www.charlesvos.nl

DefaultCms2CmsCategory

DefaultCms2CmsCategory (313)

Kerk:     St. Martinuskerk

Adres:                 Rechtstraat (Oeverwal) 2, 6221 EJ Maastricht
Architect:            Cuypers, Pierre
Kunstenaars:      Rooyen, gebr Den
                           Truijen, Hans
                           Vos, Charles

Exterieur:

De Martinuskerk is grote, drieschepige, kruisvormige, neogotische kerk, geheel opgebouwd uit rode baksteen. Aan de westkant staat een hoge toren van vier geledingen met ingesnoerde spits. De driezijdig gesloten apsis van de kerk ligt aan de westzijde, niet aan de gebruikelijke oostzijde. De kerk is dus 180 graden gedraaid. [1]

Werken van Charles Vos:

Jozef met Kind (in de sacristie)
Eikenhout
Niet gesigneerd, niet gedateerd 
Afmetingen: hoogte 83cm, breedte 35cm en diepte 15 cm
St. Jozef, staande ten voeten uit afgebeeld, draagt in zijn linkerhand een winkelhaak, zijn attribuut als timmerman. Het Christuskind staat rechts naast hem, zijn rechterarm zegenend omhoog gehouden.
Onderaan de tekst : H. Joseph
kr21a1 kr21a2
Antonius met kind
Eikenhout
Niet gesigneerd, niet gedateerd
Antonius is staande ten voeten uit afgebeeld in ordekledij met een openvallende mantel en een rozenkrans rond zijn middel. Met zijn rechterarm maakt hij een zegenend gebaar. Op zijn linkerarm, op borsthoogte, draagt hij het knielende Jezuskind, die vrolijkheid uitstraalt. Zijn linkerharm houdt hij voor zijn borst. Met zijn andere arm met gesloten hand wijst hij met zijn wijsvinger naar de hemel.
Onderaan de tekst: H. Antonius
kr21d kr21d1
 
Zwarte Christus (replica) [2] (in pastorie)
Volgens een legende ontstond het beeld in het dorp Riempst tussen Tongeren en Maastricht: een edelman uit Riempst, gelegen in Belgisch Limburg, kwam op zekere dag terug van een pelgrimstocht naar het Heilig Land. Hij had voor al zijn kinderen, behalve voor de kleine Anna, een aandenken meegebracht. Hij had haar helemaal vergeten. Nu had hij in de buurt van het heilige Graf toevallig een noot opgeraapt, en om de kleine niet helemaal teleur te stellen, gaf hij haar de noot. Anna at de noot niet op, maar stopte hem in de grond. De noot werd een boom. Op een nacht ontstond er een hevig onweer. De bliksem kliefde de notenboom en 's morgens stak uit de gespleten stam een zwartgeblakerd Christusbeeld. Anna had zo toch het mooiste cadeau. Zij trad in bij de Witte Vrouwen in Maastricht en nam het kruisbeeld mee. Veel mensen kwamen er bidden en hun gebeden werden verhoord.
Een uit één stuk bruinzwart notenhout gesneden corpus dat uit het begin van de 14de eeuw moet dateren. Vier eeuwen lang is het mansgrote crucifix in het Wittevrouwenklooster aan het Vrijthof het middelpunt van een internationale devotie geweest. Vooral uit Hongarije was de toeloop, tijdens de Heiligdomsvaarten, overrompelend groot. Toen ook het Wittevrouwenklooster door de Franse bezetter werd opgeheven, dook het kruisbeeld onder bij een der zusters in een woning aan de Wycker Brugstraat. Jean-Evangeliste de Zaepfell, de eerste bisschop van Luik na het concordaat van 1801, besliste dat de Zwarte Christus in Wyck zou blijven en wel in de Sint Maartenskerk. Op 3 mei 1804 - de feestdag van de Kruisvinding - werd de miraculeuze beeltenis naar de kerk overgebracht. Waar het nog altijd hangt - en vereerd wordt - en waaraan de kerk van Wyck voor een belangrijk deel haar reputatie én haar aan trekkingskracht te danken heeft.
Van de Zwarte Christus zijn kopieën vervaardigd.In de sacristie van de kerk, de pastorie en in enkele klooster binnen Maastricht hangen replica's van het beeld: 
1. G.Hack vervaardigde een corpus uit gips 
2. Charles Vos maakte een eikenhouten replica.
 
 
OLV van de berg Karmel
Gipsen beeld
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1951]
De orde van de karmelieten is in de dertiende eeuw in Palistina ontstaan uit een groep christelijke kluizenaars die samenleefden op de berg Karmel.[3]
De spiritualiteit van de orde rustte op twee peilers, nl. Elia (man, oudtestamentisch gericht op Gods gerechtigheid) en Maria (vrouw, nieuwtestamentisch gericht op Bewaring van het Godsgeheim).[4]
Naast kloosters voor mannen en vrouwen ontstond ook de derde orde: een vereniging van leken, die onder leiding èn in de geest van een bepaalde religieuze orde de christelijke volmaaktheid nastreven. [5]
In Maastricht ontstond in 1879 een derde orde onder leiding kapelaan J.P.H. Jacobs (Martinuskerk te Wijck en vanaf 1903 pastoor van OLVrouwekerk). De OLVrouwekerk werd de zetel van de derde orde. [6]
Leken die lidmaatschap van de derde orde een stap te ver vonden, vanwege de verplichtingen die dat inhield, konden deelachtig worden door lid te worden van de broederschap van het H. Scapulier van OLVrouw van de berg Karmel. Het woord scapulier is afgeleid van het Latijnse scapula (schouder). Het is een lap stof met in het midden een opening voor het hoofd en dient als werkschort ter bescherming van het habijt.
Volgens de karmelitaanse traditie gaat de scapuliersdevotie terug op een visioen dat priorgeneraal Simon Stock (1166-1265) op 16 juli 1251 in Cambridge had. Maria verscheen aan hem en overhandigde hem het scapulier, dat de karmelieten zouden moeten dragen als teken van haar bescherming naar lichaam en ziel en als teken van de eeuwige zaligheid voor de karmelieten die in dat kleed stierven.[7]
Op 15 augustus 1717, de feestdag van Maria Tenhemelopneming, werd door pastoor Johannes Lenaerts de Martinuskerk te Wijck het broederschap van de H. Scapulier opgericht.[8]
Na verovering van Maastricht door de Fransen (1794) werden de activiteiten van de broederschap op een laag pitje gezet [9] om na 1804 weer actief te worden [10].
In 1951 werden festiviteiten georganiseerd in het kader van 750 jaar scapulier. Charles Vos werd benaderd een nieuw beeld van OLVrouw van de berg Karmel te maken. Het hoogtepunt van de festiviteiten was de inzegening van het gipsen beeld op 20 juli. Honderd bruidjes baden na de inzegening een gebed van toewijding. Het beeld werd vervolgens tijdens de bronk van 22 juli meegevoerd.
Sinds 2010 is de broederschap van OLVrouw van de berg Karmel niet meer actief. [11]
 
Een ten voeten uit in S-houding staande gekroonde Maria, gekleed in een lang kleed.
Haar armen zijn naar beneden gericht; met beide handen houdt zij de scapulier vast voor de geknielde Simon Stock, die het ordekleed van de karmelieten draagt. Met zijn handen maakt hij een zegenend gebaar. Zijn blik is naar voren gericht zodat er geen contact is tussen Maria en hem.

kr21c

Gerardus Majella
De (voormalige) Sint Gerarduskerk in de Wijcker Grachtstraat 30 (6221 CX Maastricht).
In de St. Martinuskerk herinnnert een Gerardusbeeld aan de voormalige kerk.[12]
Het beeld is niet in de kerk aangetroffen.
 
