
DefaultCms2CmsCategory (313)


collectie Peters Smeets
De oude kapel was vierkant. De ingang lag aan de straatzijde en had een hardstenen deuromlijsting. Daarop stond de inscriptie: 1843 A. Pullinx. Het jaartal 1843 verwijst naar het bouwjaar van de oude kapel. Die kapel was privé-bezit van de familie Pullinx. Die woonde in de grote vakwerkboerderij achter de kapel. Hoewel de kapel privé was, was deze voor een ieder toegankelijk.
Al meteen na de oorlog bestonden er plannen voor een nieuwe Mariakapel. Pastoor Frans Schleiden nam het initiatief hiertoe.Toen op 10 mei 1940 de Duitsers Mheer binnenvielen, had deze pastoor zijn parochie onder de bescherming van Maria gesteld. Gelukkig bleef Mheer tijdens de oorlog gespaard. Daarom liet Schleiden uit dankbaarheid een nieuwe kapel bouwen. Hij had een grote devotie voor de Heilige Moeder.
Om de bouw van een nieuwe Mariakapel te realiseren, riep de pastoor een comité in het leven. In een brief aan Jacques Huijnen schreef pastoor Schleiden:
"...we beginnen met de eerste maatregelen te treffen: het bijeenbrengen van materiaal en financiën. We laten het dan aan O.L.Vr. over wanneer zij het graag klaar zou hebben. Het beeld wordt een Piëta: Maria die Christus verzorgt, doet hetzelfde werk nu na den oorlog met het mystieke lichaam van Christus. Dit is de grondgedachte."
Het was die pastoor niet gegund het karwei af te maken. Op 9 oktober 1945 verliet Schleiden de parochie van Mheer. Zijn opvolger, pastoor Terpoorten, lijkt het project niet te hebben opgepakt. Met de komst van pastoor Mathieu Gilissen in maart 1948, komt er, mede met het oog op de wegverharding, schot in de zaak. De kapel werd op de hoek van de Stallestraat en de Dorpsstraat gebouwd. Jacques Huijnen, de erfgenaam van Pullinx, schonk daartoe grond aan de kerk van Mheer.
In de uivormige toren van het Mariakapelletje hangt een eeuwen oud Maria klokje, dat oorspronkelijk het kasteel van Mheer toebehoorde.
De gegoten klok draagt het opschrift: Jezus Maria Jozef Orate Pronobis Imstenraedt x Loe 1653.
De namen Imstenraedt x Loë duiden op het huwelijk tussen de machtige Jan Adolfs van Imstenreadt met Christina Sophia de Loë. Dit huwelijk bleef kinderloos. Na de dood van Jan kwam de heerlijkheid Mheer in handen van de familie de Loë.
Nadat in 1943 de Duitsers de kerkklokken vorderden, en de klokken uit de toren van de parochiekerk werden gehaald, zocht pastoor Schleiden naar een alternatief om zijn parochianen naar de kerk te roepen. Hij wist dat ergens in het kasteel nog een klokje aanwezig was. Het kasteel bood toen onderdak aan Duitse officieren. Schleiden vroeg aan Piet van Gerven een inwoner van Mheer die op het kasteel werkte, het klokje ongemerkt het kasteel uit te smokkelen. Het klokje stond toen in de grote eetzaal waar Piet de officieren bediende. Telkens als Piet langs het klokje liep, verplaatste hij het ongemerkt een aantal meters, totdat hij het gered had uit de handen van de Duitsers. Het "ontvreemde klokje werd overdragen aan meneer pastoor. Die het na de oorlog in het kapelletje hing.
Pastoor Schleiden vroeg de bekende architect Alphons Boosten uit Maastricht een ontwerp voor de Mariakapel te maken. Het ontwerp van de kapel in Mheer maakte hij rond 1945. In 1947 kwam de kapel gereed. Pastoor Gilissen raamde de bouwkosten op 8000 gulden (ongeveer € 3.960). Door de inzet van vrijwilligers bleven de uitgaven echter beperkt tot 5000 gulden (ongeveer € 2.270).
[1] www.mariakapellen.nl april 2008
[1] www.mariakapellen.nl, april 2008
nieuwe locatie sinds 2009
[1] www.4en5mei.nl, april 2008
[1] www.openmonumentendagheerlen.nl , april 2008
Voordat het beeld geplaatst werd in Mechelen, was het in september 1947 opgesteld op het Emmaplein in Maastricht ter gelegenheid van het Mariacongres dat in die maand in Maastricht werd gehouden.
