www.charlesvos.nl

DefaultCms2CmsCategory

DefaultCms2CmsCategory (310)

URSULINEN MET KINDEREN (voormalige Ursulinenschool)
Adres: School, Capucijnenstraat 118, Maastricht
Beeldengroepen van Ursulinen met kinderen [1]
Beide zijreliëfs: Franse kalksteen
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1934]
Afmetingen: beide reliëfs 150cm x130cm
Reliëf boven de ingang

ospm10a

Architect A. Boosten maakte in 1934 het ontwerp voor de nieuw te bouwen kweekschool van de Ursulinen van de Romeinse Unie. In 1980 werd de Montessorischool in het gebouw gevestigd.
Beide zijreliëfs, die zich bevinden aan weerszijden van de hoofdingang, beelden het begeleiden van schoolkinde­ren door de Zusters Ursulinen uit.
LINKERRELIËF:
Links staat, "en face", een Ursuline met voor haar beide dochters van Charles Vos, Jeanne en Fien. De tienjarige Jeanne staat links op een verhoging, gekleed in een blouse met stropdas en een overgooier. Zij heeft kort krullend haar. Haar blik is naar links gericht. In haar rechterhand (langs haar lichaam) heeft ze een boek dat zij aan de bovenkant vastpakt met haar andere hand. De non achter haar legt haar rechterhand op Jeanne's schouder.
Haar zus, Fien van twaalf jaar, staat rechts van haar. Zij draagt eveneens een blouse met stropdas en een overgooier. Fien heeft een pagekapsel. Haar hoofd is naar links gericht. Op borsthoogte houdt ze met haar linkerhand een boek tegen haar lichaam aan. Ook op haar schouder rust de hand van de non.
Aan de rechterzijde is een non en met een onbekend meisje, in dezelfde pose als Jeanne en Fien. Zij houdt een opengeslagen boek op haar opengevouwen handen vast. Zij kijkt naar de naast haar staande non, die met haar linkerhand naar het boek wijst, terwijl zij haar andere hand omhoog geheven houdt.
 
RECHTERRELIËF:
Nog een afbeelding van de dochters van Charles Vos. Rechts staat een non die naar de voor haar staande Fien (deels verscholen achter haar zus) kijkt. De blik van Fien is op de Ursuline gericht. Samen houden ze een opengeslagen boek vast. Jeanne, voor haar zus staande, kijkt de toeschouwer aan. Op haar open linkerhand ligt een boek. Aan de linkerzijde staat een non, die met beide handen een voor haar staande onbekende jonge vrouw begeleidt, en met haar rechterhand iets aanwijst in Jeanne's boek.

ospm10c ospm10d

  
Boven de ingangsdeur is nog een derde reliëf aangebracht.
Tegen de achterwand staat Sint Angela de Merici (de stichteres van de orde van de Ursulinen). Met haar rechterhand houdt ze zich aan de zijwand vast en in haar linkerhand houdt zij de openvallende mantel vast. Geknield voor haar zitten twee zusters in ordekledij met omlaag gerichte blik. De rechter non (voor de toeschouwer) heeft met haar linkerarm een schaap omklemd; bij de andere non staat een klein figuur dat zij bij de schouder vast heeft. 
Links naast de afbeelding: een tak bladeren met een pijl
Rechts naast de afbeelding: een kroon en een lelie

ospm10b

 

Ontwerp:
In het Van Hornemuseum te Weert is een ontwerp van Sint Angela de Merici aanwezig.
Het ontwerp is bovenaan voorzien van een onleesbare tekst (Angela de Merici?). Tussen ontwerp en definitieve versie zijn nogal wat verschillen o.a. de linkerarm van Angela de Merici, de gezichten van de twee geknielde zusters en de twee kinderen onderaan (geen schaap).

