www.charlesvos.nl

DefaultCms2CmsCategory

DefaultCms2CmsCategory (310)

dinsdag, 28 december 2010 07:21

Huwelijksbootje (Kalfstraat)

HUWELIJKSBOOTJE (Kalfstraat)
Kalfstraat 12 6213 GW Maastricht
Gevelsteen
Geglazuurd aardewerk
Niet gesigneerd, niet gedateerd [omstreeks 1940]
 
Het scheepje, met links beneden een groot anker,  met een vol zeil bevindt zich op woelige wateren. Een duivel probeert aan de achterzijde van het schip aan boord te klimmen.
Recht boven staat een stralende zon. Aan de andere zijde is in de wolken Maria met haar Zoon, die een zegenend gebaar maakt. Achter Moeder en Kind is de vijfpuntige ster van Maastricht.
 
ospm37a
dinsdag, 28 december 2010 07:19

Au Mouton Blanc (Kersenmarkt)

AU MOUTON BLANC (Kersenmarkt)
Kersenmarkt 10 Maastricht
Het oorspronkelijk schaap stond op zijn vier poten. Bij het aanbrengen van een reclamebord schijnen de poten kapot te zijn geslagen. Charles Vos restaureerde het schaap in een rustende stand. [1]
 
ospm36a
 

[1] Mes, Gebeiteld & Verguld, gevelstenen in Maastricht, Vierkant Maastricht 18, Maastricht 1991, blz. 116 en Offermans G.A.M., Gevelstenen in Nederland, Zwollen 1986, blz. 29

Nicolaas en Onze-Lieve-Vrouw (Plankstraat)

Plankstraat 23, Maastricht
Reliëf in steen
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1951]
 

Op 6 december 1951, de feestdag van de heilige Nicolaas werd na afloop van de plechtige Hoogmis in de O.L.-Vrouwebasiliek in de gevel van de in aanbouw zijnde nieuwe pastorie een gedenkteken geplaatst pastoor Bernardus Janssens . Deze pastorie was oorspronkelijk de pastorie van de St. Nicolaaskerk geweest. Zij werd tijdens de Tweede Wereldoorlog door een bom vernield. De herbouw geschiedde volgens plannen van architect Muré en de uitvoering was in handen van de aannemer Godfroy. Muré en Godfroy gaven de gedenksteen cadeau. [1]

In een omkadering staat de heilige Nicolaas (links), die een model van de pastorie aanbiedt aan Maria die in een zetel (rechts) zit. Onder de afbeelding staat de tekst:
SANCTISSIMEA VIRGINI DOMUM REFECTAM (links)
OFFERENTEM BEATUM NICOLAUM (boven)
POSUIT BERNARDUS JANSSENS PAROCHUS (rechts)
SEXTO DECEMBRI MCMLI (onder)
Links onder de St. Nicolaaskerk (de naam op de banderole eronder). In het midden de liggende steen van de Maastrichtse stadsster. Rechts onder de OLV-kerk (de naam op de banderole eronder). De voorstelling is geïnspireerd op het beroemde Heimo-kapiteel in het koor van de Onze-Lieve-Vrouwekerk.
De gedenksteen werd in 1986 herplaatst in de zijgevel van hotel Derlon, aan de zijde van de Plankstraat.[2]

 

ospm34a

 

Model Nicolaas en Onze Lieve Vrouw
Particulier bezit
Gips, bruin gepatineerd
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1951]
Afmetingen: hoogte 64cm, breedte 54cm en diepte 9cm
De definitieve uitvoering is gelijk aan het model.
23122z

 


[1] De Tijd 5 december 1951
[2] Mes, Gebeiteld & Verguld, gevelstenen in Maastricht, Vierkant Maastricht 18, Maastricht 1991, blz. 116
GRAFMONUMENT H.J. STINS (Begraafplaats, Heerlen)
R.K. Begraafplaats Akerstraat Heerlen
Hermanus Josephus (roepnaam: Herman) Stins is geboren te Dokkum op 15 februari 1877 en overleden te Heerlen op 27 april 1932.
 