Ontwerptekeningen voor beelden van H. Jozef en H. Antonius voor Martinuskerk, Wijck Maastricht
Particuliere collectie, Maastricht *1
Tekening, potlood en aquarel
Niet gesigneerd, niet gedateerd *1
In de ontwerptekening, die beide heiligen staand op iets, dat op een rotsblok lijkt, afbeeldt, heeft Charles Vos met het tekenen van de altaarkaarsen al aangegeven dat we te doen hebben met reliëfs die "hoog" tegen de muur moeten komen te hangen. Ze waren bestemd voor de kerk van St. Martinus te Maastricht-Wijk.
Opmerking: er is ook een gipsen voorstudie van H. Jozef in de kerk van St. Antonius van Padua, Maastricht Nazareth. Na sluiting van deze kerk is het beeld naar de kerk van St. Johannes de Doper in Limmel (Maastricht) overgebracht. *1


[1] www.kerkgebouwen-in-limburg.nl
[2] www.meertens.nl, april 2008;  Paulussen  Charles Vos 1888-1954, tentoonstelling 13-11-1994 tot en met 29-01-1995, Gemeentemuseum voor Religieuze Kunst Jacob van Horne, Weert 1994
[3] Jacobs, A. De derde orde van Onze Lieve Vrouw van de berg Karmel en de broederschappen van het Heilig Scapulier in Limburg in Publications de la Société Historique et Archéologique dans Le Limbourg, deel 145 jaarboek 2009, blz. 205.
[4] Jacobs,A idem blz 206
[5] Jacobs,A idem blz 208
[6] Jacobs,A idem blz 212-213
[7] Jacobs,A idem blz 226
[8] Jacobs,A idem blz 235
[9] Jacobs,A idem blz 227
[10] Jacobs,A idem blz 239
[11] Jacobs,A idem blz 243
[12] Ubachs en Evers P., Historische encyclopedie Maastricht, Zutphen 2005, blz. 191
*1 Paulussen  Charles Vos 1888-1954, tentoonstelling 13-11-1994 tot en met 29-01-1995, Gemeentemuseum voor Religieuze Kunst Jacob van Horne, Weert 1994

Kerk:     (voormalig) Antonius van Padua 

Adres:             Kasteel Monfortstraat, 6222 TM Maastricht
Architect:        Groenendaal, Van
Kunstenaars:   Goffin, Jerome
                         Rats, Reinald
                         Vosse, K van de
                         Vos, Charles

De kerk is in december 2007 gesloten en in 2010 afgebroken op de toren en doopkapel na.

Werken van Charles Vos:

Heilig Hart 
Dit beeld is oorspronkelijk afkomstig uit de gesloopte kerk van de "broun paoters" aan de Tongersestraat in Maastricht. [1]
Op een console staat een Heilig Hartbeeld. Het hoofd, met baard en lange haren, is iets naar rechts gedraaid. Christus draagt een kleed tot op de voeten. Met zijn handen trekt hij, ter hoogte van het hart, zijn kleed uiteen om zijn Heilig Hart te tonen. Over het kleed draagt hij een rode mantel die zijn bovenlichaam deels vrij laat om zijn Heilig Hart te tonen.
Na de sluiting van de Antonius van Paduakerk is het beeld in 2009 overgedragen aan het Museum Jacob van Horne te Weert.

kr20a

Antonius van Padua 
Dit beeld is oorspronkelijk afkomstig uit de gesloopte kerk van de "broun paoters"aan de Tongersestraat in Maastricht. [2]
Het beeld van de H.Antonius is levensgroot. Hij staat op een console en draagt een geplooide monikkenpij tot op de voeten. Zijn hoofd is naar links gedraaid en kijkt het kindje Jezus aan. In zijn gespreide rechterarm/hand heeft hij een lelie. Ter hoogte van zijn middel aan de linkerkant draagt hij een rozenkrans. Het kindje Jezus houdt hij geklemd in zijn linkerarm en ondersteunt het kind met zijn linkerhand. Het kind houdt zijn armpjes gespreid.
Na sluiting van de kerk is dit beeld naar OLV van Lourduskerk te Maastricht gegaan.

kr20b

Franciscanen Tongersestraat
Het derde Franciscanerklooster (1856) lag aan de noordzijde van de Tongersestraat en de oostzijde van de Abtstraat. Nu heet dit gebied de Patersbaan. In 1971 werd het complex gesloopt. Alleen de poort aan het begin van de Patersbaan herinnert nog aan het klooster.
In 1935 werd gestart met aanpassingen van de kerk.
“Door kleine giften en vooral door enige zeer grote was echter spoedig ƒ. 550 bijeen, waarvoor de bekende beeldhouwer Charles Vos een nieuw, wel modern maar met barokachtige zwier, beeld sneed, dat nog juist op de laatste Dinsdag van de Sint Antonius-noveen (Augustus 1935) kon worden ingewijd." [3] 
 
2220kr20b1.jpg
foto: Neerlandia seraphica april 1936
 
Beeldengroep
In de  dagkapel stond een kunstwerk, bestaande uit enige heiligenbeelden. Dit was afkomstig uit de voormalige noodkerk van de parochie. [4]
 
 
Jozef met Kind
Gips bruin gepatineerd
Niet gesigneerd, niet gedateerd *1
Afmetingen: hoogte 83cm, breedte 35cm en diepte 15cm
Het betreft een voorstudie. *1
St. Jozef, staande ten voeten uit afgebeeld, draagt in zijn linkerhand een winkelhaak, zijn attribuut als timmerman. Het Christuskind staat rechts naast hem, zijn rechterarm zegenend omhoog gehouden. Vergelijken we deze voorstudie met de ontwerptekening dan zien we dat de staf met bloembekroning in de tekening vervangen is door een winkelhaak en dat Jezus niet meer opkijkt naar zijn vader maar naar de beschouwer (die onder het hoog opgehangen beeld staat). Dit beeld is het ontwerp voor het reliëf in de St Martinuskerk te Maastricht-Wijck. *1
Na sluiting van de kerk is het beeld naar de kerk van St. Johannes de Doper in Limmel (Maastricht) overgebracht.

kr20c1 

Franciscus van Assisi
Gips, bruin gepatineerd
Niet gesigneerd, niet gedateerd [circa 1930] *1
Afmetingen: hoogte 87cm, breedte 31cm en diepte 21cm *1
St. Franciscus is staande ten voeten uit met naar voren gebogen hoofd afgebeeld in ordenspij. In zijn linkerhand houdt hij een kruis, terwijl zijn rechterarm en -hand, met de twee omhoog geheven vingers, een zegenend gebaar uitdrukt. Evenals zijn beide handen tonen zijn voeten - ter weerszijden waarvan zich twee bloemen bevinden - de stigmata. Het beeld toont Franciscus als boetedoener, een thema dat in de 17de eeuw ingang vond en tot in deze eeuw de meest gangbare uitbeelding van de heilige vormt. *1
Na de sluiting van de Antonius van Paduakerk is het beeld in 2009 overgedragen aan het Museum Jacob van Horne te Weert.

 2220 kr20d1

foto: familie Peters Smeets

Maria "Onbevlekt Ontvangen"
Gips, bruin gepatineerd
Niet gesigneerd, niet gedateerd [circa 1930] *1
Afmetingen: hoogte 77 cm, breedte 34cm en diepte 16cm *1
Maria, gehuld in een sierlijk om haar heen gedrapeerde mantel is staande ten voeten uit afgebeeld. Onder haar voeten bevinden zich een maansikkel en een slang met een appel in de bek, die door Maria wordt vertrapt, als symbool van de overwinning van het kwaad door het goede. Maria houdt haar linkerhand, waarin zij een rand van haar mantel vasthoudt op haar borst, terwijl zij haar rechterarm met de opengehouden hand naar beneden uitstrekt.
Het betreft hier het ontwerp voor het lindehouten beeld van het Bernardinuscollege te Heerlen. *1
Na de sluiting van de Antonius van Paduakerk is het beeld in 2009 overgedragen aan het Museum Jacob van Horne te Weert.
 
2220kr20e

Heilig Hart
Een gipsen model van het H. Hartbeeld dat oorspronkelijk in het Ignatiushuis te Amsterdam stond opgesteld, is in bezit van Antonius van Paduakerk te Nazareth Maastricht. Het was jaren in bruikleen gegeven aan de H. Monulphus en H. Gondulphuskerk te De Heeg Maastricht.
Na de sluiting van de Antonius van Paduakerk is het beeld in 2009 overgedragen aan het Museum Jacob van Horne te Weert.


[1] Nilsen Kan er uit Nazareth iets goeds komen ,Maastricht 1978.  Mevr Isabel Paulussen (gesprek 22 november 2008) geeft aan dat dit beeld geen werk van Charles Vos is.
[2] Nilsen Kan er uit Nazareth iets goeds komen ,Maastricht 1978;  beeld is het najaar van 2008 overgedragen aan de kerk van OLV van Lourdus Te Maastricht (mededeling van mevr Isabel Paulissen (gesprek 22 november 2008)
[3] N.N., Veranderingen in onze kerk in Maastricht in Neerlandia seraphica,  jrg. 10, april 1936, nummer 4, blz. 153-158
[4] Nilsen Kan er uit Nazareth iets goeds komen ,Maastricht 1978; volgens vervangend pastoor Backus (gesprek 22 juli 2008) is deze beeldengroep niet aanwezig in de kerk.
 
