeld naar hun hoofd grijpen
Bovenaan: in een wolk een portretkopje van het zegenend kind dat in de hemel is opgenomen.
Tekst reliëf:
ANNE VOS
*BANDUNG 8 VIII 1934
† 8 VI 1935 AAN BOORD
SS INDRAPOERA
In 1961 werd de vader, Prof. Dr. Joseph Vos, in het graf bijgezet. Er is toen een marmeren stèle geplaatst met tekst (zie beneden) met daarvoor de kleinere staande marmeren steen met het bronzen reliëf van Anne-Marie.
PROF. DR. JOSEPH VOS
ARTS
* MAASTRICHT †AMSTERDAM
10-3-1887 18-2-1961
Jacques Joseph Theodore (Joseph) was van 1935 tot 1957 hoogleraar Algemene Ziektekunde, Ontleedkunde en Gerechtelijke Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Joseph was getrouwd met Nettie van Aalderen (geboren op 10 januari 1909 - overleden 8 februari 2013). Uit dit huwelijk zijn een vijftal kinderen geboren: Jeanne-Marie (Jannemie), Anne-Marie (Pepi), Charles, Jef en Vanni.
In 1986 werd de oudste dochter in het graf bijgezet.
Jeanne-Marie (Jannemie) (8 mei 1933 - 8 mei 1986) trouwde met Dierick.
Voor aan het graf ligt nog een marmeren plaat met tekst plat.
Knielbankje vooraan het graf:
JEANNE MARIE
DIERICK - VOS
BANDUNG ENSCHEDE
8-5-1933 8-5-1986
1.4 GRAFMONUMENT HUBERT VOS EN TRINETTE VOS-VERMIN
Vak R graf 011
Grafmonument hardsteem
Gesigneerd, gedateerd (rechtsonder CH.VOS 1927)
Een hardstenen grafstèle met een halfrond gelobde bovenrand, waarin een bronzen plaquette met een voorstelling van een moeder die haar kind verloren heeft. Drie engelen, bovenaan in de afbeelding, tillen samen een gevleugelde baby (links midden) omhoog. De moeder is rechts beneden afgebeeld.
Het grafmonument is gemaakt door de steenhouwer J. Delcourt en de bronzen plaquettes zijn van Charles Vos. Onderaan de voet van de stèle is een kleine hardstenen plaquette uitgespaard met een bronzen medaillon waarop de voorstelling van een kinderportretje.[5]
Opschrift:
R.I.P.
TRINETTE VOS - VERMIN
*1-10-1885 † 22-5-1927
HUBERT VOS
*5-9-1885 † 5-1-1957
MARIA NOTERMANS
*28-08-1904 † 29-05-1977.
Onderaan:
ONZE KLEINE ENGEL
* 21 APRIL 1927 †
MET HAAR
LIEVE MOEDER
IN DEN HEMEL VERENIGD.
Vooraan op graf een verweerde steen:
Paul Vos (de rest is onleesbaar). Na het overlijden van Cécile is een nieuwe steen geplaatst met de namen van Paul Vos en Céline Vos met geboorte- en overijdensdatum.
Hubert Léon Vos hertrouwde met Helene Marie Hubertine Notermans, nadat zijn eerste vrouw Catharina Amalia Hubertina Vermin in het kraambed was overleden. In de eerste helft van de twintigste eeuw stierf nog 4% van de moeders aan de kraamvrouwenkoorts. Dat was al veel minder dan de 12% die in de negentiende eeuw in Nederland aan deze ziekte overleed. Pas door een betere hygiëne en de ontdekking van de antibiotica is de ziekte na de oorlog vrijwel verdwenen.[6]
Hubert was een broer van Charles Vos.
In Het Gildeboek [6a] werd melding gemaakt van studie voor een grafmonument, gedateerd rond 1927.
foto: Het Gildeboek nov. 1929
2. De familie Dassen
Petrus Dassen (1849-1901) had in de Muntstraat (de panden 21 en 23) een manufactuur in vilten en strooien dames- en herenhoeden opgericht. Zijn zoons August, Emile, Antoine, Louis en William dreven een samen een florerende handel in hoeden, schoenen en modeaccessoires.
In Maastricht hadden ze een zevental modehuizen; het assortiment bestond uit hoeden, schoenen en koffers. In Amsterdam en Rotterdam bezaten zij groothandelsbedrijven die hoeden verkochten. [7]
2.1.GRAFMONUMENT AUGUST DASSEN EN JEANNE DASSEN VOS
Vak D graf 114
Grafmonument in hardsteen
Gesigneerd, gedateerd (aan de achterzijde CH VOS juni 1929
Het ontwerp is van Charles Vos en werd uitgevoerd door J. Delcourt. [8]
Maria, ten halve lijven afgebeeld, draagt op haar linkerarm haar Zoon, die zich tegen haar heeft aangevleid. Maria houdt met haar rechterhand de linkerhand van haar Zoon vast. Beiden, voorzien van een nimbus, kijken de toeschouwer aan. Aan beide zijden is een engel afgebeeld; zij houden lijdensattributen vast.
Jeanne was een zuster van Charles Vos.
Opschrift:
AUGUST DASSEN
*4 APRIL 1882
† 1 NOV 1928
JEANNE DASSEN
GEB. VOS
*9 MAART 1884
† 20 JANUARI 1960
oude situatie (foto RHCL)
2.2.GRAFMONUMENT VAN WILLIAM DASSEN EN JEANNE KROLL
Vak D graaf 404
Grafmonument in rode zandsteen
Christus hangt aan het kruis geflankeerd door Maria en Johannes met onderaan een banderol.
Boven het kruis is een zwevende engel aangebracht die een kelk in zijn handen vasthoudt, aan de andere zijde is een duif afgebeeld.
Onder de tekst is een engel met gespreide vleugels die met zijn handen een banderol vasthoudt. [9]
Opschrift:
Banderol boven:
HET IS VOLBRACHT
Middel op de stèle:
IN MEMORIAM
WILLIAM. E.H. DASSEN
*25-12-1887 † 15-8-1947
ECHTGENOOT VAN
M.J. JEANNE KROLL
*10-4-1890
† 23-9-1972
Banderol beneden:
R.I.P.
Steen onderaan:
MARIE HENRIETTE DASSEN
19-11-1915 19-1-1958
ANNA MARIA JEANNE DASSEN
4-9-1932 25-3-2002
2.3 GRAFMONUMENT VAN ANTOINE DASSEN
Vak V graf 054 & 055
Een hardstenen grafstèle van dubbele breedte waarvan de bovenste zone is overdekt met een bronzen reliëf van Charles Vos. Het reliëf toont in het midden Christus van het Heilig Hart met aan weerszijden engelen. De linker engel draagt een kruis in de armen en de rechter engel houdt een miskelk omhoog. Aan de voet van het kruis ligt links een doodshoofd en rechts een anker. Op de stèle staan drie teksten.[10]
Opschrift links:
VICTOR RONNEN
*5/2 1857
†12/6 1908
HELENE RONNEN
PRINS
*23/4 1867
†1/3 1955
VICTOR
DASSEN
*2/9 1920
†27/4 1981
In het midden:
IN MEMORIAM
ANTOINE
DASSEN JR.
*18/4 1846
†14/1 1938
Rechts:
ANTOINE DASSEN SR
* 29/9 1889
†29/4 1946
THÉRÈSE DASSEN
RONNEN
*12/7 1892
†27/5 1964
3. GRAFMONUMENT HENRI JONAS
Vak H graf 172
Grafmonument in beton gegoten
Gesigneerd CH. VOS, niet gedateerd [1944]
Het grafmonument voor Henri Jonas is een robuuste brok beton. [11]
Het bestaat uit een zerk die met een vloeiende afgeronde opgedikte plaat overgaat in de stèle, die een halfronde bovenzijde heeft. Aan weerszijden van de stèle staan pleurantes, die symbool staan voor de twee echtgenotes van Jonas. Zij dragen een lange mantel die voorzien is van sluier die hun gezicht vrijwel geheel bedekt. Aan de voorzijde van de stèle is een tekstplaat aangebracht met een dwars afgeronde bovenzijde. In deze tekstplaat bevindt zich een bronzen medaillon met een portret van Henri Jonas, gesigneerd CH. VOS.[12]
Opschrift:
IN MEMORIAM
H. CH. JONAS
KUNSTSCHILDER
RIDDER ORANJE NASSAU
1878 1944
R.I.P. (op grafsteen)
Op de linkerzijde wordt de eerste vrouw van Jonas gememoreerd:
M.C. JONAS
GEB. ROUKENS
1871-1915
Op de rechterzijde wordt de tweede vrouw van Jonas gememoreerd:
E.L. JONAS
GEB. SERVAIS
1892-1954
Henri Jonas werd op 28 mei 1878 geboren in Maastricht als tweede kind van Charles Jonas, meesterknecht-huisschilder, en Fieneke Jungslaeger. Na zijn lagere schooltijd trad Henri Jonas in de voetsporen van zijn vader en werd ook (leerling)huisschilder. 's Avonds volgde hij de tekenlessen van Rob Graafland aan het Stadsteekeninstituut en vanaf 1902 ook aan de Zondagsschool voor Decoratieve Kunsten. Op 2 juni 1903 trouwde Henri Jonas met Netteke Roukens. Het huwelijk zou kinderloos blijven. Op 31 maart 1915 werd hij weduwnaar omdat Netteke, op 38-jarige leeftijd, overleed aan tuberculose.