4201otpmj01a

 


[1] Dit artikel (met uitzondering van de tekst onder het kopje "ontwerp" is gebaseerd op:Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988; de maten zijn overgenomen uit genoemde publicatie.

woensdag, 29 juli 2009 00:00

Servaas (Sint Servaasbrug)

SERVAAS (SINT SERVAASBRUG)

Adres: St Servaasbrug, Maastricht
Beeld van Servaas als bisschop
Beeld en koppen, hardsteen (Belgisch graniet); beeld, afm. hoogte ca. 3m; [1]
Pas in 1932 kreeg de Maasbrug de officiële naam van St. Servatiusbrug. Bij de restauratie in 1934 werd de brug verrijkt met een beeld van de stadspatroon. [2]
Als bekroning van de restauratie van de St. Servaasbrug door Rijkswaterstaat (onder leiding van Ir. Bremen) werd een beeld van St. Servaas aangebracht aan de buitenzijde van de middenpijler.
St. Servaas is als bisschop afgebeeld. In zijn linkerhand houdt hij zijn bisschopsstaf, met zijn rechterarm maakt hij een zegenend gebaar. Links naast de heilige staat een figuur die een wapenschild met de vijfpuntige stadsster met beide handen (een boven en een onderaan) vasthoudt. Aan de andere zijde van St. Servaas staat een leviet die de Hemelse sleutel in de rechterhand heeft. [3]
Aan de bovenrand van het muurvlak met de beeltenis van de naar het zuiden gerichte St. Servaas zijn bij wijze van kraagsteen drie koppen van Maastrichtse bisschoppen (St. Monulphus, St. Gondulphus en St. Lambertus) aangebracht. Deze koppen zijn niet meer op de oorspronkelijke plaats aanwezig. [4]
 
23102 ospm09r 23102 ospm09r2.jpeg
 
oude foto                                                                                                     oude foto (foto RHCL)
 
23102 ospm09r1 ospm09s
 
kraagstenen van de bisschoppen (bovenaan)                   beeld in krant bij gereedkomen
 
 

ospm09a ospm09b

  

ospm09c  ospm09d

 

23102 ospm09c1

23102 ospm09c2

23102 ospm09c323102 ospm09c4    

 

Op de pijler waarop het beeld staat zijn aan zuidzijde zowel aan de Maastrichtse als Wijckse kant drie stenen met een afbeelding. Aan de noordzijde zijn aan de Maastrichtse kant vijf stenen met een afbeelding en aan de Wijckse kant twee. Uit literatuur wordt niet helemaal duidelijk of deze afbeeldingen door Vos zijn gekapt. Qua stijl kunnen ze zeer goed uit het atelier van Vos afkomstig zijn.

 

  

ospm09e ospm09f

                                                                                         zuidzijde: Wijck

 

 ospm09g

                                                                zuidzijde: Maastricht

 

ospm09i ospm09j

 

ospm09k ospm09l

                                                                                noordzijde: Maastricht

 

ospm09m ospm09n

                                                                                            noordzijde: Wijck

 

ospm09o

 

 

Bouwvereniging St. Servatius heeft in 1959 een kopie van het beeld laten maken door J. Eymael. Dit bevindt zich op de hoek van de Kakeberg en de Tongersestraat.


ospm09p

ospm09q

Charles Vos met Wim van Hoorn aan het werk

In de Limburger Koerier verscheen op 22 januari 1934 onderstaand artikel:

"HET BEELD VAN ST. SERVAAS Op de St. Servaasbrug.
In het atelier van Charles Vos in de oude Bonnefantenkazerne staat hoog en domineerend 't model voor het statige beeld van St. Servaas, dat straks op de St- Servaasbrug zal worden geplaatst. Het beeld is voortreffelijk geslaagd en een verrassend fraai kunstwerk geworden. De heilige steunend op zijn staf, heeft zegenend de rechterhand geheven. Links van hem gaat wapendrager der stad Maastricht, die het wapenschild met de ster torst: rechts staat een monnik, den hemelschen sleutel, welke St. Servaas van St. Petrus ontving, dragende. Het beeld zal in hardsteen worden uitgevoerd. Het wordt geplaatst tegen een der heftorens, aan op den buitenzijde van den breeden nieuwen middenpijler aan de kant van de St-Pietersberg op gericht. Het beeld dat rond drie meter hoog is, komt los van den heftoren, op een afstand van ongeveer 10 cm. daarvan te staan, zoodat het scherp naar voren springt. Aan den bovenrand het muurwerk, waarvoor de beeltenis van St. Servaas wordt geplaatst, worden drie koppen uitgehouwen voorstellende St Lambertus, St. Monulphus en St. Gondulphus."