*1 Paulussen  Charles Vos 1888-1954, tentoonstelling 13-11-1994 tot en met 29-01-1995, Gemeentemuseum voor Religieuze Kunst Jacob van Horne, Weert 1994

Kerk:     H. Nicolaas en Barbara

Adres:             Kerkstraat 18, 6301 BX Valkenburg
Architect:        Cuypers, Pierre
Kunstenaars:  Verheyen, Jacques
                       Van Steffesweer, Jan
                       Vroemen
                       Del Court, Jean
                       Van Hout
                       Vos, Charles

Werken van Charles Vos:

Franciscus en Elisabeth en Lodewijk
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1941]
Reliëf van keramiek geplaatst tegen een pilaar rechts achter in de kerk.
Het beeld is gemaakt ter gelegenheid van het 50-jarig  bestaan van de Derde Orde. [1]
Een zeer omvangrijke orde is de Derde Orde van Sint Franciscus. Tot de reguliere Derde Orde behoren veel broeder- en zustercongregaties die de Franciscaanse spiritualiteit volgen. De seculiere Derde Orde staat bekend onder de naam Orde van Franciscaanse Seculieren (O.F.S.).
Vos heeft in dit beeld drie belangrijke personen die te maken hadden met de Derde Orde afgebeeld, te weten de H. Franciscus, de H. Elisabeth en de H. Lodewijk.
De heilige Elisabeth van Thüringen werd geboren in Sárospatak in Hongarije in 1207. Zij was de dochter van Andreas II van Hongarije (1175-1235) en zijn vrouw Gertrudis van Andechs-Meranië (vermoord in 1213). Reeds op vierjarige leeftijd werd er een huwelijk voor haar "geregeld". Vanaf dat moment werd ze opgenomen in het Duitse gezin van haar toekomstige echtgenoot. In 1221 trad ze daadwerkelijk in het huwelijk met Lodewijk IV van Thüringen. Ze was zeer gelukkig met hem en ze kregen twee meisjes en een jongen.
Tijdens de hongersnood van 1226 staat zij heldhaftig de armen terzijde. Hoewel haar man haar de wacht aanzegt, gaat zij door met het bakken en uitdelen van broden. Op een dag komt ze op straat de graaf tegen, die ziet dat ze haar schort gevuld heeft. Hij laat haar het schort openen, maar in plaats van broden liggen er rozen in. Aan het huwelijk komt abrupt een einde als Lodewijk in 1227 op kruistocht is met keizer Frederik II. Hij bereikt Otranto, maar sterft aan de pest. In haar verdriet verklaart Elisabeth: "De wereld en alles wat het leven aangenaam maakt, is nu dood voor mij."
Maar het wordt haar nog moeilijker gemaakt. Omdat ze Lodewijk gezworen had nooit meer met een ander te willen trouwen, weigert ze een huwelijksaanzoek van haar zwager. Deze neemt haar kinderen af en zij wordt door de adel beroofd van al haar bezit, met inbegrip van het kasteel de Wartburg waaruit ze wordt verdreven. Van Paus Gregorius IX krijgt zij een schadeloosstelling in geld en goed en mag ze op de Marburg gaan wonen.
In 1229 wordt ze lid van de Derde orde van Franciscus van Assisi en gaat ze haar verdere leven de zieken verzorgen in het Franciscaanse ziekenhuis dat ze liet bouwen bij de Marburg. Op 24-jarige leeftijd sterft ze in 1231 op de Marburg. [2]
H. Lodewijk werd op 25 april 1214 te Poissy geboren als zoon van Lodewijk VIII en de heilige Blanca van Castilië († 1252; feest 2 december). Op elfjarige leeftijd werd hij koning van Frankrijk. Zijn moeder fungeerde als regentes. Toen hij twintig was, huwde hij met de veertienjarige Margaretha van Provence. Ze kregen elf kinderen. Het was een goed huwelijk, al maakt de heilige Franciscus van Sales melding van onderlinge meningsverschillen, bijvoorbeeld, omdat Lodewijk weigerde rijke kleren te dragen. Ook zorgde de bemoeizucht van zijn jaloerse moeder herhaaldelijk voor spanning.
Lodewijk regeerde met wijsheid en rechtvaardigheid. Hij bestreed allerlei maatschappelijke en kerkelijke mistoestanden en bevorderde de wetenschap. Hij stichtte de Sorbonne, de universiteit van Parijs. Hij was een van de eersten die toetrad tot de Derde Orde van Sint-Franciscus. Dat hield in dat hij zich in zijn privéleven hield aan de leefregel van de franciscanen. Hij stichtte veel hospitalen en ziekenhuizen, waar hij soms in eigen persoon bij de verpleging kwam helpen.
In 1248 vertrok hij vanuit Aigues-Mortes met de zesde kruistocht (1248-1250) naar Jeruzalem om het Heilige Land te veroveren. Hier werd hij gevangengenomen en pas vrijgelaten na betaling van een gigantisch losgeld. Bij die gelegenheid maakten de bemiddelingspogingen van de heilige Ivo van Nazareth († ca 1260; feest 31 januari) grote indruk op hem; een Bretonner die er op dat moment provinciaal van de dominicanen was. Na terugkeer raakte hij er niet over uitgesproken. Op de terugtocht nam hij een kostbare relikwie mee, die hij uit handen van koning Boudewijn van Constantinopel had mogen ontvangen: de doornenkroon van Christus. Om deze een waardige verering te kunnen geven liet hij bij wijze van reliekschrijn in Parijs de Sainte Chapelle bouwen, nog steeds beroemd vanwege haar 13e-eeuwse gebrandschilderde glasvensters.
Rond 1270 ondernam hij nog een tweede kruistocht. Deze had niet de bedoeling het Heilig Land te veroveren, maar richtte zich op de islamitische landen in Noord-Afrika. Tijdens deze onderneming stierf hij aan de pest, ergens in de omgeving van Tunis. [3]
Franciscus is staande ten voeten afgebeeld in ordekledij met touw en rozenkrans om zijn middel. In zijn handen heeft hij een scapulier.[4] Aan zijn rechterzijde is Elisabeth ten voeten uit afgebeeld. Zij staat met gedraaid lichaam en heeft ter hoogte van haar middel een pot, waarin rozen zitten, waar ze naar kijkt. Aan de andere kant van Franciscus staat Lodewijk. Hij is eveneens ten voeten uit afgebeeld. Zijn lichaam is gedraaid en zijn hoofd is naar links beneden gericht waar hij ter borsthoogte een doornenkrans in zijn handen heeft. Op de console staan de namen van de heiligen vermeld.

kr19a kr19b

 

 

kr19c

Heilige Familie
Reliëf van keramiek geplaatst tegen een pilaar links achter in de kerk. 
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1939, geplaatst in 1942]
Het beeld is gemaakt ter gelegenheid van 60-jarig bestaansfeest van de H. Familie in 1939.[5]
Op een console (met de tekst 1879-1939) is een zetelende Heilige Familie afgebeeld. Aan de linkerzijde is Maria met een wit kleed en een lange blauwe mantel afgebeeld. Haar bovenlichaam is gedraaid en haar hoofd naar rechts gebogen. Zij heeft geen oogcontact met haar Zoon en Jozef. Zij houdt met beide armen haar staande Zoon vast.
Jezus is staande afgebeeld. Met zijn armen maakt hij een zegenend gebaar.
Aan de rechterzijde zit Jozef. Hij heeft een lang kleed (onderaan openvallend). Zijn rechterarm houdt hij achterlangs zijn Zoon om hem te steunen. Zijn rechterhand is zichtbaar naast Jezus beentjes. Met zijn andere hand houdt hij een grote winkelhaak, op de grond geplaatst tussen zijn voeten, vast. Zijn blik is naar boven gericht.
 

 

kr19d kr19e

 

Ontwerp Heilige Familie
Er zijn een tweetal ontwerpen voor de Heilige Familie in particulier bezit:
1. De compositie van het model en de definitieve versie in de kerk zijn gelijk. Het model is minder gedetailleerd uitgewerkt.
  • owp159

2.De compositie van het model en de definitieve versie in de kerk zijn gelijk. Het model is minder gedetailleerd uitgewerkt. Zowel de stand van het hoofd van Maria als Jozef is verschillend in de twee uitvoeringen. In het model is de achterzijde (achter de H. Familie) nauwelijks uitgewerkt. Dit model lijkt een voorloper van het onder punt 1 genoemde ontwerp

  • owp194


    [1] Interieurbeschrijving kerk H.H. Nicolaas en Barbara, Valkenburg a/d Geul, niet gedateerd. In de beschrijving staat dat beeld vervaardigd is in het Atelier St. Joris te Beesel. Dit is niet correct, brief Erik Driessen (kenner van het Atelier) 25 augustus 2014.
    [2] Wikipedia, juli 2008
    [3] Wikipedia, juli 2008
    [4] Lapje gewijde wollen stof  met daarin een kruis verwerkt.
    [5] Interieurbeschrijving kerk H.H. Nicolaas en Barbara, Valkenburg a/d Geul, niet gedateerd;  In de beschrijving staat dat beeld vervaardigd is in het Atelier St. Joris te Beesel. Dit is niet correct, brief Erik Driessen (kenner van het Atelier) 25 augustus 2014.