De dood van Netteke en een jaar daarna die van zijn vader zette het leven van Henri op z'n kop en hij besloot het roer om te gooien. In 1916 zegde hij zijn baan als huisschilder op en vertrok met een subsidie van de stad Maastricht naar Amsterdam. Tot augustus 1918 volgde Jonas de opleiding aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten, daarna maakte hij enkele reizen door Europa en Noord-Afrika om in 1922 naar Maastricht terug te gaan.
Onder invloed van zijn eerste leraar Rob Graafland koos Jonas aanvankelijk voor het romantisch-impressionisme. Tijdens zijn studie in Amsterdam werd hij gewonnen voor het expressionisme dat in Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog tot ontwikkeling was gekomen. Door het werk van Constant Permeke leerde hij in zijn kunst de primaire en afgrondelijke expressie van het leven te verbeelden en zo zijn expressionisme uit te diepen. Vooral in de jaren 1925 tot 1932 bloeide Jonas' talent.
In Parijs leerde hij het schildersmodel Eugénie Servais kennen, met wie hij een relatie kreeg. Onder druk van zijn kerkelijke opdrachtgevers, kon hij echter niet met haar trouwen. Eugénie was een gescheiden vrouw. Het bracht Jonas in een ernstig conflict met zijn geweten. De innerlijke strijd leidde in 1933 tot een depressie. Opnames in verschillende psychiatrische instellingen waren het gevolg ervan. In augustus 1937 trouwde Henri Jonas alsnog met Eugénie Servais.
Tijdens zijn jarenlange verblijf in het Sint Servatius Gesticht in Venray werd Jonas door het behandelend team aangezet tot schilderen. Al schilderend zou de extreem introverte man wellicht wél in staat zijn om zijn emoties te uiten. Hij werkte aan de lopende band en voerde onder het mom van therapie ook opdrachten uit zonder ervoor te worden betaald. Het leidde na zijn dood tot een pijnlijke, langslepende affaire. Zijn weduwe Eugénie liet beslag leggen op al het werk dat volgens haar van Jonas was gestolen. Uiteindelijk is een schikking getroffen en werd het werk verdeeld tussen de instelling en de familie.
In juni 1940 werd Henri Jonas opgenomen op de psychiatrische afdeling van het Maastrichtse ziekenhuis Calvariënberg. Zijn getormenteerd leven eindigde op 15 september 1944, de dag na de bevrijding van zijn geliefde stad Maastricht. Terwijl in de straten van zijn geboortestad werd gejuicht, gezongen en gedanst om de bevrijding kwam voor Jonas de dood als een bevrijding uit een leven vol angst en duisternis. [13]
Gipsen reliëf Henri Jonas [13a]
Particuliere collectie (collectie Karel Post)
Gips, bruingetint
Gesigneerd: "CH. VOS." rechts onderaan, niet gedateerd [1944]
Afmetingen: Diameter 45cm, diepte 8cm
Henri Jonas (8 mei 1878 - 15 september 1944) is met het hoofd "en profil" naar links gewend afgebeeld. Charles Vos, die onmiddellijk na Jonas' dood diens dodenmasker maakte, vervaardigde het portret van deze vermaarde Maastrichtse kunstschilder op een rond reliëf in serie. Met de opbrengst van deze gipsen reliëfs werd de in brons uitgevoerde, voor Jonas' graf bestemde plaquette bekostigd.
foto Karel Post
Dodenmasker Henri Jonas
Particuliere collectie [13b]
Er zijn meerdere exemplaren bekend
4. GRAFMONUMENT MARIA ELISABETH PENNINGS
Vak O graf 053
Een hardstenen zerk met aan het hoofdeind een hardstenen grafstèle die uit drie verticale blokken is samengesteld. Op het linkerblok is een bronzen plaquette, met de tekst H Elisabeth bidt voor ons, aangebracht met een voorstelling van Maria met Kind. Het middenblok draagt een bronzen Christuscorps. Het reliëf en het corpus is van Charles Vos.[14] Op het linkerblok staat het opschrift.
Opschrift:
MARIA ELISABETH
PENNINGS
*19-10-1870
† 9-3-1939
ECHTGENOOT VAN
GUILLAUME WILH.
BONFRÈRE
*8-3-1871
† 17-5-1941
Rondom het reliëf de tekst:
H ELISABETH BIDT VOOR ONS
Maria Elisabeth Pennings werd geboren in Maastricht en trouwde op 4 mei 1882 met Guillaume Wilhelmus Bonfrère, die een kaashandel bezat.[15]
5. GRAFMONUMENT MGR. DR. J.E.H MENTEN
Vak U graf 045
Het graf is ontworpen door Charles Vos. Een hardstenen zerk met aan hoofdeinde een grafstèle, die bekroond wordt door een kruis met in de bovenste zone van de stèle uitgehakt een halfrond reliëf met een voorstelling van het Lam Gods.
De Limburger Koerier schreef: "het is modern van stijl, maar de ontwerper heeft het Katholieke karakter in al zijn waarden doen uitkomen. Hoog in de top staat het Kruis met de drie Goddelijke Deugden - geloof - hoop - liefde - zinnebeeldig voorgesteld. Op het voetstuk van het kruis bevindt zich een afbeelding van het - Agnus Dei - betrekking hebben op de Priesterlijke waardigheid."
"
Gerard Hack, beeldhouwer te Maastricht, boetseerde een beeltenis van Mgr. Menten. Fabrikant Bernard Witte uit Aken vervaardigde op basis hiervan een ruitervormige bronzen plaquette, aangebracht op de stèle. [15a]
Hieronder de tekst:
HULDE VAN
FAMILIE VRIENDEN
EN VEREERDERS
Op de zerk de tekst:
BID VOOR DE ZIEL VAN ZALIGER
MONSEIGNEUR
DR. J.E.H. MENTEN
PASTOOR VAN ST. MATTHIAS
DEKEN VAN MAASTRICHT
KANUNNIK VAN HET KATHEDRAAL
KAPITTEL VAN ROERMOND
EREKANUNNIK VAN ASSISIË
EN LUIK
OFFICIER IN DE ORDE VAN ORANJE-NASSAU, ENZ.
GODSVRUCHTIG EN DEN HEER OVERLEDEN
DEN 18 MEI 1920 IN DEN OUDERDOM
VAN 86 JAREN
R.I.P.
Het graf werd vervaardigd door de firma Severijns Huynen te Wijck. [15b]
Mgr. Ernest Menten (geboren 1834) was rond 1900 een invloedrijk figuur. Menten was professor aan het Seminarie van Rolduc en werd in 1891 pastoor van de Sint Matthijsparochie in Maastricht. In 1911 werd hij tevens deken van deze stad. Hij was voorzitter van het Mariacongres dat in 1912 in Maastricht werd georganiseerd.
Hij was erg praal- en eerzuchtig. Voor bijzondere gelegenheden schreef hij hymnen met verzen vol zalvende retoriek. Voor zijn eigen parochie heeft hij weinig betekenis gehad. In het parochieregister schreef pastoor Souren bij zijn aantreden onomwonden over zijn voorganger: " over zijn verblijf in deze parochie heeft hij zelf niets opgeschreven en mij komt het wenschelijk voor om mijn indrukken niet meer weer te geven." [15c]
6. GRAFMONUMENT JOS POSTMES
Vak S graf 092
Grafmonument van kalkzandsteen
Jozef Antonius (Jos) Postmes (Maastricht, 30 juli 1896 - 3 december 1934) was een Nederlands kunstenaar.
Als leerling van Rob Graafland aan het Stadsteekeninstituut en aan de Zondagsschool voor Decoratieve Kunsten (beiden in Maastricht) had Postmes een voorliefde voor zowel onderwijs als kunst.
In 1914 begon hij aan de Opleiding aan de Rijksnormaalschool voor Teekenleeraren in Amsterdam, maar deze verliet hij toen hij naar de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten vertrok. Hier volgde tegelijk met zijn vrienden Han Jelinger, Henri Jonas en Jos Narinx onderwijs onder leiding van Antoon Derkinderen.
In 1925 behaalde hij de Akte van bekwaamheid voor Nijverheidsonderwijs, waarmee hij bevoegd werd om handtekenen te doceren aan het lager en middelbaar nijverheidsonderwijs. [18]
Onder leiding van beeldhouwer Charles Vos maakten de leerlingen (Glebocki, Schaïk, Sondeyker, Van Noorden en Eymael) van de Middelbare Kunstnijverheidsschool het graf van Postmes. Het portret is van de hand van tekenaar E.Muller. [19]
De achterzijde wordt gevormd door kwartcirkelvormige nis dat bovenaan spits toeloopt, waardoor een soort nis ontstaat. Onderaan in de nis staat een vierkant blok waaraan de voorkant een reliëf van het hoofd van Postmes is gebeiteld. Op dit blok rust een marmeren plaat met de tekst
JOSEPH ANT.
POSTMES
DIR. MIDDELBARE
KUNSTNIJVERHEIDSSCHOOL
*30-7-1896
†3-12-1934
EN ZIJN ECHTGENOTE
ANNA MARIA
MOERDIJK
*8-6-1896
†7-1-1968
SJÉ AARTS-
POSTMES
*1-6-1934
† 30-5-2008
Op de zerk ligt een bronzen medaillon met het portret van zijn zoon Theo Postmes met het randschrift:
DR. TH.J.L.J. POSTMES
22-1-1930 8-8-2002.