Stins was de oudste uit een gezin van acht kinderen. In 1887 verhuisde het gezin, door de economische situatie gedwongen, naar de textielstad Enschede, waar Stins nog twee jaar lager onderwijs volgde. Ondanks aandringen van de hoofdonderwijzer lieten de gezinsomstandigheden geen vervolgonderwijs toe. Een dag nadat Stins twaalf jaar was geworden, openden zich voor hem de fabriekspoorten om als wever te worden opgeleid. De zware fabrieksarbeid verhinderde Stins niet om zich op de avondschool verder te bekwamen
Hij toonde interesse voor de drankbestrijding en de opkomende vakbeweging. Beslissend in zijn keuze voor de katholieke arbeidersbeweging was zijn contact met de jonge Enschedese kapelaan dr. Alfons Ariëns. Stins werd een groot bewonderaar van Ariëns, die zijn leider en raadsman zou worden. Hij werd voorzitter van de R.K. Twentsche Katoenbewerkersbond  "St. Severus" en was in deze functie betrokken bij de oprichting van de Nederlandsche Christelijke Textielarbeidersbond "Unitas'.
Hij kwam hiermee midden in de felle strijd over het vraagstuk van het interconfessionalisme, die zijn leven voor een belangrijk deel zou gaan bepalen. Het was vooral de RK kerk die zich hiertegen verzette. De relatie tussen Unitas en de katholieke geestelijken zou vanaf 1902 snel slechter worden.
Stins kwam in de periode na 1909 in een isolement terecht dat een definitief karakter kreeg toen het episcopaat in 1912 de katholieken verbood nog langer lid te zijn van Unitas.
Door bemiddeling van H. Poels werd de bisschoppelijke instemming verkregen om Stins te benoemen tot gesalarieerd propagandist van de Algemeene Bond van Christelijke Mijnwerkers (ABCM) in Heerlen. Stins toonde zich hier opnieuw een leider met grote organisatorische gaven.Hij leidde de kleine vakorganisatie door een moeilijke crisisperiode in de eerste helft van de jaren twintig heen en bouwde haar uit tot een grote vakvereniging.
Naast zijn vakbondswerk was Stins in Heerlen actief in de politiek. Hij werd op 22 mei 1919 geïnstalleerd als gemeenteraadslid en op 6 september 1927 volgde zijn benoeming tot wethouder van bedrijven. Hij zou dit tot zijn dood blijven. [1]
 
Op zondagmiddag 5 maart 1933 vond op de RK Begraafplaats aan de Akerstraat te Heerlen de onthulling en overdracht plaats van het gedenkteken dat door de Nederlandse RK Mijnwerkersbond aan de familie van Stins werd aangeboden.
Bij deze plechtigheid was het voltallige bestuur van de Mijnwerkersbond en haar geestelijk adviseur Dr. Poels, alsmede vele mijnwerkers aanwezig.
De voorzitter van de Bond, Jos. Pelzer, hield een toespraak. Hij riep de toehoorders op "in den geest van Stins 'n ander monument te bouwen in den vorm ener grootsche Katholieke mijnwerkersorganisatie met een gelijkberechtigde positie in het sociale leven". Daarna droeg hij het monument over aan de kinderen van de overleden voorzitter. Na een gezamenlijk gebed, geleid door Dr. Poels, dankte de zoon voorhet monument en zei "dat het aan eerbiedigen zorg der familie zou worden toevertrouwd". [2]
 
Boven op het monument staat een kruis als symbool van de opstanding. In het midden is een bronzen plaquette met een buste van Stins met links van het kruis uitgehakt van twee treurende mijnwerkers met een knielende vrouw. Aan de rechterzijde is een bronzen plaquette met het Bondsinsigne.
De tekst op het graf luidt:
De Katholieke mijnwerkers, aan de gedachtenis van Herman Jozef Stins.
 