 

Kerk:     (voormalig) H.Nicolaas

Adres:             Van Postelstraat 53, 5914 PN Venlo (Genooi)
Architect:        Grinten, Van
Kunstenaars:  Vos, Charles
 
De kerk werd op 5 december 2019 aan de Eredienst onttrokken. Het gebouw wordt verbouwd tot zorgappartementen.
"De beelden van o.a. Charles Vos en nog meer kunstvoorwerpen uit de Nicolaas kerk zijn momenteel opgeslagen in een door ons beheerde loods." [0]
 
Werken van Charles Vos :
De werken van Charles Vos hebben eerst in de voorgangers van de huidige kerk gestaan.
Hij vervaardigde vanaf 1932 zes eikenhouten beelden (zeven inclusief Sint Stanislaus) ter verrijking van het interieur van de St. Nicolaaskerk te Venlo. 
In april 1932 werd kapelaan Haenraets als opvolger benoemd van rector Jac. Janssen (benoemd tot hoogleraar aan het groot-semenarie) van de Sint Nicolaaskerk, die een hulpkerk van de Sint Martinus was. Jac. Janssen was de initiator van de verrijking van de kerk met zeven eikenhouten beelden van Charles Vos. Het eerste beeld, betreft een voorstelling van Christus Koning en werd bij zijn afscheid door hemzelf geschonken. Het tweede beeld, Sint Gertruida voorstellende, werd gefinancierd door de moeder van Jac. Janssen. Zekerheid over de financiering van de andere beelden is er niet. Wellicht dat een inzameling onder de parochianen heeft plaatsgevonden.
De beelden van Vos in de Sint Nicolaaskerk moeten tijdig in veiligheid gebracht zijn, toen het bombardement begin november 1944 de kerk verwoestte. Vervolgens hebben ze in de rectorale noodkerk aan de Bontwerkersstraat gestaan, voordat ze in de in 1961 gebouwde parochiekerk van Sint Nicolaas hun huidige plaats hebben gekregen. [1]
 
Pastoor Ars
Eikenhout
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1932-1940]
Jean Baptiste Marie Vianney of Johannes Maria Vianney, ook wel genoemd de Pastoor van Ars (8 mei 1786, Dardilly (bij Lyon) - 4 augustus 1859, Ars-sur-Formans) was parochiepriester in Ars-sur-Formans in Frankrijk gedurende 41 jaar en is een rooms-katholieke heilige.
In 1806 opende de pastoor Balley van Éculy een klein seminarie, waar Jean-Marie ging studeren. Hij was een matige leerling. Zijn priesterroeping werd echter vanwege zijn vroomheid niet betwijfeld. Hoewel hij niets van de filosofie begreep, werd hij uiteindelijk priester gewijd en als kapelaan naar Éculy gestuurd. Toen pastoor Balley daar overleed, werd Jean-Marie Vianney benoemd tot pastoor in Ars-sur-Formans, een klein dorpje in de buurt van Lyon in het huidige departement Ain. Daar wist hij door zijn preken, zijn vroomheid en zijn roep van heiligheid velen tot geloof en boetvaardigheid op te roepen. Uit heel Frankrijk kwamen mensen om bij de Pastoor van Ars te kunnen biechten. Hij stierf in Ars op 4 augustus 1859.
Jean-Marie Vianney werd in 1925 heilig verklaard door paus Pius XI. In 1929 werd hij uitgeroepen tot beschermheilige van alle parochiegeestelijken. [2]
Pastoor Ars staat frontaal ten voeten uit afgebeeld. Hij draagt zijn priesterkleding en houdt zijn handen gevouwen voor zijn borst. Zijn hoofd is iets naar rechts voren gebogen.

kr18a

Gertruda 
Eikenhout
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1932-1940]
Gertruda van Nijvel (ook van Nivelles of Rattensant) osb, België; abdis; † 659.
Zij stamde uit een familie die bijna in haar geheel uit heiligen bestond. Haar vader was de zalige Pepijn van Landen († 646; feest 21 februari); haar moeder was de heilige Ida of Iduberga († 652; feest 8 mei). Ook haar zus Begga (feest 17 december) en haar broer Grimoald (feest 16 september) worden als zaligen of heiligen vereerd.
Op het moment dat haar vader stierf was Gertruda ongeveer twintig jaar oud. Op aanraden van bisschop Amandus van Maastricht († ca 675; feest 6 februari) stichtte moeder Ida een dubbelklooster op het landgoed in Nijvel: een voor mannen en een voor vrouwen. Ida benoemde haar dochter tot eerste abdis en plaatste zichzelf als eenvoudige zuster onder haar leiding.
Er is een verhaal dat weet te vertellen dat een ridder een oogje had gehad op Gertruda. Maar zij had de voorkeur gegeven aan het kloosterleven. Met een heildronk had zij afscheid van hem genomen. Maar de man bleef verliefd en probeerde alles in het werk te stellen om haar alsnog te krijgen. Hij verkocht zelfs zijn ziel aan de duivel. Na zeven jaar was de termijn om; de duivel kwam zijn ziel opeisen. Maar omdat Gertruda bij het afscheid van haar minnaar op zijn heil had gedronken, had de duivel geen macht over zijn ziel. Zo werd hij door de verdiensten van Gertruda van de ondergang gered.
Gertruda was een goede abdis. Zij had veel zorg voor armen en zwakken, zowel buiten als binnen het klooster. Bovendien stelde zij alles in het werk om haar zusters bij te scholen. Zij liet de Ierse monniken Fursey († 650; feest 16 januari), Foillan († 665; feest 30 oktober) en Ultan († 686; feest 2 mei) komen om les te geven in bijbelkennis, liturgie en schone kunsten. Daarmee schaarde zij zich temidden van de grote vrouwen waar het Noord-Westen van Europa en de Britse Eilanden van de zogenaamde donkere middeleeuwen zo vol van zijn.
Op haar kosten werden overal in de buurt nieuwe kapellen, kerken, scholen en gasthuizen gebouwd. Ze stierf al op 33-jarige leeftijd, volkomen uitgeput. Bij de dood van haar moeder, zes jaar tevoren, had zij de leiding van het mannenklooster overgedragen aan monniken. Tot haar opvolgster over het vrouwenklooster stelde zij Wolftrude aan.
Vanuit de legende over de ridder die zijn ziel verkocht had aan de duivel, maar door Gertruda's heildronk werd gered, ontstond de drank van Sint-Gertensminne: een heildronk op vertrekkende reizigers en pelgrims: om een goede reis en behouden terugkeer. Deze heil- en afscheidsdronk ging men vervolgens ook op de doden toepassen voor hun reis naar het eeuwig leven. Men geloofde dan dat de ziel na het verlaten van het lichaam de eerste nacht bij Sint Gertrui bleef, de tweede bij de engelen en in de derde nacht ging zij tenslotte naar de plaats die voor haar was voorbestemd.
Dat zou er de reden van zijn dat Sint Gertruda meestal met muizen wordt afgebeeld; zij symboliseren de zielen van de overledenen, die eerst bij haar langsgaan.
Zij wordt afgebeeld als benedictinesser abdis, met kruis, kelk, katten, muizen en/of spinnen.
Zij is patrones van de armen en weduwen, van herbergiers en reizigers en van tuin- en veldvruchten. Zij wordt aangeroepen tegen ratten- en muizenplagen. [3] 
Gertruda is afgebeeld in haar ordekleding. Haar rechterhand komt onder haar mantel, ter borsthoogte, uit. In deze hand draagt ze een kelk. In haar andere hand houdt ze een gekrulde staf vast die naast haar op de grond rust. Langs de staf kruipt een muis omhoog.

kr18b

Ontwerp Gertruda
Particulier bezit
Klei, later overgeschilderd in grijstint
Gesigneerd Ch. Vos, gedateerd 1932 (beiden aan onderzijde vermeld)
Afmetingen: hoogte 20cm, breedte 7cm en diepte 7cm
Tekst onderaan: S Gertrudis
Het ontwerp is minder gedetailleerd dan de definitieve versie. Vooral aan de linkerzijde is de mantel minder uitgewerkt

2218kr18b1.jpg 

foto eigenaar van het beeld

Engelbewaarder
Eikenhout
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1932-1940]
Een engel met vleugels is ten voeten uit afgebeeld en draagt een lang kleed dat aan de hals en de mouwen is afgezet met een gouden rand. Hij kijkt opzij naar rechts. Zijn rechterhand wijst naar de hemel en met zijn linkerhand gaat hij naar de schouder van het meisje. Het meisje, dwarsgezeten ten opzichte van de engel, zit geknield, met haar handen ter borsthoogte gevouwen, te bidden. Zij draagt haar lange haren in twee vlechten naar voren.