Op de marmeren plaat staat een beeld van de Verrezen Christus (met nimbus) die met zijn rechterhand een zegenend gebaar maakt. In zijn linkerhand houdt hij tegen zijn lichaam een lang kruis, met bovenaan een slang, vast.
De stèle staat op een samengesteld basement dat in het middendeel een portret van Jos Postmes toont. Aan weerszijden daarvan staan hogere blokken met voorstellingen van studenten van de kunstacademie.
7. De familie Bellefroid
7.1 GRAFMONUMENT VAN MARCEL EN EDMOND BELLEFROID
Vak S graf 049
Grafmonument; gesigneerd aan de rechter zijkant CH. VOS
Edmond Bellefroid is de bekendste telg uit de familie.
Guillaume Marie Edmond (Edmond) Bellefroid (Maastricht, 3 juli 1893 - 7 januari 1971) was een Nederlands kunstschilder, keramist en industrieel ontwerper.
In de periode 1929-1946 was hij ontwerper van aardewerk serviezen bij De Sphinx te Maastricht. Hier was hij de opvolger van W.J. Rozendaal. In 1938 ontwierp hij een kristalservies voor Kristalunie.
Tijdens zijn MULO-onderwijs volgde hij de avondcursus op het Stadsteekeninstituut te Maastricht en een zondagcursus bij Rob Graafland. Vanaf 1910 volgde hij onderwijs op de Ecole St. Luc in de Belgische stad Luik. Bellefroid sloot zich aan bij de groep jonge schilders rond Rob Graafland.
In de jaren 20 van de vorige eeuw was hij lid van de Bende van De Suisse, een groep cultuurliefhebbers die vele avonden doorbracht in het Café Suisse aan het Vrijthof te Maastricht.
Bellefroid woonde in Maastricht tot 1927 en verhuisde daarna naar Neerharen. In 1933 keerde hij terug in Maastricht en gaf er les aan de Stadsacademie. Volgens sommigen was hij een charismatische en autoritaire persoonlijkheid. Hij was ereburger van Maastricht en Ridder in de orde van Oranje Nassau
Op een gemetselde sokkel van natuursteen zit een man met zijn linkerbeen onder zich en steunend op zijn gebogen rechtervoet en zijn uitgestrekte linkerarm. Hij zit in een gedraaide houding met het hoofd schuin naar boven gericht. Zijn gebogen rechterarm ondersteunt zijn kin. Hij draagt een kleed dat zijn onderlichaam bedekt en over de rechterarm valt.
Op de sokkel zijn drie bronzen plaatjes bevestigd met het opschrift:
MARCEL BELLEFROID
16-7-1922 11-1-1944
EDMOND BELLEFROID
3-7-1893 7-1-1971
M.I. BELLEFROID-NOËL
6-7-1893 2-12-1972.
Aan de linker zijkant van de sokkel een geglazuurd opschrift:
SOYEZ MON AME AUX FLOTS DE VOTRE VIE
FONDEZ MA VIE AU PAIN DE VOTRE TA-BLE
VERLAINE.
Deze regels komen uit het gedicht O mon Dieu, vous m'avez blessé d'amour van Paul Verlaine.
Aan de rechter zijkant van de sokkel:
HIJ WAS KUNSTENAAR GEBOREN
WEGERSMA
7.2 GRAFMONUMENT JULES M.A BELLEFROID EN A.M.C. BELLEFROID-FOURAGE
Vak T graf 001
Gesigneerd aan de rechter zijkant CH. VOS, niet gedateerd
Een zetelende Maria met een wit kleed met daarover een blauwe mantel en voorzien van een witte sluier) heeft op haar schoot het lichaam van haar overleden zoon. Zij omsluit zijn lichaam met beide handen. Zij kijkt ontroerd naar haar zoon. Christus hoofd hangt achterover en rust op de linkerschouder van Maria. Zijn linkerarm valt naar beneden en zijn rechterarm hangt naar voren. Zijn benen zijn gekruist.
A.M.C. BELLEFROID - FOUARGE
7-10-1864 - 28-1-1942
JULES M.A. BELLEFROID
16-8-1865 - 30-1955
ROLLY BELLEFROID
11-11-1926 - 8-5-1991
Jules Marie Adolphe Bellefroid en Anne Marie Catherine Fouarge waren de ouders van Edmond Bellefroid. De vader van Edmond kwam uit Maastricht en was kantoorbediende. Zijn moeder werd geboren in Gulpen. Zij was modiste in Maastricht.[20]
Zowel dit beeld als het beeld op het graf van Edmond Bellefroid (vak S 049) zijn aan het einde van de vorige eeuw zwaar beschadigd. Dankzij een reparatie van Pierre Lumens zijn de twee beelden vakkundig gerestaureerd.[21]
Van dit bestaat een voorstudie die in particulier bezit is (zie particulier bezit, heiligenbeelden)
8. GRAFMONUMENT JOORDENS [22]
Het graf heeft in het vak HH-161 gelegen. In 2010 was het graf al geruimd. Wat met de steen is gebeurd, is onbekend.
Grafsteen met tekst een afbeelding van Jezus aan het Kruis.
Het graf bestaat uit opgemetselde bakstenen met er voor twee gemetselde bloembakjes. In het midden is een ruit waarin een grafsteen is geplaatst met een afbeelding van Jezus aan het Kruis.
Tekst op grafsteen:
F.A. Joordens
*14-7-1888 †21-3-1955
M.E. Knaapen
*16-9-1882 †16-3-1954
9. GRAFMONUMENT TEN HORN
Vak S graf 086
Grafmonument in hardsteen
Laurens Ten Horn werd geboren op 1 december 1889 te Veendam. Teruggekeerd uit Engeland waar hij een longontsteking had opgelopen, overleed hij op 11 juni 1925 te Maastricht, wonende op de Ayvalaan 37. Van beroep was hij fabrikant. Hij was de oprichter van de verffabriek Ten Horn. Hij produceerde o.a. Reckitts blauw, in de volksmond beter bekend als "poppetje blauw", het zakje dat elke grauwe was stralend wit maakte.
Hij huwde op 25 augustus 1921 met Maria Closset. Maria had de Belgische nationaliteit (Visé *25 juni 1892 ). Zij overleed 28 oktober 1980 te Sittard in Huize St. Agneteberg, 88 jaar oud en werd 31 oktober 1980 te Maastricht op de Algemene Begraafplaats Tongerseweg bijgezet in het familiegraf. [23]
Een hardstenen graftombe met daarop een kruis. In de nis in de stèle een bronzen reliëf met buste van Ten Horn, ontworpen door Charles Vos
Op het graf de tekst:
FAMILIE
TEN HORN - CLOSSET
Op de voorzijde de tekst:
LAURENS THEODOOR TEN HORN
1 DEC. 1889 - 11 JUNI 1925
MARIA JACQUELINE CLOSSET
25 JUNI 1892 - 28 OCTOBER 1980
10. GRAFMONUMENT FONS OLTERDISSEN
Vak V graf 058
Hardstenen grafmonument in art-decostijl, reliëf in brons
Gesigneerd Ch.Vos., niet gedateerd
Fons Olterdissen werd als zesde kind van Heinrich Olterdissen (Emden bij Hannover, 1827) en Alida Verhoeff (Veerle, 1882) geboren te Maastricht op 12 december 1865.
Na de Stadslagere School werd hij decoratieschilder. Zijn vriend Henri Govaerts spoorde hem aan zijn talent verder te ontwikkelen. In 1883 ging hij naar de Rijksschool voor Kunstnijverheid in Amsterdam. Vijf jaar later haalde hij het diploma "Decoratieve Schilderkunst". Hij keerde vervolgens terug naar Maastricht. In zijn stad was hij betrokken bij allerlei activiteiten (oprichting nieuwe VVV, organisatie van grote optochten).
Om zijn schulden af te lossen ging hij "kemieke opera's" schrijven. Zijn eerste stuk was "de Kaptein van Köpenick". In 1912 schreef hij "Trijn de Begijn" in het dialect. Het slotlied van deze operette werd zo vaak gezongen dat het uiteindelijk het Maastrichtse volkslied werd. Met de opbrengst van deze twee stukken kon hij ruimschoots zijn schulden aflossen.
Daarnaast schreef hij toneelstukken en proza. Van zijn hand verscheen een bundel schetsen, waarmee hij de lijn van de Maastrichtse dialectliteratuur, in de 18e eeuw met pastoor Delruelle gestart via Weustenraad, Franquinet doortrok naar de 20e eeuw. Zijn grootste prestatie was "het spel van Sint Servaas", voor de Heiligdomsvaart in 1916.
Twee jaar voor zijn overlijden werd hij alsnog katholiek.
In 1923 werd hij in het Calvarie-ziekenhuis opgenomen met belroos. Op 23 februari 1923 stierf hij.
In maart 1923 werd een Comité voor de nagedachtenis van Alfonse Olterdissen opgericht. Hierin hadden zitting J. Haanen (voorzitter), kapelaan G. van Rijt, V. Schols, G. Vliegen, Felix Rutten, Rainier Nafzger, Mathieu Rongen, Dominique Stassen, Th. Korn, E. Reinders en A. Burgers. De doelen waren: een plechtige jaardienst in de Sint-Servaaskerk en een waardige steen op het kerkhof en elders in de stad een gedenkteken.