In het Limburgsch Dagblad van 9 februari 1935 stond onderstaand artikel:

Het St. Servatiusbeeld op de brug te Maastricht BEELDHOUWWERK VAN CHARLES VOS.
In "het Gildeboek" schrijft de Maastrichtsche kapelaan Ad. Welters, secretaris van het Gilde, over het laatste beeldhouwwerk van Charles Vos, den zeer bekwamen kunstenaar, wiens arbeid onlangs ook in dit blad werd besproken. Hy prefereert het St. Servatiusbeeld op de gerestaureerde oude Maasbrug boven dat op het Vrythof: „Wy zouden zelfs nog verder willen gaan en zeggen, geeft liever de van alle kanten goed zichtbare plaats van het Vrythof aan het beeld op de brug, en plaatst dan het bronzen beeld van het Vrythof in den schemer van de Maasbrug ! Wij hebben het hier echter alleen over het bruggebeeld. Het beeld is 3 meter hoog en vormt in die afmeting een aannemelijke verhouding tot het massale geheel van brug en omgeving. Het is gemaakt van Belgisch graniet, de steen, die niet alleen weervast is, maar die ook in deze Maasstad een inheemsen steen genoemd kan worden. Sint Servaas is hier voorgesteld als Bisschop met zijn waardigheidsteekenen, mijter en staf, bovendien met zyn attributen: een draak (ongeloof - Arianisme) onder zyn voeten en links een leviet met den karakteristieken sleutel. Sleutel en staf zyn vrij bewerkt naar de bestaande modellen uit de schatkamer van Sint Servaas. Rechts staat de stadsengel met het Maastrichtsche stadswapen in de hand, n.l. een zilveren vijfpuntige ster op een rood veld. De knappe beeldhouwer heeft hier een mooi werk geleverd en goede oplossingen gevonden. Dat Sint Servaas hier boven het stroomende en gevaarlijke water „zegenend" wordt afgebeeld, is zeer juist. Met een ruime en groote hand strooit hy hier zijn zegeningen uit over stad en water en land en lucht „et omnibus habitantibus in eis" en over allen, die daar leven en sterven. De zegenende hand is vrij, en geen staf noch sleutel hindert hier de bewegingen. Hoe juist is het, dat een bisschop een staf in de linkerhand houdt en dat hy alles uit handen legt en aan zyn dienende helpers overreikt, wanneer hy den zegen gaat geven in den naam van de Allerheiligste Drieeenheid. Men vergelijke met dit Sint Servaasbeeld eens het bronzen bronnebeeld op het Vrythof. Boven het beeld staan nog eenige „koppen", eveneens door Vos gehouwen in hardsteen en bedoeld als kraagsteenen met de tamelijk onkenbare beeltenissen van Sint Monulphus, Sint Lambertus en Sint Gondulphus, eveneens drie bekende Maastrichter heilige bisschoppen. Maar verreweg het beste blijft deze Sint Servaas en wanneer men één mag maken, dan is het deze, die meer den bouwer dan den houwer raakt: Deze Sint Servaas was een betere plaats waard, of met een scripturische uitdrukking: „Ascende superius!"

Jan Beerens [5]  beschrijft het beeld van Servaas:
"De plaatsing is niet al te gunstig; het valt moeilijk, 't beeld van de brug af voldoende te beschouwen. Vos heeft echter met die moeilijkheden gerekend en de vormen groot gehouden, terwijl de markante, wilskrachtige kop van den grooten bisschop ook op een afstand suggestief blijft. Het is interessant te zien, hoe hier een kunstenaar onmiddellijk na elkaar twee beeltenissen van denzelfden heilige schiep, zonder zich te herhalen. Het beeld aan de brug geeft St. Servaas als den krachtigen bestuurder, forsch en vastbesloten, onaantastbaar in zijn waardigheid."
Voorontwerp St. Servaas op de St. Servaasbrug
Particulier bezit
Gips, bruin gepatineerd
Niet gesigneerd, niet gedateerd [voor 1934]
Afmetingen: hoogte 66cm, breedte 27cm en diepte 25cm tot 37cm (rechterarm)
 