kr18c

Martinus van Tours
Eikenhout
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1932-1940] *1
Afmetingen: hoogte 135cm, breedte 48cm en diepte 38cm *1
Martinus van Tours (397) is met het naar beneden gerichte hoofd "en face" en staande ten voeten uit afgebeeld. Als bisschop draagt hij een mijter en is hij gehuld in een lange met smalle plooien versierde albe en een stola, die beide door goudkleurige randen worden geaccentueerd. Martinus blikt ernstig neer op een vrouw, die voor hem geknield zit. Hij geeft haar een doek, die verwijst naar de helft van de door Martinus met zijn zwaard in tweeën gescheurde soldatenmantel, die hij als legerofficier aan een bijna naakte bedelaar had gegeven bij de stadspoort van Amiens. Charles Vos heeft de bedelaar uit de legende vervangen door een vrouwenfiguur. *1

kr18d

Stanislaus
In 1919 is te Venlo de studentenbond St. Stanislaus opgericht.
Rector Jansen schreef in het Jubileumboek "de studentenclub moet voor u op de eerste plaats een vormschool zijn voor later apostolaat". Naast de wekelijkse clubmis, de jaarlijkse recollectie, de kernclub, waar godsdienstige onderwerpen besproken werden, werden ook ontspannende activiteiten georganiseerd.[4]
In 1928 schreef De Limburger Koerier: "In de afgeloopen vacantie hebben we meer dan ooit gemerkt, hoe de St. Stanislas-congregatie gedurende haar negen jarig bestaan is uitgegroeid tot een ideale vereeniging voor onze Venlosche studenten. Rector Janssen, de directeur, die de ziel van de vereniging is, en het bestuur hebben er weer voor gezorgd, dat het de studenten in de vacantie aan afleiding niet ontbreekt." [5]
Op 2 september 1928 kwamen de studenten in de St Nicolaaskerk  bijeen. Een beeld van St. Stanislaus, "een prachtig stuk werk van den bekenden beeldhouwkunstenaar Charles Vos voorstellend St. Stanislas als edelknaap" [6], werd ingezegend.
Na de inzegening werd een plechtige Hoogmis opgedragen door Rector Janssen, de studenten voerden zelf de liturgische gezangen uit, onder leiding van kapelaan Roncken.
Waar het beeld geplaatst is, is onbekend; in het gebouw van de studentenvereniging of in de Nicolaaskerk. Het beeld kreeg uiteindelijk een plaats in de Nicolaaskerk.
 
Stanislaus was een jongen van Poolse adel, geboren op 28 oktober 1550 op slot Rostków. Vader wilde, dat hij en zijn oudere zoon Paul door de jezuïeten zouden worden gevormd. Daartoe zond hij ze naar het pas opgerichte Jezuïetencollege te Wenen. Daar woonde Stanislaus in hetzelfde huis als zijn broer, maar deze was een nogal heerszuchtig type, en bovendien moest hij eigenlijk niets van de Jezuïeten hebben. Stanislaus wel. Hij verlangde naar iets anders in zijn leven, maar besefte, dat hij met zulke idealen bij zijn broer niet hoefde aan te komen. Ook vader zou er vast niet mee ingenomen zijn. Dus brak hij met zijn milieu, kleedde zich als een zwerver en ging op weg: ver van zijn broer en nog verder weg van zijn ouderlijk huis in Polen. Hij begaf zich naar Augsburg 450 kilometer verderop! Daar meldde hij zich aan bij de Jezuïeten.
In Augsburg kreeg hij te horen, dat hij door moest reizen naar Dillingen (nog eens veertig kilometer). Daar woonde Petrus Canisius, één van de belangrijkste Jezuïeten van dat moment in de Duits sprekende landen. Die zou wel raad weten. Deze stuurde de jongen met twee Jezuïetenstudenten door naar Rome: dat was nog eens duizend kilometer! Nu was hij ver genoeg weg van de invloedssfeer van thuis, en werd aangenomen als novice in de orde der Jezuïeten. Niet lang daarna stierf hij op 15 augustus 1568, nog geen 18 jaar oud. [7]

kr18e

Johannes de Doper
Eikenhout
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1932-1940] *1
Afmetingen: hoogte 125cm, breedte 37,7cm en  diepte 31,5cm *1
Johannes is driekwart naar rechts gewend, staande ten voeten uit afgebeeld. Zijn gelaatsuitdrukking is erg nors.
Verwijzend naar zijn verblijf in de woestijn, draagt Johannes een kameelharen kleed, dat deels wordt verhuld door een mantel. Ten teken van Christus' doop in de Jordaan loopt de sokkel rechts vooraan over in de stroming van de rivier en houdt Johannes een doopschelp met zijn gebogen rechterhand dicht tegen zich aan. In zijn omhoog geheven linkerhand houdt Johannes een lange kruisstaf met vaan. Deze kruisstaf, die aan de voorzijde door een goudkleurige band wordt geaccentueerd, is zowel het attribuut van de Verrezen Christus als van Johannes de Doper. *1

kr18f

Christus Koning
Eikenhout
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1932-1940]
Een gekroonde Christus (met Heilig Hart) is ten voeten op een console staande afgebeeld. Over zijn kleed draagt hij een opengevallen mantel. In zijn linkerhand, op borsthoogte, heeft hij de wereldbol vast. In zijn rechterhand, ter hoogte van zijn middel, houdt hij een gouden stang vast waarlangs een slang kronkelt.

kr18g

[0] Email P. Dullaert 30 mei 2022
[1] Thoben P., Charles Vos in pronkstukken Venlo 650 jaar stad, Venlo 1993 blz 300
[2] www.wikipedia.nl , juli 2008
[3] www.heiligen-33.nl, juli 2008
[4] Lustrumboek uitgegeven bij het 20-jarig bestaan van de RK Studentenclub “St. Stanislas”, Venlo 1938
[5] Limburger Koerier 4 september 1928
[6] Limburger Koerier 4 september 1928
[7] www.heiligennet.nl, februari 2013
 
 
*1 Paulussen  Charles Vos 1888-1954, tentoonstelling 13-11-1994 tot en met 29-01-1995, Gemeentemuseum voor Religieuze Kunst Jacob van Horne, Weert 1994

Kerk:     (voormalig) St. Gemmakerk

Adres:             Bremstraat 5, 6134 TZ Sittard (Sanderbout)
Architect:         Boosten, Alphons en Palmen
Kunstenaars:   Laudy, Eugène
                        Vos, Charles
 
De kerk werd in 2013 aan de Eredienst onttrokken en werd omgebouwd tot een wijkcentrum.

Werken van Charles Vos: 

Enkele houten sculpturen[1]

 


[1]  Schiphorst A.J.N. Boosten 1893-1951 Rotterdam 2006.
Mevrouw Bons-Arts (kerkbestuur) geeft in een brief van 17 juni 2008 aan dat er zich geen houten sculpturen van Charles Vos in de kerk bevinden.

Kerk:     (voormalig) H. Familiekerk/ Vincentius a Paulo

Adres:               Akerstraat 99b, 6445 CN Brunssum (Langeberg)
Architect:          Boosten, Alphons
Kunstenaars:    Nicolas, Joep
                         Vos, Charles
De H. Familiekerk werd op 16 juni 2013 aan de eredienst onttrokken. In een stoet werden de kunstschatten van de kerk overgebracht naar de kerk van Vincentius A Paulo (adres: Prins Hendriklaan 380, 6443 AE Brunssum). Van Charles Vos verhuisden de Heilige Familie, Jozef met Kind en het Heilig Hart. naar de Vincentius a Paulo.[1]
Het beeld van de H. Barbara is in 2013 in bruikleen gegeven aan het tegenover de kerk gevestigde Mijnwerkersmuseum Brunssum (Prins Hendriklaan). [2]

Werken van Charles Vos: [3]

Heilige Familie
Eikenhouten beeld
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1952]
Afmetingen: hoogte 85cm, breedte 60cm en diepte 28cm (ongeveer), 100kg

Op 16 december 1948 werd pastoor Rouwet geïnstalleerd in Langeberg. Hij ontving van de parochianen een enveloppe met een geldbedrag. Hij wilde het besteden aan de aankoop van een eikenhouten beeld van de Heilige Familie. Enkele parochianen gaven nog een extra gift. Vos kreeg de opdracht het beeld maken. De pastoor wilde dat elk gezin een foto van het beeld zou ontvangen.[4] Het beeld stond tot de inzegening van de nieuwe kerk in 1952 in de noodkerk. [5]

Maria zit op een zetel, met haar voeten op een verhoging. Tegen de buitenkant van de zetel onderaan staat een vaas met bloemen. Het kindje Jezus staat ten voeten uit, met gespreide armen, op de bovenbenen van Maria. Maria's linkerarm is om het kind geslagen ter hoogte van zijn middel. In haar rechterhand rust de rechterhand van het kind. Maria kijkt schuin links naar beneden naar haar kind.
Jozef is staande, naast de zetel, afgebeeld met zijn linkerbeen naar voren. In zijn linkerhand heeft hij de gekromde wandelstok, die naast hem op de grond rust, vast. In zijn rechterhand rust de linkerhand van zijn zoon.