Via de Limburger Koerier werd geld ingezameld. Op zondag 21 september werd het grafmonument onthuld op de Algemene Begraafplaats. De plechtigheden startten met een hoogmis in de Servaaskerk waarna een stoet naar het kerkhof trok. De muzikale omlijsting werd verzorgd door de Mastreechter Staar en de Koninklijke Harmonie. Felix Rutten hield een korte toespraak waarna voorzitter Haanen het grafmonument overdroeg aan de Gemeente. Burgemeester aanvaardde het monument met een woord van dankbare gedachtenis. [24]
Het ontwerp is van Charles Vos
De beeltenis wordt in brons gegoten door edelsmid Kersten.[25]
Op de achtergrond is het silhouet van de stad Maastricht. Op de voorgrond het goed gelijkend portret van Olterdissen. Rechts van het gezicht: een wapen en links de jaartallen 1865 - 1923.
Het wapen is door Olterdissen zelf ontworpen. De dubbele ganzenveer is het symbool van schrijven en tekenen; het zwaard is het symbool voor oprechtheid en standvastigheid.[26]
Op het graf staat "Dankbaar Maastricht aan Alfons Olterdissen" met daaronder een steen met het stadswapen van Maastricht. Boven het reliëf is een kruis.
De hardsteen wordt gekapt door de steenhouwerij Severijns-Kicken.[27]
Op de grafplaat ligt een bronzen reliëf van Guus Olterdissen (gesigneerd W.H.) met de tekst:
GUUS OLTERDISSEN
kompenis vaan 't Mestreechs volleksleed
1860-1942
11. GRAFMONUMENT J.VERHEGGEN
Vak V graf 061
Grafmonument met een hardstenen zerk en een stèle van travertin
Arbeider met kruis (brons)
Bronzen plaquette van J. Verheggen
Niet gesigneerd, niet gedateerd
Afmetingen: 37cm x 50cm
Op de stèle staat aan de linkerzijde een arbeider in brons met gebogen hoofd naar rechts. Met zijn linkerhand houdt hij het naast hem staande kruis vast. Onderaan het kruis krult een banderole onhoog met de tekst:
RERVM
NOVARVM
Aan de rechterzijde, in het blikveld van de arbeider, bevindt zich een plaquette in brons met een afbeelding van de pastoor.
Onder de plaquette staat de tekst:
IN MEMORIAM
J.A.J.A. VERHEGGEN
PASTOOR
VAN ST. - MATHIASKERK
OUD AALMOEZENIER
VAN DEN ARBEID
* 25/9 1875
†9/1 1936.
Op de zerk staat het opschrift:
DANKBAAR VOLK
SIERDE DIT GRAF
Jean Alphons Joseph Assueres Verheggen ontving in 1901 zijn priesterwijding in Roermond. Hij werd vervolgens kapelaan te Limmel (Maastricht) van 1901-1903, te Wijck (Maastricht) van 1903-1911 en de Sint Servaaskerk van 1911-1915. Daarna werd hij aalmoezenier van de arbeid tot 1923. In drie parochies was hij pastoor, Roosteren (1923-1924), Spekholzerheide (1924-1930) en St. Mathias Maastricht (1930-1936).
Zijn bijnaam luidde " 't lieuwke vaan Wiek" vanwege zijn felle strijd tegen het socialisme. [28]
Hij werd begraven op de begraafplaats aan de Tongerseweg in Maastricht.
Op zondag 25 oktober 1936 vond de plechtige onthulling van het grafmonument, ontworpen door Charles Vos. Nadat het kerkkoor van de St. Mathias het In Paradiso had gezongen, opende de heer Devens de rij van sprekers met een korte karakteristiek van aalmoezenier Verheggens belangrijke werk.
De voorzitter van het comité, de heer J. Maassen verzocht daarna de deken van Maastricht, mgr Wouters, het monument te willen onthullen. Deze deed dit na een korte rede. Na de onthulling sprak burgemeester Van Oppen.
Voorzitter J. Maassen verzocht de familie het monument te willen aanvaarden. Dit geschiedde bij monde van pater Verheggen C.ss.R, die grote waardering uitsprak voor de wijze waarop het monument tot stand gekomen was.
Na een gezamenlijk gebed volgde een defilé langs het graf door honderden leden uit de arbeidersbeweging werd deelgenomen. [29]
12. GRAFMONUMENT MATHIAS HUBERTUS HOUBEN
Vak R graf 077
Mathias Hubertus Houben werd op 16 oktober 1929 getroffen door een verdwaalde kogel tijdens een uit de hand gelopen actie van de marechaussee op de Statensingel. Deze charge was bedoeld om het oproer tijdens de maanden lange Zinkwitstaking te breken. Mathias Houben overleed vier dagen later zijn verwondingen. Bij deze actie kwam ook de arbeider Hubert Beckers om het leven. [30]
Het Comité Katholiek Maastricht wilde geld inzamelen voor een grafmonument voor de "zoo noodlottig als slachtoffer van zijn plicht om het leven gekomen politieagent Houben". In de vergadering van maandag 11 augustus 1930 werd medegedeels dat de vervaardiging van het grafmonument is opgedragen aan de Maastrichtse beeldhouwer Charles Vos. Het is de bedoeling om het monument op 19 oktober (precies een jaar na zijn overlijden) te onthullen. [30a]
Een hardstenen grafstèle in art-decostijl met in de linkerhelft, een kruis en in de rechterhelft, twee tekstpanelen die op een basement rusten. Het basement is gedecoreerd met florale motieven. Het grafmonument is ontworpen door CharlesVos en uitgevoerd door de steenhouwer Jean Delcourt. [30b]
Op het hoge paneel staat het opschrift:
DOOR KATHOLIEK MAASTRICHT
IN DANKBARE GEDACHTENIS
GEWIJD AAN DEN MAN
GEVALLEN VOOR ZIJN PLICHT
Op het lage paneel:
R.I.P.
MATHIAS HUBERTUS
HOUBEN
GEB. TE SWALMEN
17 MAART 1894
OVERL. TE MAASTRICHT
20 OCT. 1929
ECHT GENOOT VAN
M.H.M. ACHTEN
22.10.1895 31.10.1987
VADER VAN PIERRE JO ANDRE
LID VAN DEN
R.K. POLITIEBOND ST. MICHAEL
Op een later toegevoegde hardstenen plaquette:
JO HOUBEN
27-4-1926
31-1-2000.
13. GRAFMONUMENT PIE DEJONG
Vak V graf 037
Grafmonument met een hardstenen stèle.
Het grafveld is omzoomd door een hardstenen band en hierbinnen is het vlak met kleine granieten keitjes. Aan het hoofdeind staat een hardstenen stèle die samengesteld is uit drie delen. Het middendeel van de stèle steekt iets hoger uit ten opzichte van de twee overhoeks geplaatste zijstukken. [32]
Op de stèle staat een beeldje van een lijdende Christus. Op het middendeel staat in losse bronzen letters het opschrift:
TRUUS
DEJONG
JEUNHOMME
* 1903 † 1982
PIE DEJONG
* 1904 † 1989
Het grafmonument is ontworpen door Appie Drielsma. Het beeldje is echter bronzen afgietsel van een gipsen beeldje van de hand van Charles Vos. Dit gipsmodel bevond zich in de privécollectie van Pie Dejong. Het Christusbeeldje van Charles Vos is uitermate krachtig en expressief en het is daarmee in het oeuvre van Vos opmerkelijke creatie.[33]
Pie Dejong startte na de oorlog in het pand Grote Staat 65 een kunstgalerie voor eigentijdse kunst: Kunstzalen Dejong Bergers. Voor veel kunstenaars was deze galerie in Maastricht in de jaren vijftig en begin jaren zestig van de vorige eeuw de enige mogelijkheid om te exposeren. De galerie had een winkel op de begane grond en twee expositieruimtes op de eerste verdieping. Pie Dejong was een voortreffelijke organisator. Hij werkte samen met de Stichting Scheppend Ambacht en had daarnaast een ballotagecommissie, die lange tijd bestond uit Anneke Swinkels, Petran Vermeulen en Frans Gast.[34]
14. J.H. PARIS
Vak AA graf 059
Het grafmonument bestaat uit een zerk en een stèle van kalksteen. Op de stèle is in het midden een portret van de overledenen in bronsreliëf aangebracht. Rondom dit portret is een lauwerkrans uitgehakt. Deze krans wordt omhooggehouden door twee mannelijke en twee vrouwelijke werklieden die de stèle flankeren. Onder deze krans staan zijn geboorte- en overlijdensjaren: 1873-1939. [35]
Hieronder staat in bronzen letters het opschrift:
J.H. PARIS
HY WERKTE VOOR ZYN
STAD EN VOOR HET VOLK.
UIT VRIJWILLIGE BIJDRAGEN
IS DIT MONUMENT GESTICHT
A.C. DEBATS
1875 1954
Hieronder is een bronsreliëf gemonteerd met het silhouet van de stad onder de rijzende zon met op de voorgrond een jong gezin.