Op een console met achterwand is St. Servaas staande afgebeeld. Het is het voorontwerp voor het St. Servaasbeeld op de St. Servaasbrug (Aw Brög) in Maastricht dat in 1934 geplaatst werd.
In grote lijnen is het stenen beeld op de brug gelijk aan het gipsen ontwerp. Opvallend is dat de heilige op de brug ineens een baard heeft. Het stenen beeld heeft in zijn mantel slechts één plooi (horizontaal) en de rechterhand is iets hoger geplaatst.
Het figuur (met wapenschild en de vijfpuntige stadsster) dat links van St. Servaas staat en de leviet aan zijn andere zijde zijn bij de stenen versie gedetailleerder uitgewerkt.
 
In 1936 werden de missieweek in Maastricht georganiseerd. Het organisatiecomité stond voor voorzitterschap van Charles Thewissen. Het comité zou worden geassisteerd door een uitgebreide optochtcommissie waar zeker twee kunstenaars deel van zouden uitmaken, nl. Charles Vos (zittende tweede van links op de foto) en Henri Schoonbrood.
De organisatoren, met zittend in het midden Charles Thewissen, werd gefotografeerd. Op de achtergrond in het midden staat het voorontwerp van het St. Servaasbeeld.

 

23102Z1.jpg

23102Z7.jpg 23102Z3.jpg 23102Z4.jpg

23102Z5.jpg

foto: collectie eigenaar van het voorontwerp

 


[1] Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988
[2] Boetskens F.,Beeldig Maastricht, Maastricht, z.j.
[3] Deze tekst is gebaseerd op: Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988
[4] Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988, huidige locatie onbekend
[5] Beerens Jan, Het beeldhouwerk van Charles Vos in RK het Bouwblad  jg. 6 nr. 11 27 december 1934, blz. 166-169
woensdag, 29 juli 2009 00:00

OLV Sterre der Zee (Hondstraat)

OLV STERRE DER ZEE (Hondstraat)

Adres: Hondstraat 18b, Maastricht
Plaquette gebakken klei en in verschillende kleuren geglazuurd
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1934]
Afmetingen: 79,5cm x 41,5cm x 13cm [1]
 
De plaquette, aangebracht in opdracht de weduwe J. Dassen-Vos, zuster van de Charles Vos , ter verfraaiing van haar in 1934 naar ontwerp van archi­tect J. Muré gebouwd huis.
Op de woelige wateren is een schip, voorzien van zeilen, dat in gevaar verkeerd, afgebeeld.
Op het schip staat een man die vertwijfeld zijn armen omhoog heft, smekend om hulp.
Maria komt deels uit de wolken te voorschijn. Zij houdt haar Zoon met haar rechterarm voor zich vast. Het Kind houdt zijn beide armen uitgestrekt. Beiden kijken naar beneden. Maria stekt haar geopende linkerhand uit als teken van hulp aan hem die in gevaar is. Onder de wolken staat de bidwegster die haar stralen zendt naar het schip in nood. [2]

 

ospm08


[1] Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988
[2] tekst van het artikel is gebaseerd op Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988

 

HENRIC VAN VELDEKEN (Veldekenplein)[1]

Adres: Henric van Veldekenplein, Maastricht  (voorheen heettte het plein Vredesplein)
Beeld brons; Sokkel en voetstuk sokkel basaltsteen
Gesigneerd CH VOS, gedateerd 1934
Afmetingen: Beeld 125cm x 56cm x 115cm; Sokkel 163cm x 56cm x 96cm (ontwerp architect A. Boosten); Voetstuk van sokkel 27cm x 76cm x 116cm [2]
Opschriften op sokkel:
voorzijde: DAT IS VAN VELDEKEN HENRIC   12de EEUW. Linkerzijde, tekst ontleend aan de Minneliederen;
DE BLITSCAP SUNDER ROUWE HET BIT EREN HE ES RIKE DAT HERTE DAT DI ROUWE IN STET DAT LEVET JAMERLIKE. (St. Servaaslegende VS 13433)
(vertaling Notermans: Hem noem ik rijk/ die een wolkenloze, eervolle vreugde geniet/ diegene die smartelijk lijdt/ in een betreurenswaardige wezen)
rechterzijde, tekst uit de St. Servaaslegende;HIJ HADDE SINTE SERVAES VERKOREN TE PATRONE ENDE TE HEREN. (St. Servaaslegende VS 292223)
achterzijde: 10 september 1934.
 