 
orml29a orml29b 
 

 

orml29c

 

orml29d orml29e

orml29f


[1] www.iisg.nl, december 2010
[2] Monument H.J. Stins. Overdracht aan de familie in De Nieuwe Koerier van 6 maart 1933
VENLONA PLAQUETTE (VENLONAZAAL, VENLO)
Locatie: Venlonazaal, Hogeweg 10-16, 5911 EB Venlo
Bronzen plaquette
Niet gesigneerd, gedateerd 1925 [1]
Het mannenkoor Venlona werd opgericht op 20 augustus 1900 door Willy Geyr, die organist was van de St. Martinuskerk. Tijdens de oprichtingsvergadering meldden zich 47 heren spontaan als lid, maar bij het eerste concert dat op 13 februari 1901 onder leiding van Geyr werd gegeven, waren al 115 mensen toegetreden. [2]
Sinds de oprichting van de vereniging werd de bovenzaal van National (van de restaurateur de heer Pillen) gebruikt als repetitieruimte. Enerzijds was de zaal te klein, anderzijds moesten repetities worden afgelast wanneer de zaal om commerciële redenen verhuurd was.[3] Daarnaast waren vaak moeilijkheden met de leiding van het Concertgebouw bij de voorbereidingen van de concerten.[4]
De behoefte aan een eigen zaal nam toe. Onder leiding van P. Thywissen, de president en mede-oprichter, werd een commissie gevormd die zou uitzien naar een geschikt pand. Pas in september 1921 slaagde de opzet met de aankoop van de voormalige zaal Apollo aan de Hogeweg 10. Ir. Kayser kreeg de opdracht om een ontwerp te maken en in maart 1922 vond de aanbesteding plaats. Men richtte een rechtspersoonlijkheid op onder de naam "Vereeniging tot exploitatie van Venlona's zaal". Het lag eerst in de bedoeling om het gebouw alleen  als repetitiezaal te gaan inrichten. Maar door enige verbouwingen en verbeteringen zou het geschikt gemaakt kunnen worden als sociëteit. De opening vond plaats op 30 juli 1922 door burgemeester B. Berger.[5]
Om het zilveren jubileum te gedenken hadden de zangers in april 1925 een plaquette met de portretten van president-oprichter Paul Thywissen en de directeuren Willy Geyr (1867-1954) en Kees de Rooy (1886-1939) aan het bestuur aangeboden.
Op 15 augustus 1925 begon het eigenlijke jubileumfeest met een uitgebreide aubade aan praeses Thywissen. Een dag later zong het kerkkoor St. Martinus de plechtige feestmis van
M. Flikke waarna Venlona een Te Deum voor koor, klein koor en orgel uitvoerde. Daarna volgde er een receptie en ter afsluiting was er een gezellige avond voor leden en donateurs. Eregast op de receptie was Willy Geyr, de eerste dirigent en medeoprichter. [6]
De vereniging bleef steeds gebruik maken van het gebouw aan de Hogeweg, soms verhuurd dan weer in eigen exploitatie. Ook diverse verbouwingen vonden in de loop van de tijd plaats. In 1992 is het gebouw verkocht maar wordt nog steeds door de vereniging gebruikt. [7]

De plaquette is van brons en rechthoekig. De onderzijde is licht golvend en de hoeken onderaan zijn afgesneden. Centraal in het bovenste deel  is de portretbuste (uitstekend aan de bovenzijde) van de heer Paul Thywissen (medeoprichter en president). Hij is frontaal afgebeeld met de tekst er onder "PAVL.THYWISSEN". Links van hem de portretbuste van Willy Geyr (medeoprichter en directeur). Hij is "en face" naar rechts afgebeeld met onderaan de tekst "W.GEYR". Rechts van de heer Thywissen is de portretbuste van Cees de Rooy. Hij is "en face" naar links afgebeeld. Onder zijn beeltenis de tekst "C. DE ROOY".