Op de zerk:
WAT GY DE MINSTE DER MYNEN HEBT GEDAAN
HEBT GY MY GEDAAN.
Het graf is ontworpen door Charles Vos, die echter geen signatuur heeft achtergelaten op dit bijzondere monument.
Johannes Hubertus Paris werkte op de aardewerkfabriek Société Céramique. Hij was in 1892 een van de oprichters van de vakvereniging Loon naar Werk, de eerste vakbond in Maastricht. Op 11 november 1918 waarschuwde hij burgemeester Van Oppen dat zijn dagen waren geteld, maar de revolutionaire beweging kreeg in het katholieke zuiden weinig voet aan de grond. Wel kreeg de Sociaal Democratische Arbeiders Partij (SDAP) een jaar later bij de gemeenteraadsverkiezingen een record van negen zetels en samen met de liberalen hadden beide partijen bijna de meerderheid. Van 1919 tot 1934 was Paris voorzitter van de SDAP-fractie in de Maastrichtse gemeenteraad. In deze rol ijverde hij voor samenwerking met de katholieke vakbeweging. Daarnaast was hij bestuurslid van het Burgerlijk Armbestuur en president-commissaris van de Maastrichtse woningbouwvereniging Beter Wonen. Het grafmonument kwam tot stand dankzij een comité van aanbeveling, waarvan oud-burgemeester Van Oppen de voorzitter was. Johannes Hubertus Paris was op 17 februari 1897 in het huwelijk getreden met Anna Catharina Debats, met wie hij vier dochters kreeg. [36]
15. GRAFMONUMENT AGNES THEUNISZ-VAN GOLDE
Vak DD graf 023
Keramisch beeldje
Gesigneerd op de achterkant CH. VOS, niet gedateerd
Op een voetstuk van travertin staat een keramisch beeldje met een voorstelling van een kind dat in zijn armen een kruis en een anker draagt. Het anker is een symbool van de hoop, het kruis symboliseert het geloof en het kindje staat voor de liefde. Het grafmonument werd door Charles Vos gemaakt voor de jonggestorven Annie Theunisz. [37]
Op het voetstuk staat het opschrift:
AGNES THEUNISZ-
VAN GOLDE
* 4 NOV. 1909
†23 OCT. 1986
ANNIE THEUNISZ
* 5 SEPT. 1941
†20 AUG. 1944
FRANS THEUNISZ
* 13-08-1913
†30-08-1995
Op 18 augustus 1944 verschenen even over zes uur ’s avonds twaalf Amerikaanse bommenwerpers boven Maastricht om de spoorwegbrug te bombarderen. Er kwamen bommen terecht in het Roed Dörrep en het Krejje Dörrep alsmede het spoorwegemplacement, de Rema en de Zinkwit. Ongeveer honderd personen verloren bij deze aanval het leven.
Frans Theunisz (1913-1995) met zijn vrouw Agnes van Golde (1909-1986) en hun dochter Annie woonden in de A. Bieleveltstraat 6. Vader Theunisz beheerde de sleutels van de schuilkelder in Roed Dörrep. Bij de nadering van de Amerikaanse vliegtuigen rende hij naar de schuilkelder om die te openen. Zijn dochter, bijna drie jaar oud, rende achter hem aan. Zij werden beiden geraakt in het bombardement. Twee dagen later overleed Annie. De vader overleefde het maar was vier weken zoek.
Charles Vos was bevriend met het gezin Theunisz en maakte het grafbeeld voor het graf van Annie. De ouders zijn na overlijden in dit graf bijgeplaatst. [37a]
Restauratie
Het grafmonument vertoonde een aantal scheuren waardoor voor de levensvatbaarheid gevreesd moest worden.
De Werkgroep Oorlogsgraven benaderde de beeldhouder Tycho Flore uit St. Geertruid om het beeldhouwwerk te restaureren. Samen met restaurateur Menno Alkema zou hij de klus gaan aanpakken.
Begin juni 2018 werd het beeld van zijn sokkel gehaald en naar de werkplaats vervoerd. Op 29 juni werd het herstelde beeld weer op het graf herplaatst.
De scheuren liepen diep in het beeld door. In feite zaten binnenin hele scheurvlakken, veroorzaakt door het onvoldoende aandrukken van de toegevoegde kleistukken gecombineerd met een te lang bakproces op te hoge temperatuur. Dit laatste is te zien aan de diepzwarte kleur van de klei. De scheuren waren dus al vanaf het begin aanwezig. Vuil zette zich vast in deze scheuren en deden hun vernietigende werk verder. Zonder restauratie zou het beeld in stukken uiteen gevallen zijn.
Na uitgebreid overleg werd door de restaurateurs besloten het beeld “in stukken uiteen te laten vallen”. De scheurvlakken binnenin werden schoongemaakt en de brokstukken werden weer aan elkaar gelijmd. Een hele klus, de werktijd was 43 uur.
Na de restauratie ziet het beeld er weer heel mooi. [37b]
Het beeld wordt van de sokkel gehaald (foto's Jef Bartelet)
het beeld in het restauratie-atelier (foto's Jef Bartelet)
het herplaatsen van het beeld (foto's Jef Bartelet)
16. GRAFMONUMENT PETRUS SERPENTI EN MARIA VAN EI]K
Vak EE graf 326:
Op een hardstenen zerk staat een gemetseld muurtje waarin een wit marmeren tekstplaat is opgenomen met het opschrift:
MARIA VAN EIJK
ECHTGEN. VAN P. SERPENTI
* 10 SEPT. 1876
†9 SEPT. 1944.
PETRUS SERPENTIE
Op de steen de tekst:
PETRUS SERPENTIE
27-02-1879
30-06-1956
ECHTGENOOT VAN
MARIA VAN EIJK
Op het muurtje staat een sculptuur van bruin geglazuurd keramiek met een voorstelling van een engel die oprijst uit het water en naar een kruis reikt. Langs het kruis staat een jonge vrouw die zich vastklampt aan Christus. Naast Christus is een klein kindje in de wolken zichtbaar. Het beeld is aan de achterzijde gesigneerd "CH. Vos "[38]
Op de zerk staat het opschrift:
PETRUS SERPENTI
* 27-02-1879
†30-06-1956
ECHTGENOOT VAN MARIA VAN EIJK.
Petrus (Peter) Serpenti was de zoon van Willem Serpenti uit Sittard. Hij trouwde op 15 mei 1878 met Elisabeth Günther uit Maastricht. Peter trouwde op 22 april 1904 met Maria van Eijk. Hun oudste zoon was Wilhelmus Hubertus (Guill.) Serpenti (1906-1982), die in 1948 tot hoofd van decoratieafdeling van de Sphinx werd benoemd.
17. GRAFMONUMENT NOORTJE GORISSEN
Vak FF graf 173 (middenveld)
Geglazuurde keramiek
Gesigneer CH.VOS (op de achterzijde), niet gedateerd
Onder een boogvormige haag staat een beeld van bruin geglazuurd keramiek. Het beeld heeft een basement dat overgaat in een reliëf van een engelenfiguur die oprijst uit de golven.[39]
Op het basement staat het opschrift:
NOORTJE
GORISSEN
*18-6-1945
†17-8-1945.
Voor het beeld ligt een zerk van hardsteen met hierop in losse bronzen letters het opschrift:
MARIA GERTRUDIS
PAULUSSEN
* 16-10-1906 †27-10-1981
GEHUWD 19-6-1932 MET
ANDRÉ GORISSEN
*14-4-1905 †1-3-1983
18. GRAFMONUMENT A. KNIPSCHILD
Vak H H graf 472
Gesigneerd (rechtsonder op een banderol CH. VOS.), niet gedateerd
Een gestileerd hardstenen kruis met in het midden een mauve geglazuurd keramisch tableau met een reliëfvoorstelling van twee mannen die elkaar begroeten. Tussen beide mannen staat een duif met een olijftak en daaronder een krans met in het midden het opschrift: [40]
AAN ONS
ALLER
VRIEND.
Het reliëf is
Op een hardstenen zerk staat het opschrift:
A.KNIPSCHILD
* 1 FEBRUARI 1900
† 17 MAART 1949
A. KNIPA
* 24 OCTOBER1900
†21 SEPTEMBER 1992
Andries Knipschild werd geboren te Maastricht. Hij werkte bij de Bouwvereniging Limburg en was lange tijd bestuurslid van de Rooms Katholieke Bond van Technici. Hij was gehuwd met Wilhelmina Anette Knipa.[41]
19. GRAFMONUMENT THERESIA FOOY
Vak JJ graf 041
Het grafmonument bestaat uit een reliëf van okerkleurig geglazuurd keramiek dat opgenomen is in een smal muurwerk. Aan de voet van dit muurtje zijn twee hardstenen hoekblokken geplaatst. Het reliëfwerk toont een engel met in de armen een klein kindje. Daarboven rijst een vrouw op naar Christus die haar in zijn armen sluit. Aan weerszijden van Christus zijn nog twee kleine engelenkopjes uitgebeeld. Hieronder is in de muur een keramisch tekstplaat opgenomen. Het reliëf is gemaakt door Charles Vos.[42]
Opschrift:
R.I.P.