Veldeken is de eerste volkstalige schrijver van de Lage Landen die we bij naam kennen. Hij werd geboren te Veldeken, een gehucht op het grondgebied van Spalbeek (nu onderdeel van de gemeente Hasselt). Velkekens geboorte- noch sterfjaar zijn met zekerheid bekend. Hij moet omstreeks 1134 geboren zijn. Hij moet in ieder geval na 1184 gestorven zijn (omstreeks 1190?).
Veldeken schreef het Leven van Sint-Servaas, waarschijnlijk zijn eerste werk, in opdracht van heer Hessel, de koster van het Maastrichtse Servaaskapittel, en van Agnes van Metz, de gravin van Loon. Het werk bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een levensbeschrijving (vita) van Servaas van Maastricht, de beschermheilige van deze stad, die gestorven zou zijn op 13 mei 384. Dit deel wordt gewoonlijk gedateerd rond 1170; het tweede deel behandelt de wonderen van Servaas na zijn dood. Van het tweede deel van het werk wordt soms aangenomen dat het pas tussen 1174 en 1185 tot stand gekomen zou zijn.
In maart 1927 werd het Comité Henric Van Veldeken opgericht. Zij wilde de herdenking van Henric van Veldeken op een tweetal wijzen gestalte geven nl. door het uitgeven van een gedenkboek over de schrijver/dichter en door het plaatsen van beeld van hem. Voor het gedenkboek werd een prijsvraag uitgeschreven. De beoordeling van de inzendingen was toevertrouwd aan een groep professoren uit Nederland en België. Het werk van L. Rogier werd als beste beoordeeld. Zijn werk werd in 1931 door het Comité uitgegeven.
 
Charles Vos verwierf de opdracht om een standbeeld van Veldeken te ontwerpen dat op het plein tussen de St. Servaaskerk en de St. Janskerk geplaatst zou worden. De naam van het plein zou gewijzigd worden in Henric van Veldekenplein. De gemeenteraad besloot in juli 1934 het op te richten standbeeld in eigendom te aanvaarden.
Het levensgrote bronzen beeld zal de schrijver in zittende houding voorstellen, de voorzijde gekeerd naar de St. Janstoren, terwijl het gelaat naar de St. Servaaskerk is gericht.
Op 10 september 1934 werd het beeld door Mr. P. Marchant, de minister van Onderwijs, Kunst en Wetenschappen, onthuld. De Koningin had men niet uitgenodigd omdat de Staat geen bijdrage had geleverd. De minister wees hierop in zijn toespraak fijntjes "Gij hebt over dit monument den mantel der liefde gehangen. Hebt gij daarmede uw vergevingsgezindheid willen uitdrukken, ondanks het feit dat het de regeering tot haar leedwezen in verband met de tijdsomstandigheden niet mogelijk was om financiëelen steun te verleenen?"
Ook de voorzitter van het herdenkingscomité, de heer E.Jaspar, verwees even naar wat hij de "zogenaamde crisis" noemde, maar belichtte verder het grenskarakter van Maastricht en het werk van haar beroemde telg: tussen Romaans en Germaans, tussen keizer en bisschop, tussen vrome ernst en jolig carnaval, "waar de toon der kerkklok broederlijk samenklinkt met den slag der groote trom"
Enkele burgers namen aanstoot aan de naakte benen van de dichter. Een persoon dichtte
“Oppet Veldekenplein steit e beeldsje hiel klein
‘tis sjan veur Mestreech
Dee kokketeert met zien bein” [3]
In 1952 wilde in navolging van diverse andere steden,  het gemeentebestuur een openluchttheater op het hellend plein aanleggen. Het beeld van Veldeke zou dan moeten verdwijnen. Het uitgewerkte plan haalde geen meerderheid in de gemeenteraad, die fel gekant was tegen het opheffen van het idyllische plein. [4]
Op 1 oktober 1999 heeft burgemeester Houben om 17.00 uur de bronzen plaquette onthuld van de beeldhouwer Peter Schruyren waarop vermeld staat dat Henric de eerste schrijver is van de Nederlandse literatuur en dat het beeld gemaakt is door Charles Vos. [5]
Jan Beerens beschrijft het beeld: [6]
“Monumentaal is dit beeldhouwwerk zeker niet, maar de sfeer van het poëtische werd zeer gevoelig gebeeld, zoowel in de gestalte van den dichter als in 't symbolisch ornament, het duifje nestelend in de harp. Charles Vos is een beeldhouwer van ras, en al zijn de door hem gemaakte werkstukken ongelijk van waarde, het leven stroomt door al deze werken heen, nu eens heviger dan eens zwakker, maar immer bespeurbaar, want het bloed kruipt waar het niet gaan kan.”
Veldeken zit op een verhoging op de sokkel met zijn blik naar links gericht, naar de St. Servaaskerk. Hij draagt een lange, met een fibula vastgespelde mantel, die aan de achterkant over de sokkel heen valt. In zijn linkerhand houdt hij een stuk perkament vast, steunend op het rechter bovengedeelte van zijn over elkaar geslagen benen met gekruiste voeten, waarop hij aan het schrijven is.
Rechts van hem ligt op de sokkel een opgerold stuk perkament. Aan de andere zijde op de sokkel staat schuin een lier, het instrument van de minnedichter. In het midden hiervan een duif als symbool van de dichtkunst."
 