kr16a

Barbara
Houten beeld
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1952]
Afmetingen: hoogte 110cm, breedte 40cm en diepte 30cm (ongeveer)
Barbara († 206?) is een christelijke heilige. Zij zou gewoond hebben in Nicomedië in Klein-Azië. Haar heidense vader, Dioscurus, sloot haar op in een toren om haar te vrijwaren van de vele jongemannen die naar haar hand dongen. Ook liet hij een badhuis voor haar bouwen, zodat ze geen gebruik hoefde te maken van de openbare baden. Dit badhuis bevatte oorspronkelijk twee ramen, maar op verzoek van Barbara werden het er drie (zij had zich in het geheim tot het christendom bekeerd en wilde op deze manier de heilige Drievuldigheid eren). Toen haar vader haar bekering bemerkte, onthoofdde hij haar, maar werd daarop zelf door de bliksem dodelijk getroffen.
Op grond hiervan geldt de H. Barbara als beschermster tegen brand en bliksem en tegen een plotselinge dood. Ook kan haar hulp ingeroepen worden als storm het land verwoest. De H. Barbara is ook de beschermheilige (ook wel: schutspatroon) van artilleristen, infanteristen, genisten, ingenieurs, mijnbouwers, brandweerlieden, architecten, boeren, dakdekkers, metselaars, bouwvakkers, klokkengieters, metaalgieters, smeden, steenhouwers, beiaardiers, koks, hoedenmakers, slagers, gevangenen, meisjes, stervenden, torens, en vestingen Op afbeeldingen zijn haar attributen onder andere een toren met drie ramen, een kanon en een martelaarspalm. [6]
De heilige Barbara is ten voeten uit afgebeeld. Over haar kleed draagt zij een mantel. Haar rechterarm houdt zij gebogen voor haar borst; in haar rechterhand houdt ze een toren vast. Haar andere arm houdt zij min of meer langs haar lichaam. Zij kijkt recht voor zich uit en heeft geen contact met de aan haar rechterzijde geknielde mijnwerker. De mijnwerker heeft gevouwen handen en is aan het bidden. Rechts draagt hij een mijnwerkerslamp. Zijn blik is recht vooruit gericht en kijkt langs de heilige Barbara heen.
Er is een beschadiging aan de rechterknie van de mijnwerker en er loopt een scheur door zijn hele lichaam.
 
De bestuurders van de Katholieke Mijnwerkersbond afdeling Langeberg en enkele mijnbeambten hebben het initiatief genomen om gelden in te zamelen onder de leden van beide afdelingen voor de aanschaffing van een fraai houten beeld van hun patrones de St. Barbara. Men wil het beeld op het feest van St. Barbara aan het kerkbestuur aanbieden voor de nieuwe parochiekerk. De Maastrichtse beeldhouwer Charles Vos is aangezocht om het beeld van St. Barbara te ontwerpen.  [7]
Op donderdag 4 december 1952 vond de inzegening plaats van het prachtige St. Barbarabeeld door Charles Vos in blank eikenhout uitgevoerd. Deze inzegening werd verricht na de plechtige Hoogmis, door kapelaan Smeets opgedragen.
Na de kerkelijke plechtigheid volgde een feestelijke bijeenkomst met gezamenlijk ontbijt in het St. Barbarahuis. Aan de koffietafel zaten mede aan bedrijfsing. Dresen van de Staatsmijn Hendrik, de nieuwe pastoor der parochie de Z.E. heer M. Haesen. de voorzitter van de Vereniging van Katholieken Mijnbeambten, de heer Hennekens, de secretaris van de Katholieken Mijnwerkersbond de heer Palmen en het kerkbestuur. In deze bijeenkomst werd het beeld officieel aan de kerk aangeboden door de heer Bolk, voorzitter van de afdeling Katholieke Mijnwerkersbond, die deze aanbieding vergezeld deed gaan van een grote ingelijste foto van het beeld.
Kapelaan Smeets noemde het geschonken beeld een prachtig symbool van de eenheid en de samenwerking, waarop de jonge parochie is gebouwd. Verder spraken tijdens deze bijeenkomst nog pastor Haesen, dhr. Aggenbach, namens de katholieken mijnbeambten der parochie, dhr. Hennekens en bondssecretaris Palmen.  [8]

kr16b

Heilig Hart
Houten beeld
Afmetingen: hoogte 115cm, breedte 40cm en diepte 35cm (ongeveer)
Christus is ten voeten uit afgebeeld. Hij staat op een console. Zijn rechtervoet is naar buiten gericht. Zijn rechterarm houdt hij, met open hand, gespreid. Zijn andere hand houdt hij aan zijn Heilig Hart. Zijn blik is naar de hemel gericht.

kr16c

Jozef met Kind
Houten beeld
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1954]
Afmetingen: hoogte 105cm, breedte 40cm en diepte 30cm (ongeveer)
Op een console staat de Heilige Jozef, met baard,  ten voeten uit afgebeeld met zijn linkerbeen naar voren gericht. Zijn zoon staat aan zijn rechterzijde met eveneens zijn linkervoet vooruit; zijn rechtervoet is naar buiten gericht. Jozef legt zijn rechterhand op de rechterbovenarm van het kind (met nimbus). Met zijn linkerhand pakt hij de omhooggehouden linkerhand van zijn zoon vast. Het Jezuskind heeft in zijn rechterhand, die hij voor zijn middel houdt, een lelie vast.
In het midden van het beeld vanaf de console tot het middel van Jozef zit een scheur.

De week na de dood van Charles Vos werd het beeld van St. Jozef in de kerk geplaatst. [9]



kr16d 2216kr16d1.jpg

                                                                                                                                                                                                                                                                                                                  foto uit:  St. Jozef, 6 maart 1954 nr 2

Beelden op de nieuwe locatie in de Vincentius a Paulo

2216kr16d2.jpg 2216kr16d3.jpg2216kr16d4.jpg

foto's: J. Maessen


[1]  Limburgs Dagblad 16 juni 2013 (digitale versie); artikel opgenomen op www.demijnen.nl op 17 juni 2013; email J.Maessen 8 juni 2022
[2]  Email J. Maessen 8 juni 2022
[3]  Gesprek met pastoor W. van Zandvoort, 10 juli 2008: De beelden zijn sinds de inzegening van de kerk in 1952 in de kerk aanwezig. Het beeld van H. Familie stond ook al in de noodkerk. De scheur in het beeld van de H.Jozef is van meet af aan geweest.
[4]  Limburgs Dagblad 4 maart, 1 april, 12 augustus 1952
[5]  Mededeling pastoor W. van Zandvoort 10 juli 2008
[6]  Wikipedia, juli 2008
[7]  Limburgs Dagblad 11 augustus 1952; Limburgs Dagblad 2 en 5 december 1952
[8]  Limburgs Dagblad 5 december 1952
[9]  Limburgs Dagblad 23 februari 1954
 
maandag, 22 juni 2009 00:00

Gerardus Majella (Heerlen)

Kerk:     Gerardus Majella

Adres:            Heerenweg 45, 6414 AC Heerlen (Heksenberg)
Architect:        Boosten, Alphons
Kunstenaars:  Eyck, Charles
                       Nicolas, Joep
                       Nicolas, Suzanne
                       Smeets, René
                       Vos, Charles

In Heksenberg bestond behoefte aan een eigen parochie.
Mgr. L. Schrijen verzocht op 1 mei 1931 kapelaan G. Honée uit Heerlerheide uit te willen zien naar een geschikt terrein in de nabijheid van de woninggroep "Thuis Best" Herenweg en de Oranje Nassau IV om er een nieuwe parochie te stichten.
De Heren van der Lande verklaarden zich bereid om het terrein aan de Hei- Grindelweg gratis ter beschikking te stellen.
De naam van de nieuwe parochie zou H. Gerardus Majella te Heksenberg-Heerlen worden. In 1932-1933 werd gestart met de bouw van een school waar een noodkerk in werd gevestigd. 
Op 19 maart 1933 vond in de kleine noodkerkje op de zolder van de huidige basisschool de sluiting plaats van het tribuun ter ere van de H. Gerardus. Na de feestprediking werd het nieuwe, eikenhouten beeld, gezegend en de kerk toegewijd aan de heilige. [0]
De daaropvolgende jaren werden benut om fondsen te werven voor de bouw van de parochiekerk. Architect Boosten uit Maastricht maakte het ontwerp en de aanbesteding werd op 19 november 1936 gegund aan J. Heijnen uit Heerlerheide voor het bedrag van fl. 75.000 (ruim € 34.000). Op 29 november werd de eerste spade door kapelaan Honée in de grond gestoken, waarna de eerste steenlegging gevierd werd op 18 september 1937.
In juli 1938 kon de kerk voor de eredienst in gebruik worden genomen. De plechtige consecratie vond plaats op 18 juli 1938.
Ook aan de inrichting werd veel aandacht besteed. Een keur van bekende kunstenaars  (o.a. Eyck, Suzanne en Joep Nicolas, René Smeets en Charles Vos) zorgde voor de inrichting. [1]

Werken van Charles Vos: [2]