Een eeuw later waren redemptoristen opnieuw partij in de plannen om de "berg" nog nadrukkelijker bij het godsdienstig leven in het dekenaat Gulpen en het bisdom Roermond te betrekken. Bisschop G. Lemmens van Roermond vroeg de redemptorist Janssen uit Wittem plannen te ontwikkelen voor een groots Mariamonument. Op 16 maart 1935 werd de Stichting Maria-monument opgericht, waarin onder meer pastoor-deken H. Frens, de burgemeesters W. Prick van Gulpen en H.J. Rhoen van Vaals, rector B. Lijdsman van het redemptoristenklooster te Wittem en R. graaf de Marchant et d'Ansembourg uit Gulpen zitting hadden.
Van de gemeente werd in februari 1935 een strook grond (700 m²) voor de symbolische som van één gulden overgenomen door het dekenaat Gulpen.
Het monument wordt als een symbool voor de rol van Maria in het verlossingswerk beschouwd, als synthese van de genoemde vier titels. Sinds haar opneming ten hemel ziet men Maria als 'koningin van hemel en aarde': 'Zoo staat Zij, hoog op het voetstuk, als de Koningin boven op den hoogen Gulperberg, zegenend en heerschend haar handen uitstrekkend over Gulpen en het heele Dekenaat', aldus ontwerper Gerrits. [3]
Op zondag 20 juni 2010 werd het beeld door bisschop Frans Wiertz opnieuw toegewijd aan het dekenaat Gulpen-Gronsveld. Met de harmonie voorop trok een kleine processie de Gulpenerberg op. Tijdens de plechtigheid zong het kerkkoor Sint-Gregorius onder meer een oud Marialied dat vijfenzeventig jaar geleden speciaal voor de onthulling van het veeld werd gecomponeerd. [4]
(herkomst foto onbekend)
uit: Jubileumboek, Mariamonument Gulpen 1935-2010
Paulussen
Ontwerp Heilig Hart
Particulier bezit.
Voorstudie in gips voor het gelijknamige hardstenen beeld, 1947, te Simpelveld (Dr. Poelsplein). *2
Afbeelding Paulussen
*2 Paulussen, Charles Vos, beeldhouwer te Maastricht, Maastricht 2002 (CD-rom)
More...
Op Tweede Kerstdag 1944 werd in de noodkapel van het ziekenhuis, voor het uitgestelde Sacrament, bij monde van pastoor E. Keuller samen met drie personen uit de burgerij, een drievoudige gelofte afgelegd. Deze gelofte hield in, dat Tegelen "zo wij gespaard blijven van de evacuatie, van hongersnood en verdere oorlogsrampen"
1. gedurende 25 jaar geen carnaval zal worden gevierd, behoudens goedkeuring van hen, die als vertegenwoordigers van het volk gelden;
2. een bedevaart zal ondernemen naar een genade-oord van O.L.Vrouw;
3. een beeld van O.L.Vrouw in de gemeente zal plaatsen.
Een anekdotische bijzonderheid is wel, dat Charles Vos, zonder dat de Tegelse opdrachtgevers daarvan op de hoogte waren, in de laatste fase van de afronding van zijn opdracht nog iets toevoegde aan zijn oorspronkelijke ontwerp. Dat "iets" bestond uit twee groepen biddende mensen op de zijvlakken van het voetstuk. Vos voelde zich in zijn kunstenaarschap sterk aangetrokken door de achtergronden van zijn opdracht. Aan die opdracht heeft hij meer tijd besteed dan normaal: enerzijds vanwege de vele opdrachten, die hij had aangenomen (in de eerste jaren na de oorlog voelde men in breed verband de behoefte aan herdenkingsmonumenten, hetgeen voor kunstenaars een overvloed aan werk met zich meebracht); anderzijds omdat hij zich van zijn "Tegelse" opdracht niet met haastwerk wilde afmaken. Hij wilde een idee, dat bij hem was opgekomen, de tijd van rijpen gunnen.
oude afbeelding van het beeld onthulling van het monument op moederdag 1948 (11 mei)

[1] www.kunstinderegio.nl (auteur Oehlen 1993), 2008


In Het Gildeboek [4] werd een foto geplaatst van het beeld met datering ca. 1926
Foto: Het Gildeboek 1929
[1] Hamers, 't Kapelke kapellen langs velden en wegen in Z Limburg, Leiden 1999
U kunt in de linkerkolom kiezen uit de verschillende werken
Pièta Sittard