 
ospm07d
 
ospm07c
 
3102 ospm07d1.jpeg
(foto RHCL)
 
 ospm07b4
foto's onthulling beeld in 1934

 ospm07e

ontwerp voor het beeld 

   

   

ospm07a ospm07b

 

 

ospm07b1 ospm07b2

ospm07b3

 

 

Voorstudie
Collectie Limburgs Museum
Beeld van een zittende Veldeke (depotnr. L18796)
Gepatineerd gips
Niet gesigneerd, niet gedateerd 
Afmetingen: hoogte 26cm

[1] de tekst is gebaseerd op:  Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988; De Nieuwe Koerier van 2 augustus 1934 en 11 september 1934; Limburger Koerier 1 augustus 1934; De Tijd 4 augustus 1934 en 7 september 1934, Limburgsch Dagblad 13 juli 1934; Janssens, In de schaduw van de keizer, Hendrik van Veldeke en zijn tijd (1130-1230), Zutphen 2007; Wikipedia, juli 2009 
[2] Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988
[3] Minis Servé, De verbeelding van Maastricht. Kunstwerken in de openbare ruimte van de stad Maastricht; Maastricht 2015, blz.25
[4] Minis Servé, De verbeelding van Maastricht. Kunstwerken in de openbare ruimte van de stad Maastricht; Maastricht 2015, blz.26
[5] R.B., 1 oktober geit 't gebaore, Maaspost 1 september 1999
[6] Beerens Jan, Het beeldhouwwerk van Charles Vos in RK het Bouwblad  jg. 6 nr. 11 27 december 1934, blz. 166-169
dinsdag, 28 juli 2009 06:54

Profaan werk

 

Ukunt in de linkerkolom kiezen tussen:

 

 

1. Maastricht

 

2. Buiten Maastricht

 

 

ospm19b

 

Mooswief Maastricht

 

Beelden en reliëfs (oud Gouvernement)

Adres: Oud Gouvernement, Bouillonstraat 1, Lenculenstraat 26, Maastricht
Een standbeeld, twee beeldengroepen en een eenen­twintigtal reliëfs.
Beeld en beeldengroepen en figurale reliëfs: zand­steen; reliëfs; hardsteen.
Afmetingen: Beeld 132cm x 40cm x 6cm; Beeldengroepen 180cm x 66cm x 166 cm; Sokkel 249cm x 66cm x 166cm; Reliëfs toren 100cm x 80cm; Reliëfs ramen  63cm x 41,5cm; Figurale reliëfs
175cm x 55cm x 30 cm [1]

In 1854 verkocht de Gemeente haar eigendom in de Bouillonstraat aan het Rijk, die er het Gouvernement van Limburg vestigde. Het oude gebouw werd vanaf 1929 afgebroken en vervangen door nieuwbouw. Het ontwerp voor het nieuwe gebouw was rijksbouwmeester G.C. Bremer en werd in 1935 voltooid. Rechts van het toren lagen de provinciale kantoren, links daarvan de representatieve ruimtes voor ontvangsten. Een haaks erop staande tuinvleugel was de ambtswoning van de gouverneur. [2]

De plattegrond moest aangepast worden aan de beschikbare ruimte en rekenend houdend met het hoogteverschil. In de Lenculenstraat lag de ingang van het Statengebouw, om de hoek in de Bouillonstraat de Griffie en de gouverneurswoning.