Linksonder is het wapen van Venlo afgebeeld. Het bestaat uit een schild met een gekroonde leeuw, getongd van keel met ter rechterzijde een afgebroken dubbele staart. Onder de leeuw is een anker met verkorte stang afgebeeld. Het schild wordt aan weerszijden vastgehouden door een geharnaste ridder met sjerp. In de buitenste hand houden zij een banier vast waarop het wapen wordt weergegeven. Onder het schild de tekst "VENLO". Het wapen is een combinatie van het wapen van Gelre, waaronder Venlo sinds 1300 ressorteerde, en het symbool van de scheepvaart. Venlo was lid van de Hanzen en een belangrijke overslagplaats. [11]

Rechtsonder is het insigne (logo) van de zangvereniging aangebracht. Centraal het wapen van de stad Venlo met aan de bovenzijde een kroon. Aan beide zijden van het schild is een vrije uitvoering van een sol-sleutel aangebracht.

Centraal beneden
                                                                                                                  1900                             1925
AANGEBODEN DOOR DE LEDEN VAN DER
ZANGVEREENING VENLONA

De perkamenten oorkonde die bij de plaquette aangeboden werd, bevatte de namen van de  ruim 250 leden. Een kopie van  deze oorkonde in klein formaat werd opgeborgen in een metalen kistje aan de rugzijde van de plaquette.[12]

Thywissen was een zakenman, die onmiddellijk na de oprichting een reusachtig enthousiasme voor de nieuwe vereniging aan de dag legde. Hij leidde de vereniging tot 1936, maar bleef na zijn aftreden nog wel als zanger aan de vereniging verbonden. Op 5 december 1946 kwam hij bij Kessel bij een verkeersongeval om het leven.[8]
Geyr bleef na de oprichting tien jaar directeur, waarna hij het koor verliet. Na de plotselinge dood van Cees de Rooy stak hij de helpende hand toe voor het herdenkingsconcert. Hij werd weer opnieuw directeur van het koor. In 1940 nam hij afscheid. Hij stierf in zijn woonplaats Mehlem op 6 september 1954.[9]
Cees de Rooy werd geboren op 19 juni 1886 te Bergen op Zoom. Op 24-jarige leeftijd werd hij tot eerste dirigent van de Koninklijke Zangvereniging Venlona te Venlo. Hij volgde Van Geyr op zowel als dirigent van het koor als organist van de Martinuskerk. Na zijn komst maakte Venlona een enorme bloeiperiode door. Op 4 juni 1939 zou het laatste seizoensconcert worden gegeven. Hij schreef in het Venlona Nieuws dat hij zich verheugde op het naderende concert. Het is er niet meer van gekomen. Op 1 juni 1939 stierf hij in het Venlose ziekenhuis.[10]
 