MYN GOEDE VROUW
EN LIEVE MOEDER
THERESIA FOOY
ECHTGEN. VAN
GUILL. SERPENTI
* 19 JUNI 1908
†4 SEPT. 1948
Op steen het opschrift:
GUILL. SERPENTIE
KUNSTSCHILDER
* 27-03-1906 † 22-06-1982
ECHTGENOOT VAN
GERTHA JONGEN
BEELDHOUWSTER
* 19-03-1920 † 4-11-2002
Theresia Fooy was gehuwd met Wilhelmus Hubertus (Guill.) Serpenti (1906-1982), hoofd van de decoratieafdeling van de aardewerkfabriek De Sphinx.[43]
20. GRAFMONUMENT KITTY NIESSEN
Adres: begraafplaats Sint Pieter Boven
Een kindergraf met beeldhouwwerk.
Kitty werd geboren 21 april 1944 te Helmond. Zij overleed 17 oktober 1947 te Maastricht en werd begraven te St. Pieter.
Op de grafsteen is een voorstelling van een kind dat zich warmt aan het vuur waaruit een duif (de H. Geest) te voorschijn komt.
Op de steen staat onder de afbeelding de tekst:
In Christus vrede
Kitty Niessen
* Helmond 21 - 4 - 1944
† Maastricht 17 - 10 - 1947
Ik zal verrijzen
en met U zijn
in 's Hemels Paradijzen
21. GRAFMONUMENT ROBERT GRAAFLAND
Vak D graf 086
Zandsteen
Gesigneerd (aan de zijkant Ch. Vos), niet gedateerd
Een grafstèle van zandsteen met gebogen bovenrand met een smeedijzeren werkje met in het midden een kruis. Aan beide zijkanten ook smeedwerk. Boven aan is het portret van Graafland uitgekapt.
Daaronder de tekst:
Jhr. Robert. A.A.J.
Graafland
Kunstschilder en illustrator
* Maastricht 26 nov. 1875
† Heerlen 28 apr. 1940
Echtgenoot van mevrouw
Douairière Marie H.L.I.
Duquesne
* Scharn 5 febr. 1881
† Maastricht 6 dec. 1956
Zalig zijn de dooden
Die in den Heer sterven
Van nu af zullen zij uitrusten
Van hun zwoegen want
Hun werken volgen hen
Openb. 14-13
De stèle rust op een brede stenen voetstuk waar in het midden in reliëf het familiewapen van Graafland is weergegeven nl. drie kleine heuveltjes.
Graafland heeft zijn opleiding gevolgd aan de Rijksacademie in Amsterdam.In 1898 solliciteerde Rob Graafland aan het pas opgerichte Stadsteekeninstituut te Maastricht, en nadat hij als tekenleraar was aangenomen, vestigde hij zich in november 1898 in het centrum van Maastricht en een jaar later in Gronsveld, een dorpje niet ver van Maastricht. De andere twee docenten aan het Stadsteekeninstituut waren Frans van de Laar en Willem Sprenger. In 1901 richtte Rob Graafland in samenwerking met het Stadsteekeninstituut de Zondagsschool voor Decoratieve Kunsten op. Op 19 augustus 1902 trad Rob Graafland in het huwelijk met Maria Duquesne. In 1905 ondernam Graafland een reis naar Amerika. Na diverse verhuizingen ging hij tenslotte in St. Pieter wonen (dorpje tegen Maastricht aan). Met andere kunstenaars richtte hij in 1910 de Limburgsche Kunstkring op. Na de Eerste Wereldoorlog brak voor hem een zware tijd aan, hij kreeg depressies en werd ziek. Hij stierf in 1940. De "klas van Graafland" is nog altijd een begrip in Maastricht.[44]
Vos heeft het hoofd, met overgang naar romp, van een op leeftijd zijnde Robert Graafland in reliëf gekapt. Graafland is "en profil" naar rechts afgebeeld, voorzien van een grote gleufhoed. Hij is een brildragend en heeft een snor overgaande in een sik. Hij heeft een colbertjasje met daaronder een overhemd met een vlinderstrik aan.
22. IETEKE DRESEN
Vak N graf 444
Een hardstenen stèle
Gesigneerd (aan de linkerzijkant CH. VOS), niet gedateerd [1940]
Afmetingen: hoogte 95cm, breedte 56cm en diepte 14,5cm
De stele is geplaatst in 1940 op het graf, aangevuld met een zerk die in 1981 geplaatst is bij het overlijden van Lies Dresen van Hooff.
De stèle rust op een tweetal hardstenen platen van ongelijke grootte die aan voorzijde aan beide uiteinde zijn afgesneden, aan de voorzijde een stenen kruisje.
De stèle is vervaardigd door Charles Vos.
Centraal is het bovenlichaam van een jong meisje geplaatst, uitgebeeld als engel met een tweetal vleugels. Zij houdt haar hoofd iets naar rechts gebogen, met aan de rechterzijde een grote strik in haar haar. Met de rechterarm maakt zij een zegenend gebaar, in de andere hand houdt zij een palmtak vast. Onderaan ligt nog een palmtak. Rechts van haar is een duif afgebeeld met een palmtak in de bek.
De tekst op de stèle luidt: (de tekst is erg verweerd)
IETEKE DRESEN
25 mei(?) 1936
21 februari 1940
Rust zacht lieve zuske
Je leven was kort doch
Enkel zonneschijn
Veel leed bleef je bespaard
23. Ontwerp voor een grafmonument voor vijf gesneuvelde Nederlandse militairen in de Tweede Wereldoorlog [45]
Ontwerptekening
Het grafmonument is niet gerealiseerd. De ontwerptekening kan gedateerd worden einde 1940. [46]
Charles Vos heeft een ontwerptekening gemaakt voor een grafmonument bestemd voor een vijftal militairen die in de eerste dagen van de Tweede Wereldoorlog zijn gesneuveld.
Dit betrof:
Naam |
Geb. datum |
Geb. plaats |
Plaats
overlijden
|
Datum overlijden |
Datum van begraving |
Grafnr. |
Detrie A.A.H. |
16-09-1911 |
Meerssen |
Maastricht |
10-05-1940 |
22-05-1940 |
D5* |
Overhof F.X. |
25-11-1908 |
Maastricht |
Arnhem |
17-05-1940 |
22-08-1940 |
D6* |
Theunissen W.P.M. |
26-08-1920 |
Maastricht |
Bleiswijk |
10-05-1940 |
09-07-1940 |
D4* |
Walraeven P.L. |
30-01-1909 |
Amsterdam |
Sittard |
10-05-1940 |
05-09-1940 |
D1* |
Wunnik van H.L. |
04-01-1920 |
Maastricht |
Rotterdam |
15-05-1940 |
05-09-1940 |
D2* |
*Na de oorlog van vak D overgebracht naar de huidige ere-rotonde
De ontwerptekening bestaan uit een tweetal delen. In het onderste deel is een situatieschets gemaakt. Links zijn een tweetal graven weergegeven, rechts een drietal graven. In het middenperk was waarschijnlijk een herdenkingsmonument gepland.
In het bovenste gedeelte van het ontwerp zijn een drietal monumenten uitgewerkt. Het middelste betreft wellicht het herdenkingsmonument voor het middenperk. Op een vierkante blok met kleine kantelen is een tap stoelopende zuil geplaatst met bovenaan de Maastrichtse stadsster. Onder de stadsster is ruime vrijgelaten, misschien voor de plaatsing van een gedenktekst. Links en rechts hiervan twee ontwerpen voor een grafmonument, met op beiden de naam van een omgekomen militair met geboorte- en sterfdatum. Het ligt voor de hand dat alle vijf de graven eenzelfde grafmonument zouden krijgen. Dit zou impliceren dat gekozen kon worden uit een van de twee ontwerpen. [47]
De ontwerpen bovenin hebben een schaal van 1 op 10; in het onderste deel een schaal van 1 op 50. Onder het linker grafmonument nog de tekst “borduren 10X10”.
Detrie[48]
Het Duitse aanvalsplan voor mei 1940, genaamd Fall Gelb, voorzag in een snelle overrompeling van Nederland, België en Frankrijk. De Duitsers wilden in hoog tempo doorstoten naar het Kanaal.
In het plan hadden de veroveringen van de bruggen over de Maas en Juliana- en Albertkanaal een prominente plaats.
Voor de Duitsers vormde Maastricht verreweg het belangrijkste doel tijdens hun opmars door Zuid-Limburg. Hun plan omvatte een sabotage-actie, een aanval door in Nederlandse uniformen geklede Sonderverband Hocke (wielrijders en motorrijders) gevolgd door het optrekken van een gepantserd commando.
De Nederlandse verdediging rond Maastricht bestond slechts uit dertien gevechtsposten bij de bruggen en de belangrijkste toegangswegen, gesplitst in buiten- en binnenkring. Het doel was de Duitse opmars middels het opblazen van de bruggen te vertragen.
Omstreeks 03.15u naderde een motorpatrouille van Hocke het bruggenhoofd bij Borgharen. Zij stuitten op een sectie infanterie onder bevel van luitenant Van Langeveld. De oeververbinding mocht niet opgeblazen worden daar de explosie de sluis zou vernielen.
Door de Duitse aanval raakte de bediening van twee mitrailleurs als spoedig in een benarde positie. Sergeant Van der Broek met de soldaten Brands en Detrie probeerden over het kanaal terug te gaan, maar de kogels kletterden reeds op het brugdek. Ze daalden toen de steile trap af, die van de hoge oprit naar het basisplatvorm van de oostelijke sluittoren voerde, die echter afgesloten was. Terwijl de Duitsers de sluis doorzochten, pakte Detrie zijn geweer en ging de trap op naar boven. Boven gekomen werd hij meteen doodgeschoten waardoor hij naar beneden viel.