Het gouvernementsgebouw werd later in eigendom overgedragen aan de Universititeit.

Op 1 juli 1935 werd het nieuwe gouvernementsgebouw, in aanwezigheid van zes ministers, de Statenleden, de gouverneur van Belgisch Limburg, de Commissaris van de Koningin van Noord-Brabant, leden van Eerste en Tweede Kamer, de Statenleden en vele hoogwaardigheidsbekleders uit het bedrijfsleven en genodigden plechtig geopend. [3]
 
ospm06m ospm06n

publicatie in de krant na gereedkomen gebouw
 
 

 ospm06a ospm06b

 

 De façade is versierd met door Charles Vos ontworpen en uitgevoerde reliëfs, die wapens voorstellen.

Aan de voor- en achterzijde van de toren is het wapen van de Provincie aangebracht, geflankeerd aan weerszijden door de wapens waaruit het is samengesteld. [4]
Wapen Provincie Limburg [5]
In het Limburgse provinciewapen zijn de wapens van de vier voornaamste vorstendommen opgenomen waarvan delen, tot de komst van de Fransen in 1794, behoorden tot de tegenwoordige provincie Limburg. Het wapen van Limburg is een afspiegeling van de staatkundige wordingsgeschiedenis van deze provincie.
Linksboven in een zilveren veld staat een rode leeuw met dubbele staart met goud gekroond en met gouden klauwen. Het is ontleend aan het oude wapen van de landsheer van Valkenburg.
Rechtsboven staat in een gouden veld een ongekroonde, zwarte leeuw, met rode tong en rode klauwen. De leeuw is ontleend aan het blazoen van het Huis Gulik.
Linksonder staan op een gouden ondergrond drie horens van rood met zilveren banden. Dit gedeelte houdt verband met het wapen van Horn.
Rechtsonder staat in een blauw veld een gouden leeuw met dubbele staart, een rode tong en een kroon en klauwen van goud. Dit is het oude wapen van het Hertogdom Gelre.
Over deze vier zogenaamde 'kwartieren' heen ligt een hartschild. Hierop staat in een zilveren veld een rode leeuw met gouden kroon en klauwen, afkomstig van het oude wapen van het hertogdom Limburg.
Het hele schild is bedekt met de Limburgse hertogelijke hoed, ofwel kroon. [6]
Vos heeft het wapen niet geheel volgens bovenstaande omschrijving gemaakt. daarnaast ontbreken de kleuren

 

ospm06c ospm06d

 

Boven de ramen van de officiële vertrekken zijn de wapens geplaatst van de toenmalig tien grootste gemeenten van Limburg.

Kerkrade:
In het veld is een afbeelding van de H. Lambertus. In zijn rechterhand heeft hij een zwaard, in de andere hand de bisschopsstaf. Halverwege is een schild met een leeuw met dubbele staart, die getongd en geklauwd is. Achter het schild: pikhouwelen en sautoir. (links)
 
Roermond:
Een doorsneden schild. In het bovenste gedeelte is een dubbelstaartige gekroonde klimmende leeuw, getongd en genageld, in het onderste deel is een lelie.(rechts)

ospm06f01 ospm06f02

 
Maastricht:
Stadsengel die het schild met de vijfpuntige ster vasthoudt. (links)
 
Venlo:
Het bestaat uit een schild met een gekroonde leeuw, getongd van keel met ter rechterzijde een afgebroken dubbele staart. Onder de leeuw is een anker met verkorte stang afgebeeld. Het schild wordt aan weerszijden vastgehouden door een geharnaste ridder met sjerp. In de buitenste hand houden zij een banier vast waarop het wapen wordt weergegeven. Onder het schild de tekst "VENLO". Het wapen is een combinatie van het wapen van Gelre, waaronder Venlo sinds 1300 ressorteerde, en het symbool van de scheepvaart. Venlo was lid van de Hanzen en een belangrijke overslagplaats. [7]