 
 otpbm40a
foto: Venlona
 
otpbm40c
 
foto J. Meijers
 
otpbm40b
 
foto: J. Meijers

[1] Thoben P., Charles Vos in pronkstukken Venlo 650 jaar stad, Venlo 1993 blz 298-300;
[2] www.venlona.nl, februari 2011
[3] Timmermans, 100 jaar Koninklijke Zangvereniging Venlona, een eeuw muziek, Venlo 2000 blz 39
[4] Timmermans, 100 jaar Koninklijke Zangvereniging Venlona, een eeuw muziek, Venlo 2000 blz 29
[5] Timmermans, 100 jaar Koninklijke Zangvereniging Venlona, een eeuw muziek, Venlo 2000 blz 39, 41
[6] Timmermans, 100 jaar Koninklijke Zangvereniging Venlona, een eeuw muziek, Venlo 2000 blz 37
[7] Timmermans, 100 jaar Koninklijke Zangvereniging Venlona, een eeuw muziek, Venlo 2000 blz 41
[8] Timmermans, 100 jaar Koninklijke Zangvereniging Venlona, een eeuw muziek, Venlo 2000 blz 48
[9] Timmermans, 100 jaar Koninklijke Zangvereniging Venlona, een eeuw muziek, Venlo 2000 blz 92-93
[10] Timmermans, 100 jaar Koninklijke Zangvereniging Venlona, een eeuw muziek, Venlo 2000 blz 63-65
[11] www.ngw.nl maart 2011
[12] Het Vaderland van 19 april 1926
GRAFMONUMENT C.A.M. DE ROOY (Begraafplaats Venlo)
Adres: R.K. Begraafplaats, Tegelseweg, Venlo
Cees de Rooy werd geboren op 19 juni 1886 te Bergen op Zoom. Op 24-jarige leeftijd werd hij tot eerste dirigent van de Koninklijke Zangvereniging Venlona te Venlo. Hij volgde Van Geyr op zowel als dirigent van het koor als organist van de Martinuskerk. Hoewel afkomstig uit Brabant ontwikkelde hij zich in Limburg tot een muzikale duizendpoot.
Na zijn komst maakte Venlona een enorme bloeiperiode door. Hij was overigens niet allen actief voor Venlona. Zo richtte hij in 1918 het "Limburgsch Zangerstournooi" op, werd in 1921 dirigent van het Koninklijk Roermonds Mannenkoor en aanvaardde vervolgens ook nog eens de muzikale leiding over het mannenkoor Mijn Laura en vereniging.
In 1934 werd hij directeur van de gemeentelijke muziekschool in Eindhoven en werd dirigent van het Eindhovens Philharmonisch Orkest.
Hij was ook mede-oprichter en voorzitter van de Nederlandse RK Organisten en Directeurenvereniging.
Op 4 juni 1939 zou het laatste seizoensconcert worden gegeven. Hij schreef in het Venlona Nieuws dat hij zich verheugde op het naderende concert. Het is er niet meer van gekomen. Op 1 juni 1939 stierf hij in het Venlose ziekenhuis.
De begrafenis werd een grote gebeurtenis. Venlona begeleidde Cees de Rooy vanuit het ziekenhuis langs de Venlonazaal naar de Martinuskerk en vandaar naar de begraafplaats.
Bij zijn overlijden werd uit genoemde koren en muziekinstelling een comité,  onder voorzitterschap van burgemeester van Venlo Berger,  gevormd dat actie voerde onder de vrienden van De Rooy om te komen tot de oprichting van een grafmonument. [1] Vos maakte het ontwerp dat in de werkplaats van de firma Goossens te Venlo werd uitgevoerd. [2]
Op 2 juni 1941 vond de plechtige onthulling plaats van het grafmonument van musicus en componist C.A.M de Rooy. Burgemeester, Mr. B. Berger, verrichtte de onthullingplechtigheid, gevolgd door een toespraak van de voorzitter van het werkcomité, de heer Receveur. Hij dankte Charles Vos die het ontwerp voor het monument maakte dat door de firma Goossens werd vervaardigd. Ook Ir. Jules Kaiser werd bedankt voor zijn waardevolle en deskundige adviezen aan het werkcomité. Tenslotte werd het monument overgedragen aan de familie van de overledene.
De plechtigheid werd vervolgd met enkele liederen gezongen door Venlona en een gebed onder leiding van Deken Van Oppen.
De heer L. de Rooy, de zoon, sprak een dankwoord namens de familie. [3] 
Het bovenste gedeelte van de zerk is gemaakt in de vorm van een muziekinstrument waarin een bronzen plaquette is verwerkt.
Op de plaquette in reliëf  het hoofd van De Rooy "en profil" naar links weergegeven.
In het midden van de zerk de tekst:
C.A.M. DE ROOIJ
* 19 juni 1886
† 1 juni 1939
Onderaan de zerk staat een bronzen kruis.
Op de plint van de steen de tekst:
VAN ZIJNE VRIENDEN
Het monument geeft de grote karaktereigenschappen van de overledene als Christen en musicus weer. [4]
 
 
onthulling van het monument
 
orml28c orml28d
                                                                    Burgemeester Berger onthult monument                        C. Receveur legt een bloemenkrans
foto: Venlona
 