Het is de Duitsers niet gelukt de brug of de sluis te nemen. Na enkele vergeefse aanvallen verdween hij in zuidelijke richting.
Detrie, geboren in Meerssen, was getrouwd en woonde op het Orleansplein in Maastricht. Hij overleed op 10 mei bij de verdediging van zijn woonplaats.
Walraeven
Bij Born/Grevenbicht was een grote schutsluis in het Julianakanaal met een bijbehorende brug. Deze kon niet worden vernield zonder het waterpeil in het kanaal dramatisch aan te tasten. Daarom was een relatief zwaardere verdediging voorbereid. Deze kon van twee stukken PAG en drie zware mitrailleurs (in kazematten 61, 62 en 63) gebruik maken. Voor de brug lag een bolwerkje met drie lichte mitrailleurs als voorverdediging. De brug was van een aspergeversperring voorzien. De leiding was in handen van de reserve 1e luitenant Bekkering. Nadat de aanval van de voorste Duitse stoottroepen waren afgeweerd, ontwikkelde zich een pittig gevecht, dat uiteindelijk door de Duitse hoofdmacht met geschut werd ondersteund. Uiteindelijk werd het zo zwaar dat de luitenant de sectie met ondersteuning liet terugtrekken en zelf met acht man achterbleef om die terugtocht te dekken. Bij die laatste verdediging, die nog enige tijd standhield, raakte de soldaat Walraeven zwaar gewond. Hij werd afgevoerd en overleed dezelfde middag te Sittard in het ziekenhuis. [49]
Van Wunnik
De gelegenheidscompagnie van de Afdeling Mariniers Rotterdam, onder kapitein der mariniers W.Schuiling, kreeg opdracht de Willemsbrug in Rotterdam vijandvrij te maken. Doel daarna was de brug voor te bereiden voor vernietiging nadat deze door het schoonvegen van vijand benaderbaar zou zijn geworden voor genisten. Deze eenheid zou worden ondersteund door een gelegenheidscompagnie van het Marinedepot, bestaande uit mariniers (zowel van het Marinedepot als de Afdeling) en marinedepottroepen onder de kapitein J.J.A. Keuchenis. De beide compagnieën zouden in samenhang optreden en vertrekken van het Beursstation, op enige afstand van de spoorbrug. De operatie moest bij ochtendschemer (13 mei) plaatsvinden. Omdat de compagnie van het Marinedepot was vertraagd trok de compagnie Schuiling reeds op. Schuiling liet drie secties via de Gelderse Kade trekken en één diende via de Wijnhaven en de Boompjes onder de brug te komen en vandaar via de trappenhuizen op de Willemsbrug te geraken. Onbekend was men met het gegeven dat het gebouw van de Levensverzekeringsbank op het noordelijk landhoofd nog steeds vast in Duitse handen was. Men zou zich dus op de brug wagen met vijand voor en achter zich. De drie secties bij de Gelderse Kade liepen vast op Duits vuur, maar de sectie die via de Wijnhaven ging kon ongehinderd de bruggewelven bereiken en bij de trappenhuizen aan weerszijde van de brug komen. Een deel van de sectie bleef onderdeks, een ander deel ging aan beide zijden de brug op. Daar ontstond een hels vuurgevecht met Duitsers in het gebouw van de Bank (achter de mariniers) en met Duitsers op het Noordereiland (voor hen). Bij die gevechten sneuvelden verschillende mariniers, terwijl de overlevende zich wisten terug te trekken onder de bruggewelven of middels een luik in het brugdek, onder de brug bij een van de pijlers. De compagnie Keuchenis wist in een latere fase aansluiting te vinden bij delen van de compagnie Schuiling onder de brug, waarna een urenlang vuurgevecht met de Duitsers in met name het Bankgebouw voortduurde. Aan beide zijden werden gevoelige verliezen geleden.
Marinier Van Wunnik behoorde tot de compagnie Keuchenius en kwam in latere fase onder de gewelven van de brug terecht. Hij werd tijdens een hevig vuurgevecht in het hoofd dodelijk getroffen bij de brug, op de Boompjes.
Kapitein Keuchenis stuurde op 12 juni 1940 een persoonlijke brief aan de familie: 'Hij is voor den vijand gesneuveld op 13 mei (maandagmorgen) op de Boompjes. Een schot door het hoofd heeft hem, zonder dat hij heeft geleden, dadelijk gedood. Hij viel in mijn onmiddellijke nabijheid”. [50]
Theunissen
De 1e Verlichtings Afdeling, onder leiding van Kapitein G. van Loon, kon worden ingezet voor gevechtsverlichting. De afdeling werd ingezet in de Noordpolder in Berkel. Bij de gevechten sneuvelden aan Nederlandse zijde Jan Baas uit Bunschoten en Willem Theunissen uit Maastricht, de laatste dienstplichtig soldaat bij het Depot Wielrijders. Zij werden eerst begraven in Bleiswijk, maar werden later herbegraven in hun woonplaats. [51]
Overhof
Bij de gevechten bij Rhenen op de Grebbeberg raakte Overhof gewond en overleed in het St. Elisabethziekenhuis te Arnhem. [52]
foto Harrie Bergers
24. Grafmonument familie Claessens
Begraafplaats Sint Pieter Boven (vak R)
Op een grondplaat staat een rechthoekige sokkel waarop de afbeelding is geplaatst
Steen
Niet gesigneerd, niet gedateerd
De afmetingen van de sokkel zijn: hoogte 69cm, breedte 55cm en diepte 56cm. Op de sokkel staat de beeldengroep met de afmetingen: hoogte 137,5cm, breedte 53cm en diepte 51,5cm
Op de grondplaat staat de tekst:
Aggie Claessens
* 7-7-1943 †7-10-2002
Roger Claessens
* 4-1-1947 †25-6-2017
Op de voorzijde van de sokkel staat de tekst:
R.I.P.
Giel Claessens
* 17-3-1913
†29-10-1960
ꝏ
Annie
Wackerzapp
* 5-11-1916
†23-3-1997
De ouders van Gerardus Wilhelmus Hubertus Claessens waren Gerardus Matheus Hubertus Claessens (21 februari 1881 te St. Pieter, 31 december 1947 te Maastricht) en Maria Agnes Sistermans (23 juli 1874 te Heer, 5 augustus 1946 te Maastricht). Zij huwden op 29 april 1911 te Heer.
Giel werd geboren op 17 maart 1912 (op de steen staat 1913) in de Rechtstraat 93 te Maastricht. Hij huwde Catharina Wackerzapp (5 november 1916 te Maastricht – 23 maart 1987 te Maastricht) op 29 juli 1938 (kerkelijk huwelijk 1 augustus 1938). Bij zijn huwelijk was hij handelsvertegenwoordiger en later werd hij winkelier.
Hun kinderen Aggie en Roger werden na hun overlijden bijgezet in het graf van hun ouders. [53]
Rechts (voor de toeschouwer) staat Christus die herrezen is. Slechts gekleed met een lendedoek kijkt Hij omhoog, met zijn rechterarm een zegenend gebaar makend. In zijn andere hand heeft hij een kruis. De stigmata zijn duidelijk zichtbaar
Onder zijn omhoog geheven arm staat “en profil” een vrouw, met een lang bruin kleed, die in haar handen een kelk met hostie omhoog houdt. Links beneden is een engel met vleugels die een banderol met de tekst “resurrexit” (verrezen) vasthoudt.
Aan de zijkant staat een vrouw, nederig omlaag kijkend, die op borsthoogte met haar beide handen een schild vasthoudt. Voor haar zit een kind met in haar handen een banderole met de tekst “miserere nobis” (ontferm U over ons).
De achterzijde is deels uitgehold waarin een kruis is uitgebeeld. Aan beide zijden van het kruis vliegt een vogel.
25. Grafmonument Eberhard
Vak P graf 070
Op een drieledig hardstenen basement staat een beeld van Christus Salvator. Het beeld is in gegoten kunststeen, naar een ontwerp van Charles Vos [54] en uitgevoerd door J. Eymael te Wyck in Maastricht. [55]
De tekst:
IN MEMORIAM / HENRI A.J. EBERHARD / *14 JUNI 1907 / †12 JULI 1950 / ECHTGENOOT VAN / M.H. VERHAEGH / * [7-10] 1909 - † [27-6] 1998.
Henri Antoine Joseph Eberhard was apotheker. Guillaume Eberhard, de schilder, was zijn neef. [56]
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog werd hij samen met negen andere mannen door burgemeester van Michiels van Kessenich op last van de Duitse bezetter als gijzelaar aangewezen. De gijzelaars zaten in hotel Rosier in Wyck en in hotel De Lévrier et de l’Aigle Noir aan de Boschstraat. Na de oorlog was Michiels van Kessenich kandidaat voor de post van minister van Binnenlandse Zaken, maar de gijzelingsaffaire gooide roet in het eten. De benoeming ging niet door; hij bleef tot 1967 burgemeester van Maastricht. [57]
De Verlosser is staande “en face” afgebeeld met zijn hoofd naar links beneden gericht. Hij draagt een ruim plooiende mantel die het bovenlichaam onbedekt laat. Zijn linkerarm hangt langs zijn lichaam met geopende hand. In de andere hand houdt hij een klein kruisje. De stigmata op zijn lichaam is goed zichtbaar.