Maria
Locatie: rechter zijaltaar. Het beeld is gemaakt van keramiek.
Maria zit op een zetel. Zij heeft een lang kleed aan. Haar hoofddoek hangt bijna tot op de grond. Zij omvat het kindje Jezus, dat op haar schoot is gezeten, met beide armen. Jezus kijkt voor zich uit. Met zijn vingertoppen raakt de vingertoppen van Maria's linkerhand aan. Zijn linkerhand ligt op de linkerhand van Maria.

kr15a

                                                                                                                                           foto parochie Gerardus Majella

Gerardus Majella 
Eikenhout
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1933] *1
Afmetingen: hoogte 119cm, breedte 45cm en diepte 25cm
Gerardus Majella werd op 23 april 1726 in Muro bij Napels als zoon van een eenvoudige kleermaker geboren. Zijn vader stierf toen Gerardus 12 jaar oud was, waarna de jongen werd uitbesteed bij een gildebroeder om het vak van kleermaker te leren. Tenslotte vond hij zijn bestemming en trad op 23-jarige leeftijd in als lekenbroeder bij de redemptoristen. Hij leidde een leven van versterving en zelfgekozen pijniging. Vooral in de laatste drie jaar van zijn leven bleek Gerardus over mystieke gaven te beschikken: regelmatig verkeerde hij in extase, werd op twee plaatsen tegelijk gezien, kon gedachten lezen, deed voorspellingen en verrichtte wonderen. In 1755 overleed hij. Al snel verspreidde zich een devotie tot deze volksheilige over Europa, mede door de wonderen, die op zijn voorspraak gebeurden. In 1875 werden al 77 wonderen vermeld. Na in 1893 zalig te zijn verklaard, werd hij op 8 december 1904 door paus Pius X heilig verklaard. Na de heiligverklaring nam de devotie voor Gerardus Majella een hoge vlucht. Vooral door toedoen van de redemptoristen werden ook in Nederland en België veel kerken aan hem gewijd. [4]
Op zondag 19 maart 1933 vond in het kleine zolderkerkje de sluiting plaats van het triduum ter ere van de H. Gerardus. Na de feestprediking werd het nieuwe, kunstvolle beeld, gezegend en de kerk toegewijd aan de Heilige. [5]
De krant schreef over het beeld:
"Het is een opvallend natuurlijke groepering- de mijnwerker in mannelijke, edele overgegevenheid, de vrouw de werkelijk vrouw, al haar ellende uitschreidend, in haar smekende, klagende lichaamshouding; het kind met de kleine poezelhandjes spelend met den aureool. Naast deze groep, die u bij alle uitdrukking van leed en zorgen, toch niet aan wanhoop doet denken, maar aan een zeer diepe, bijna tragische berusting, -de heilige. Met een zekere machteloosheid in zijn houding, maar ook een onmetelijk medelijden. Door er na te kijken, wordt ge overtuigd van zijn hulp en troost.
Het is een heerlijk beeldje. Zijn maker schijnt te weten, wat er in het hart van een nog niet bedorven werkman omgaat, en wat in de vrouw, die moeder is en nood
Ik praat nu liever niet verder over de kunstwaarde van het beeld.
Ik wilde alleen twee dingen: Dat de rijkeren, die het zien, bewogen werden tot daad-wewrkelijke naastenliefde; en de armen, die het zien, tot de sublieme, diepe, aandoenlijke overgave, die de beeldhouwer in de man, de vrouw en het kind heeft weten uit te drukken." [6]
Aan de linkerkant van het priesterkoor staat  het beeld van de Heilige Gerardus (de patroonheilige). Hij is, met nimbus, ten voeten uit staande op een console afgebeeld. In zijn handen, op borsthoogte, houdt hij een kruis vastgeklemd. Aan de voeten van de Heilige Gerardus is een biddende mijnwerker vol geloof neergeknield (met hoofd naar rechts omhoog gericht naar de heilige). Aan de linkerzijde van de heilige (op borsthoogte)  is een moeder met kind afgebeeld. Zij stellen zich onder bescherming van de heilige.
Hierdoor is de Heilige, als Patroon van de werkman en van moeder en kind voorgesteld. Gesymboliseerd is St. Gerardus' bescherming van het mijnwerkersgezin. [7]

 

kr15b

                                                                                                                                                            foto parochie Gerardus Majella

Antonius van Padua
Achter in ons kerkgebouw (links van de hoofdingang) staat het beeld van de Heilige Antonius, omringd door gedachteniskruisjes aan overleden parochianen. Antonius staat op een console en is ten voeten afgebeeld. Om zijn kloostergewaad heeft hij ter hoogte van zijn middel een touw. Zijn rechterarm, met open hand, wijst naar beneden. Met zijn linkerarm houdt hij het kind, dat met zijn  rechterarm naar hem wijst en naar hem opkijkt, vast. Onder het kind een geopend boek. Vooraan, onder het kind, staat de console een vaas met een bloem.

 

kr15c

                                                                                                                                                          foto parochie Gerardus Majella

Opmerking: *1

Een afbeelding van het beeld werd door pastoor G. Honée in 1933 op een bidprentje van de parochie geplaatst.

 

2215kr15c12215kr15c2

 

Er is nog een tweede bidprentje met op de voorzijde de afbeelding van het beeld en op de achterzijde een gebed:
 
O God, die den H. Gerar-
dus van zijne jeugd af tot
U hebt willen trekken en
gelijkvormig maken aan
het beeld van Uw ge-
kruisten Zoon, geef bid-
den wij U, dat wij  door de
navolging zijner voor-
beeld mogen gevormd
worden.
Door denzelfden Chri-
tus onzen Heer. Amen.
 
Cum appr. Eccl.
Gulielmus
Episc. Rur. 30-9-’33.
Hartelijk dank voor Uwe milde
bijdrage.
 
            G.  Honée, Pastoor.
            St. Gerardus-Parochie
            Heksenberg-Heerlerheide
            Giro No. 85638

 2215kr15d3.jpg 2215kr15d4.jpg

Ontwerp Gerardus Majella:
Gips, bruin geschilderd
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1933] *1 [8]
Afmetingen: hoogte 119cm, breedte 45cm en diepte 25 cm *1

Uit de vergelijking met het uiteindelijke beeld blijkt, dat Charles Vos dit ontwerp nauwgezet heeft gevolgd, inclusief sokkel, gelaatsuitdrukking en details als plooivallen in de kleding. Op het ontwerp komt in de nimbus de inscriptie: "H. GERARDVS BID VOOR ONS" voor. Deze ontbreekt bij het houten beeld.

2215kr15d2

collectie Peters Smeets

 

Ontwerp Antonius van Padua met Kind
Gips, bruin geschilderd
Niet gesigneerd, niet gedateerd  *1
Afmetingen: hoogte 47cm, breedte 20cm en diepte 8cm *1
Gekleed in franciscaans habijt staat Antonius frontaal ten voeten uit afgebeeld. Achter zijn hoofd bevindt zich een nimbus. Links naast hem bevindt zich een in perspectief weergegeven bidstoel met daarop ligt een opengeslagen boek. Voor de stoel staat een vaas met een lelie, verwijzend naar de zuiverheid van de heilige. Boven de bidstoel "zweeft" het Christuskind, dat aan Antonius verschijnt. *1
 

[0]  Arets Lei, Parochiekerk St. Gerardus Majella Heksenberg, Heerlen z.d., blz. 31 
[1]  Beaujean, Heksenberg 1932-1957, Heerlen 1957. De tekst is ontleend aan de bijdrage van pastoor G. Luchtmann uit het hoofdstuk "Jubileum van de parochie", blz. 8-15
[4]  Wikipedia, juli 2008
[5]  Parochie Heksenberg, Limburger Koerier, 22 maart 1933, Limburgsch Dagblad 22 maart 1933
[6]  Heksenberg en Charles Vos; Limburger Koerier, 16 maart 1933, blz. 6, Limburgsch Dagblad 16 maart 1933
[7]  Van Besouw, 50 jaar parochiekerk St. Gerardus Majella, Heksenberg 1988
[8] Collectie Peters Smeets

 

 
*1 Paulussen  Charles Vos 1888-1954, tentoonstelling 13-11-1994 tot en met 29-01-1995, Gemeentemuseum voor Religieuze Kunst Jacob van Horne, Weert 1994

Kerk:     Johannes de Doper

Adres:               Postbeemden, 6471 AA Kerkrade (Eygelshoven)
Architect:          Boosten, Alphons en Ritzen
Kunstenaars:    Eggen, Eugène
                         Eyck, Charles
                         Jonas, Henri
                         Laudy, Eugène
                         Stassen, Jos
                         Vos, Charles

Werken van Charles Vos:

Voorstudie H. Barbara
Gips, houtkleurig
Niet gesigneerd, niet gedateerd
Afmetingen: hoogte 64cm, breedte 20cm en diepte 18cm 
 
Het beeld hangt op in een zaal bij de zij-ingang van de kerk.
Het is een voorstudie gemaakt voor het houten Barbara-beeld in Johannes de Doperkerk in Mechelen. De voorstudie in gips en de definitieve versie in hout komen met elkaar overeen. Alleen het ontwerp is op schaal gemaakt. De console met de tekst RKMB 1947 ontbreekt bij het ontwerp.