 
 
orml28l
 
 
orml28m
 
[1]   Het Vaderland, 2 mei 1940; Timmermans, Een eeuw muziek 1900-2000 Koninklijke Zangvereniging Venlona, Venlo 2000 blz 65 en 93/94; Limburger Koerier 6 mei 1941
[2] Limburgsch Dagblad 7 mei 1941, De Tijd 6 mei 1941
[3]  Het Limburgsch Dagblad, 7 mei 1941 en 3 juni 1941
[4]  Het Vaderland, 2 mei 1940
BRONZEN MIJNWERKER (Bestuurscentrum, Brunssum)
Locatie: Oude Raadhuis, hoek Raadhuisstraat-Kerkstraat, Brunssum (oorspronkelijke plaats)
Het beeld dat Charles Vos heeft vervaardigd van "de mijnwerker" is op 23 mei 2012 verplaatst van het oude raadhuis naar het bestuurscentrum aan het Lindeplein 1.
Bronzen beeld op een marmaren blok
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1940]
Afmetingen: Beeld: hoogte 106cm, breedte 35cm breed en diepte 30cm; Blok hoogte 90cm, breedte 35cm en diepte 30cm
Onderaan het blok aan de voorzijde staat de tekst:
aangeboden
door het personeel van
staatsmijn Hendrik
Voor het bronzen beeld stond meesterhouwer Lei Hambeukers, een bekend mijnwerker, model. In 1975 werd het beeld door de Gemeente Brunssum aangekocht. [1]
De mijnwerker is staande ten voeten uit afgebeeld. Zijn rechterbeen staat gebogen op een verhoging. Met zijn rechterhand houdt hij een op grond staande mijnwerkershamer vast en in de andere hand draagt hij een mijnlamp.
 
Op 6 april 1940 werd het zilveren jubileum van Ir. J.W.C. op den Kamp op de Staatsmijn Hendrik gevierd.
Op den Kamp werd in 1888 geboren te Utrecht. Na zijn studie in Delft kwam hij als sleper in dienst bij de Staatsmijnen in 1915. Hij werkte bij de Staatsmijn Wilhelmina, Emma en Hendrik. Hij maakte promotie en werd uiteindelijk op 1 januari 1930 hoofdingenieur van de Staatsmijn Hendrik.[2]
Op 6 april 1940 startte de feestelijkheden vanwege het zilveren jubileum in de ochtenduren met een ontvangst door de Staatsmijnen. Tijdens deze ontvangst werd bij zijn huis een feestelijke ontvangst door het personeel voorbereid. Later op de dag was een druk bezochte receptie gevolgd door een officiële hulding op de mijn Hendrik. Ir. De Zee sprak de jubilaris namens het personeel toe. Als geschenk van het personeel bood hij een bronzen mijnwerker aan die door Charles Vos was vervaardigd. Na de huldiging vond nog een defilé plaats. [3]

otpbm32a otpbm32b

 

otpbm32c otpbm32d


[1] www.brunssum.nl, oktober 2010
[2] Limburger Koerier, 30 maart 1940
[3] Limburger Koerier, 8 april 1940; De Tijd 9 april 1940.
BUSTE (Afd. Beheer en Onderhoud gemeente Heerlen)
Locatie: Nieuwbouw van de afdeling Beheer en Onderhoud van gemeente Heerlen, Voskuilenweg 109, Heerlen.[1] 
niet aangetroffen
 
De dienst Publieke Werken van de gemeente Heerlen bestond in 1941 25 jaar. Naast een kerkelijke viering zijn er nog feestavonden geweest voor de ambtenaren en voor de werklieden. Bij de gelegenheid heeft het corps employés enige geschenken aangeboden aan het Gemeentebestuur: een gebrandschilderd raam van Charles Eyck en een buste van Charles Vos: "het beeld is gebaseerd op het begrip "arbeid" en wel in den geest van baanbrekenden arbeid".  Beide geschenken zullen te zijner tijd in het nieuwe raadhuis van Heerlen een plaats vinden. [2]
Het beeld werd, na het gereedkomen, geplaatst in de Conferentiekamer.[3] 