26. Grafmonument Thewissen
Vak J graf 130
Op een zerk is een stèle geplaatst waaraan bovenaan in het midden een uitsparing is gelaten om een bronzen beeld van de Sterre der Zee in te plaatsen.
BID VOOR DE ZIEL VAN ZALIGER / MARIE HUBERT FRANCOIS / THEWISSEN / GEB. EN OVERL. TE MAASTRICHT / 10 OCT. 1863 - 14 AUG. 1936 / EN ZYNE ECHTGENOOTE / MARIA HELENA DANIELS /
GEB. EN OVERL. TE MAASTRICHT / 12 OCT. 1865 - 8 OCT. 1943
Op zerk:
CECILE THEWISSEN / -SEVENANTS / *23-12-1929 †17-5-2010
TONNY THEWISSEN / *5-4-1927 †21-6-2014
O.L.V. STERRE DER ZEE / BID VOOR ONS
Op de golven beneden is een schip (rechts voor de kijker) afgebeeld. Boven aan de hemel staat een ster met een drietal stralen naar rechts en links (schuin naar beneden). Met de golven en stralen is de Sterre der Zee bevestigd aan de stèle.
Tegen de achtergrond van de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek in Maastricht is de Sterre der Zee uitgebeeld. Het is een getrouwe kopie van het beeld in de bovengenoemde kerk.
27. Grafmonument Pinckaers – Dassen
Vak P graf 018
Op een stèle van travertin is de opstanding van Maria uitgebeeld. [58]
De tekst:
IN MEMORIAM / THERA PINCKAERS - DASSEN / GEB. 9-3-1927 OVERL. 30-3-1950 / JAN PINCKAERS / GEB. 11-4-1920 OVERL. 19-6-1992/ MIET PINCKAERS/ -PLASSCHAERT / GEB. 9-1-1937 OVERL. 22-9-2009
Jan Pinckaerts was longspecialist verbonden aan het Weverziekenhuis in Heerlen. Samen met dr. F. Buytendijk behandelde hij veel oud-mijnwerkers die silicose en door emfyseem aangetaste longen hadden. Hij was geboren in Maastricht alwaar hij actief was in veel besturen van culturele instellingen. [59]
Maria is “en face” staande afgebeeld. Over haar kleed draagt ze een openvallende mantel die door de twee engelen rechts en links van haar wordt vastgehouden. De engelen staan de op de stèle. Hun blik is omhoog gericht op Maria.
28. Grafmonument Hoeberechts – Alards
Vak O graf 065
De tekst:
IN MEMORIAM / DR. EUGENE HOEBERECHTS / GEB. TE MAASTRICHT 14 NOV. 1870 / OVERL. ALDAAR 7 MEI 1924 / WELDOEND EN GENEZEND GING HIJ ROND / EN ZIJN ECHTGENOTE / JEANNE HOEBERECHTS - ALARD / GEB. TE MAASTRICHT 14 SEPT. 1874 / OVERL. TE MEERSSEN 4 DEC. 1950
Een imposante grafstèle in beton uitgevoerd voorstellende Christus, staande voor een kruis, die zijn armen uitstrekt naar een zestal personen, een drietal links naast hem staande en de andere zijde naast hem. Christus kijkt strak voor zich uit. De personen kijken allen naar hem op. Dit is een vroeg werk van Vos, in samenwerking met architect A. Boosten. Er zijn veel overeenkomsten in stijl waar te nemen met diverse Heilig Hartbeelden uit die periode (begin jaren twintig van de vorige eeuw).
Mosvorming tast de kwaliteit van het beeld aan.
29. Grafmonument Froeling – Rutten
Vak F graf 327B
Een zerk met stèle van hardsteen. De rechterzijde van de stèle wordt gevormd door een kruis, onderaan de stèle staat een tekst. Centraal een marmeren afbeelding van Christus met knielende vrouw. De vrouw kijkt omhoog naar de Heer die haar aankijkt. Met zijn rechterhand heeft hij de uitgestrekte linkerarm van de vrouw vast
Links onderaan op de marmeren plaat staat: ONTW. CH. VOS / UITV. PIETERS. [60]
De tekst:
FAMILIE / FROELING - RUTTEN / HIER RUSTEN / JOHAN .A.F. / FROELING / KOLONEL DER INFANTERIE / * 2-8-1871 / † 9-7-1934 / + / M.H.PH. ESTHER / FROELING-RUTTEN / * 27-8-1879 †22.3.1966 / + / HUN KLEINZOONTJE JOHAN FROELING / * 2-10-1939 † 4.10.1939
[1] Paulussen, Charles Vos, beeldhouwer te Maastricht, Maastricht 2002 (CD-rom)
[2] Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988; De Tijd 4 en 12 april 1955, Limburgs Dagblad 12 april 1955
[3] Paulussen, Charles Vos, beeldhouwer te Maastricht, Maastricht 2002 (CD-rom); Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012; email Birget Quassabi-Dierick (dochter van Jeanne Marie) 12 en 13 januari 2013; email J.I. Vos 12 oktober 2013.
[4] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[4a] Email Birgit Quassabi-Dierick (dochter van Jeanne Marie) 12 en 13 januari 2013
[5] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[6] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[6a] Mey. J. v.d., Naar een kerkelijke beeldhouwkunst in Het gildeboek, jrg. 12, nov 1929, nummer 3-6. Blz 172-199
[7] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[8] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[9] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[10] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[11] Noten, Tuinen van Stilte, Maastricht 1998
[12] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[13] www.kunstbus.nl, juli 2009
[13a] Email Karel Post 31 mei en 1 juli 2016
[13b] Collectie van der Zander-Jonas collectie Mekking Email A.J.J. Mekking van 10 oktober 2011, collectie Karel Post 31 mei en 1 juli 2016; collectie Peters Smeets, Bonnefantenmuseum
[14] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[15] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[15a] Limburger Koerier 30 oktober 1920
[15b] Limburger Koerier 30 oktober 1920
[15c] Minis, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen, gids voor de algemene begraafplaats van Maastricht, Maastricht 2012
[18] Wikipedia, juli 2009
[19] Noten, Tuinen van Stilte, Maastricht 1998
Dickhaut, Jos Postmes 1896-1934 kunstenaar en promotor van het kunstonderwijs in Maastricht, Vierkant Maastricht 25, Maastricht 1997
[20] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[21] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[22] Mededeling 20 maart 2008 van mevr. N.Backerra
[23] www.grafmonumentensintpieter.nl/grafmonumentenclosset.htm (deel 2), december 2008
[24] Noten, "Jao diech höbs us aon 't hart gelege", het leven van Fons Olterdissen, Maastricht 1996, blz. 143
[25] Noten, "Jao diech höbs us aon 't hart gelege", het leven van Fons Olterdissen, Maastricht 1996, blz. 143
[26] Noten, "Jao diech höbs us aon 't hart gelege", het leven van Fons Olterdissen, Maastricht 1996, blz. 18-19
[27] Noten, "Jao diech höbs us aon 't hart gelege", het leven van Fons Olterdissen, Maastricht 1996, blz. 143
[28] Ubachs en Evers, Historische encyclopedie Maastricht, Zutphen 2005
[29] Maastricht, in memoriam pastoor Verheggen in De Nieuwe Koerier van 26 oktober 1936
[30] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[30a] Limburger Koerier 13 augustus 1930; Limburgsch Dagblad 12 augustus 1930
[30b] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[31] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[32] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[33] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[34] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[35] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[36] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[37] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[37b] Het restauratieverslag is samengesteld aan de hand van de emails van Jef Bartelet ( 3 en 29 juni 2018)
[38] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[39] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[40] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[41] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[42] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[43] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012
[44] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012; www.robgraafland.nl
[45] Met dank aan Harrie Bergers die het ontwerp heeft gevonden in het archief.
RHCL: gemeente Maastricht, Secretarie, 20.007C, inv.nr. 1625 (=doos 1625).
map-1.776.1 lijkbezorging
07. verzorging graven militairen van diverse nationaliteiten
[46] Email Jef Bartelet. 8 september 2015. De datering eind 1940 is de meest waarschijnlijke. In 1941 werd sergeant Bex op dezelfde locatie begraven waar ook de vijf andere militairen liggen, later nog gevolgd door twee anderen.
[47] Dank aan Jef Bartelet voor de hulp bij de interpretatie van het ontwerp (email 8 september 2015)
[48] Gebaseerd op:
Brongers E.H., Een dag oorlog in Zuid-Limburg, Baarn 1973, blz. 83-101
Bartelet Jef, Maastricht oorlogsgedenktekens, Maastricht 2014, blz. 172-179
Dagblad de Limburger 3 september 2015, Rieu en Beauriex wel, Detrie niet
[54] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012, blz. 285
[56] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012, blz. 285
[57] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012, blz. 285
[58] Minis schrijft dat het beeld vervaardigd is door Jef Eymael (Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012, blz. 282)
[59] Minis en Evelein, Als de stemmen zwijgen spreken de stenen; Gids voor de Algemene Begraafplaats van Maastricht (1812-2012), Maastricht 2012, blz. 282