 

kr14e kr14f  

 

kr14g

 

maandag, 22 juni 2009 12:06

H. Joseph (Heerlen)

Kerk:     H. Joseph

Adres:             St. Josephstraat 20, 6431 XK Heerlen (Passart)
Architect:         Boosten, Alphons
Kunstenaars:   Franssen, Gilles
                        Franssen, Jules
                        Vos, Charles 

Werken van Charles Vos:

kr12a

 

Vieringaltaar
Het altaar is van marmer gemaakt en dateert uit 1951.
Twee stipes met daarop een mensa. Op de voorzijde van beide stipes zijn reliëfs aangebracht voorstellend het offer van Melchisedek en het offer van Abraham. De zijkanten van de stipes hebben cannelures.
Melchisedech [1]
Het optreden van Melchisedech staat in de context van een oorlog tussen verschillende stadstaten. Abraham heeft met zijn mannen hierin meegevochten, omdat zijn neef Lot door de vijandige partij was meegevoerd. Toen Abraham Lot had weten te bevrijden en weer op de terugtocht was, kwam de koning van Sodom hem tegemoet in de Sawevallei, ofwel de Koningsvallei.
De koning van Salem, Melchisedech, liet brood en wijn - een feestmaal - brengen. Vervolgens vermeldt de Bijbelse tekst dat Melchisedech priester van God, de Allerhoogste, was. Hij spreekt de volgende zegen over Abraham uit:
'Gezegend zij Abraham door God, de Allerhoogste,
schepper van hemel en aarde.
Gezegend zij God, de Allerhoogste:
uw vijanden leverde hij aan u uit.'
Daarna gaf Abraham aan Melchisedech een tiende van wat hij had heroverd. Hieruit blijkt dat Abraham Melchisedech erkende als zijn meerdere.
Mechisedech is als priester staande ten voeten uit afgebeeld. Hij draagt een misgewaad (over kleed een openvallende mantel die over zijn gespreide armen hangt). Hij heeft lange haren en draagt een baard. In zijn rechterhand houdt hij een beker met wijn vast. In de andere hand een brood. Links boven zijn hoofd is de tekst:
SECUNDUM
ORDINEM
Rechts de tekst:
MELCHISE
DECH
 
2212kr12b
 

kr12b 

 

Abraham
De eerste voorvader van de Israëlieten was Abraham. Hij kwam uit de Zuid-Mesopotamische stad Ur. Ur lag aan de rivier de Eufraat. Een deel van zijn familie ging in Haran wonen, enkele kilometers ten noorden van Ur. Toen zijn vader Tera stierf, riep God Abraham en zei tegen hem dat hij op reis moest naar een beloofd land. Dit land heette Kanaän en hier bleef Abraham de rest van zijn leven wonen. In Kanaän leidde hij met zijn metgezellen een nomadenleven, ze trokken van plek naar plek op zoek naar water en eten.
De Hebreeuwse Bijbel vertelt dat God, toen Isaäk nog een jongen was, het geloof van zijn vader Abraham heel erg op de proef heeft gesteld, door hem te vragen Isaäk te offeren. Juist toen Abraham op het punt stond hieraan gehoor te geven, kwam een engel tussenbeide en Isaäks leven werd gespaard. Doordat Abraham zoveel voor God over had, sloot God een verbond met hem, en beloofde dat zijn nakomelingen rijk gezegend zouden worden.[2]
Een zij-aanzicht (naar links gericht) van Abraham en zijn zoon Isaäk. Isaäk zit op zijn knieën met gebogen hoofd voor zijn vader die met zijn linkerhand diens zoon schouder vasthoudt. In zijn rechterhand heeft Abraham een dolk waarmee op het punt staat zijn zoon te doden. Een engel houdt met zijn linkerhand de actie van Abraham tegen. Rechts beneden in het struikgewas is een hert dat opkijkt naar de scène.

kr12d 

 

kr12e

 

 


[1] www.corneliusparochiebeuningen.nl; www.statenvertaling.net; wikepedia; oktober 2009
[2] Wikepedia, oktober 2009

 

Kerk:     St. Petrus Banden

Adres:              Dorpsstraat bij 76, 6227 BP Maastricht (Heer)
Architect:         Franssen
Kunstenaars:   Laudy, Eugène
                        Levigne, Huub
                        Loontjes, Harry
                        Nicolas, F
                        Vos, Charles

Werken van Charles Vos:

Christus altaarreliëf (rechts van het altaar)
Geglazuurd keramiek. (1944) [1]
Pastoor Merckelbagh (1895-1987, pastoor te Heer van 1939-1956) benaderde Charles Vos om twee altaren te vervaardigen in terracotta ter ere van het H. Hart en de H. Maria. Vos accepteerde deze opdracht. [2]
Op een altaar staat in een halve boog een reliëf. Centraal is afgebeeld het bovenlichaam met Christus H. Hart (met nimbus). Over zijn wit kleed is over zijn middel en beide een bruine sjaal gedrapeerd. Hij houdt zijn handen (met stigmata) open en gespreid; zijn rechter zegenend naar boven en zijn linker zijwaarts. Zijn blik is naar de toeschouwer gericht.
Aan zijn linkerzijde zit een geknielde engel (met nimbus en gespreide vleugels), met een bruin kleed, die in zijn omhooggehouden handen een kelk (links) met hostie (rechts vasthoudt.
Aan Christus rechterzijde is een eveneens geknielde engel (met nimbus en gespreide vleugels) die een blauw kleed draagt. Zijn beide handen omvatten een schuin omhoog gericht kruis.

kr13a

Maria-Altaarreliëf  (links van het altaar)
Geglazuurd keramiek. (1944) [3]
Op een altaar staat een in een halve boog een reliëf. Centraal is afgebeeld Maria met op haar rechterarm het kindje Jezus. Maria, met nimbus, heeft over haar lange haren een sluier en is draagt een wit kleed met daar overheen een blauwe mantel. De linkerzijde van haar gezicht ligt opzij op het hoofd van haar zoon. Met haar rechterhand ondersteunt zij het linkerarmpje van Jezus die daarin de wereldbol vasthoudt.
Aan de rechterzijde van Maria zit een engel met gespreide vleugels. Hij draagt slechts een lendendoek. In zijn gespreide armen draagt hij van links onder naar rechts boven een banderole met de tekst "AVE MARIA".
Aan haar andere zijde zit een engel met gespreide vleugels. Ook hij draagt slechts een lendendoek. In zijn gespreide armen houdt hij banderole vast met de tekst "GRATIA PLENA".

kr13b

Voorstudie
Eigendom en locatie onbekend.
Een schetsmatige voorstelling (de teksten ontbreken) die later werd uitgevoerd.

2213KR13b1.jpg 

Jozef met Kind
Houten beeld
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1944] [4]
Ook op verzoek van pastoor Merckelbagh werd een beeld van de H. Jozef vervaardigd. [5]
Jozef, met baard en lange haren, is ten voeten uit afgebeeld staande op een console. Zijn rechtervoet is naar voren geplaatst. Zijn hoofd is ietwat naar links beneden gericht op zijn zoon. Over zijn kleed draagt hij een over zijn linkerschouder schouder vallende mantel. In zijn rechterhand houdt hij een winkelhaak vast. Met zijn linkerhand heeft hij Jezus op diens linkerschouder vast. Het kindje loopt links naast hem, met zijn rechtervoet eveneens vooruit. Hij heeft lange haren en zijn blik is op de toeschouwer gericht. Met zijn rechterhand maakt hij met twee vingers omhoog een zegenend gebaar. In zijn linkerhand, ter hoogte van zijn middel, een bewerkt stuk hout vast.

kr13c 2213kr13e

                                                                                            foto Peters Smeets

Voorstudie
Jozef met Kind
Particulier bezit
Gips
Niet gesigneerd, niet gedateerd [ca 1942]
Afmetingen: hoogte 52cm
 
 

collectie Peters Smeets

 


[1] Venne j van de, Geschiedenis van Heer, Heer 1959, blz 348
[2] Aerts F, 100 jaar ôs toes in Hier, ter gelegenheid van 100 jaren St. Pettrus' Banden 1905-2005, Maastricht 2005, blz 23/24 - 79
[3] Venne j van de, Geschiedenis van Heer, Heer 1959, blz 348
[4] Venne j van de, Geschiedenis van Heer, Heer 1959, blz 350
[5] Aerts F, 100 jaar ôs toes in Hier, ter gelegenheid van 100 jaren St. Petrus' Banden 1905-2005, Maastricht 2005, blz 80