[1] Email Gemeente Heerlen, 28 oktober 2010
[2] Limburgsch Dagblad, 5 augustus 1941
[3] Limburger Koerier 15 september 1941
woensdag, 27 oktober 2010 00:00

H. Antonius-Abt, Schaijk

H. Antonius Abt

Adres:             Pastoor van Winkelstraat 3, 5374 BG Schaijk
Architect:        Stornebeek, Tomas (later Van Aalst)
Kunstenaars:   Vos, Charles

De bouw van de kerk, naar ontwerp van Stornebeek, startte in 1894. Nadat het priesterkoor gereed was, lag de bouw door financiële problemen stil tot 1901, toen er weer geld was om met de bouw van het schip te beginnen onder leiding van architect Van Aalst. In 1902 werd de nieuwe kerk in gebruik genomen en in 1907 ingezegend. In 1967 heeft het interieur een grote opknapbeurt gehad. In 1973-74 is de buitenkant aangepast. [1]

Werken van Charles Vos:

Maria met Kind
omstreeks 1941
Het beeld is geplaatst in een ingemetselde nis in de pastoriemuur. Bij de restauratie is een deel van de pastoriemuur verdwenen en het grootste deel van de pastorietuin is nu een parkeerterrein geworden. De muur met de nis aan de noordzijde is behouden gebleven.[2]
Maria is ten voeten uit staande afgebeeld. Over haar geplooide kleed draagt zij een openvallende mantel. Zij draagt een sluier. Aan haar rechterzijde draagt zij op haar rechterarm haar rechtopzittend Kind. Met haar andere hand ondersteunt zij haar Zoon.
De blik van Moeder en de vriendelijk kijkende Zoon is op de toeschouwer gericht. Het Kind houdt in zijn rechterhand een voorwerp vast.

In het Noord Brabants Dagblad het huisgezin van  3 juni 1941 verscheen onderstaand artikel.
"SCHAYK H. MISSIE.
Op schitterende wijze is de H. Missie, gegeven door de Paters Redemptoristen W. Jonckbloedt en J. J. Vredeveldt, verloopen. Bij alle oefeningen was de kerk tot in de uiterste boeken gevuld. Indrukwekkend waren de uiterlijke plechtigheden. Het Missiekruis, dat dateert uit de vijftiende eeuw is van buitengewone schoonheid. Het is voor het eerst geplant door den bekenden predikant Pater Bernard tijdens de Missie van 1841. Sindsdien kwam het te hangen in het kerkportaal. Om het beter te doen uitkomen is nu. een mooie plaats gekozen, juist tegenover den ingang van de kerk, waar het met buitengewone plechtigheid gedurende deze H. Missie is geplant. Het Mariabeeld is geplaatst in een ingemetselde nis in de pastoriemuur, gelegen langs den provincialen weg. Het beeld is vervaardigd door den bekenden kunstenaar Charles Vos, uit Maastricht en stelt o.L. Vrouw voor als Koningin van den Vrede. Op buitengewone wijze is de kunstenaar geslaagd in zijn opdracht: een volksch beeld te vervaardigen. Als men hiernaast nog bedenkt, dat in de parochie een levendige devotie is ontstaan tot O. L. Vrouw van Altijddurende Bijstand, mag zeker gezegd worden dat deze H. Missie schitterend is geslaagd."


kr54a kr54b

 

                                                                                                        oude foto                                                                             foto Van Iperen

 

kr54c kr54d

foto's Van Iperen

 


[1] St. Antonius-Abtkerk Schaijk op de nieuwe monumentenkaart provincie, Arena lokaal.nl 18 oktober 2010; email Van Iperen 21 februari 2013 en 13 maart 2013
[2] email Van Iperen 13 maart 2013
woensdag, 27 oktober 2010 00:00

(voormalige) Jacobus Maior, Roermond

Kerk:        (voormalig) Jacobus Maior (het Witte Kerkje)

Adres:             Voorstad St. Jacob 72-74, 6041 LN Roermond.
Architect:         J. Franssen
Kunstenaars:   Geraedts, Winand
                          Paes, Lou
                          Schoenmakers, Piet
                          Vos, Charles
In 1938 werd een rectoraat opgericht in de armlastige Voorstad St. Jacob. Pastoor P. Geraets kreeg de opdracht hier gestalte aan te geven. Jos. Franssen uit Roermond werd aangezocht als architect. Door de combinatie van toneelzaal en buurtwerk kon een subsidie van de gemeente worden verkregen voor de bouw van een kerk. Gebr. Schroen uit Baexem waren de aannemers. De eerste steen werd gelegd op 28 april 1940. Ondanks de oorlogsdreiging was toen reeds het besluit genomen om met de bouw door te gaan. In mei lagen de werkzaamheden enkele weken stil door de gevechtshandelingen, maar daarna namen de bouwers de draad weer op. Het terrein was inmiddels opgehoogd in verband met de hoge waterstanden van Maas en Roer, die in Voorstad regelmatig tot overlast leidde. De kerk kon op 13 oktober 1940 door mgr. Lemmens worden ingezegend.[1]
De St. Jacobskapel wordt in de volksmond het "Witte Kerkje" genoemd. Per 1 oktober 1998 werd het gebouw aan de Eredienst onttrokken. Het Bisdom verhuurt het sindsdien aan de Stichting het Witte Kerkje ten behoeve van de wijkvereniging.[2]
Het altaar, preekstoel, orgel en beelden zijn reeds lange tijd uit het kerkje verwijderd, alleen de glas in lood ramen zijn nog in het gebouw aanwezig.[3]

Werken van Charles Vos:

Jacobus
Houtplastiek 
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1940-1941]
Oorspronkelijk: boven het kerkkoor.[4]
Huidige locatie:
De St. Jacobuskapel in de Kathedraal
Nadat het Witte Kerkje werd gesloten, kwam het werk van Vos in bezit van het Broederschap van de H. Jacobus de Meerdere, die verbonden is aan de Kathedrale Kerk in Roermond. [6]
In de veertiende eeuw werd in Roermond al melding gemaakt van een Jacobusbroederschap. Keizer  Joseph II gelastte in 1786 de opheffing van alle devotionele broederschappen.
Eind twintigste eeuw ontstonden ideeën om de middeleeuwse Jacobusbroederschap opnieuw op te richten. De officiële oprichting vond plaats op 7 juli 2000. De Broederschap wil de verering van St. Jacobus in stand houden middels diverse activiteiten. Daarnaast wil ze Roermond promoten als pleisterplaats op de weg naar Santiago de Compostela. Zij biedt de pelgrims een slaapplaats aan in de Refugio. [7]
Jacobus de Meerdere was een discipel en apostel van Jezus Christus. Na zijn dood trok hij de wereld in om te prediken o.a. in Judea en het Iberisch schiereiland. In Judea werd zijn faam groot. Hij werd door de hoge priester Abjatak voor Herodus gebracht die hem ter dood veroordeelde. Volgelingen begroeven hem in Galicië waarna ontdekking van zijn graf in 813 leidde tot het ontstaan van de stad Santiago de Compostela. [8]
Vos heeft het bovenlichaam van de H. Jacobus frontaal afgebeeld. In zijn rechterhand houdt hij de St. Jacobsschelp vast, in zijn andere hand de pelgrimsstaf. Onderaan is een banderole met de tekst "S.JACOBVS".

 kr34d

Het reliëf in Het Witte Kerkje (foto: Broederschap van de Heilige Jacobus de Meerdere)

 

kr53a

[1] www.kerkgebouwen-in-limburg.nl, oktober 2010
[2] www.hetwittekerkje.nl, oktober 2010
[3] Email 19 oktober 2010 van de voorzitter van de Stichting het Witte Kerkje
[4] Het Limburgsch Dagblad, 14 juni 1941
[6] Email 8 mei 2011 van Broederschap van de H. Jacobus de Meerdere.
[7] www.broederschapheiligejacobus.nl, mei 2011
[8] www.stjacob.nl, mei 2011