Vos heeft alleen de leeuw en het anker uitgebeeld. (rechts)

ospm06f03 ospm06f04

 

Heerlen:
Een schild met een heilige met een kleed van lazuur met boordsels die in zijn rechterhand een zwaard vasthoudt. Halverwege een schild met een gekroonde klimmende leeuw. (links)
 
Maasbree:
Maasbree is opgebouwd uit de voormalige schepenbanken van Maasbree, Blerick en Baarlo. Het wapen is opgebouwd uit de zegels van Maasbree (adelaar: boven), Blerick (het met kruis: links beneden) en Baarlo (gewoon hert: rechts beneden).[8] (rechts)

 

ospm06f05 ospm06f06

Sittard:
Een schild met acht slangenkoppen. Het schild wordt gedekt door gouden kroon van vijf bladeren. (links)
 
Hoensbroek:

Hoensbroek maakte tot 1388 deel uit van de heerlijkheid Heerlen. In dat jaar werd door Herman Hoen een kasteel gebouwd en kreeg hij het gebied in leen van de Hertog van Brabant. De heerlijkheid kreeg de naam Hoensbroek. De familie voerde als een wapen een dubbelstaartige gekroonde leeuw op een veld van zilver met vier dwarsbalken. Het eerste zegel verloonde alleen het familiewapen, het tweede zegel vertoonde achter het schild de parochieheilige, Johannes de Evangelist. Dit zegel is later aangenomen als gemeentewapen.

Vos heeft de heilige afgebeeld die het schild onder zijn mantel met zijn handen vasthoudt.[9] (rechts)

ospm06f07 ospm06f08

 

Weert:
Een schild met een keper en gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee parelpunten. (links)
 
Brunssum:
Een gedeeld schild. Links is een slangenkruis met een hartschild beladen met drie koeken (geplaatst 2-1). Aan de rechterzijde is paus Gregorius den Grooten, gekleed in pontificaat, afgebeeld. (rechts)

ospm06f09 ospm06f10

Boven de deur van de ambtswoning geplaatste raam bevindt zich de Stadsengel met het wapen van Maastricht.

Beeldengroepen op de beide pylonen in de voorgevel:
Boven de woning van de Gouverneur:
Een groep bestaande uit voortschrijdende mannen, vrouwen en kinderen. De drie generaties zijn bij elkaar gebracht en symboliseren het familieleven. Tussen de afgebeelde personen zijn bloemmotieven weergegeven. [10]

ospm06g ospm06h

 ospm06g1

Boven de Griffie:
Voortschrijdende mannen en jongens symboliseren de arbeid. Zij staan onder bescherming van de Nederlandse Maagd, die het staatsgezag vertegenwoordigd. Zij voert de groep aan. Naast haar een schild met een klimmende leeuw met dubbele staart.

ospm06i  ospm06i1

 
In een nis van dezelfde pyloon is een beeld van Mr. E.O.J.M. Baron van Hövell van Wezenveld en Westerflier verwezenlijkt. Hij was de Gouverneur van Limburg tijdens de bouw van het Gouvernement. Hij is staande op een console ten voeten uit afgebeeld in ambtkleding. Op zijn rechterarm voor zijn borst draagt hij de grote steek. Zijn linkerarm houdt hij langs zijn lichaam. Om de hoek van de nis zijn drie stenen aangebracht met de tekst:
Mr. E.O.J.M. Baron van Hövell van Wezenveld
en Westerflier  Commissaris der Koningin 1918 1936
het familiewapen

 ospm06j

Boven de ingang van de Statenzaal in de Lenculenstraat zijn drie reliëfs aangebracht.

ospm06k01

Rechts:
Boven de sluitsteen staat ten voeten uit een jonge boer afgebeeld. Hij heeft zijn blik naar rechts gericht. Met beide handen houdt hij een zeis vast. Rechts en links van zijn onderbeen staat een figuur. (rechts)
Wim van Hoorn, student van Charles Vos aan de Middelbare Kunstnijverheidschool in Maastricht, stond model voor het beeld van de boer. Na zijn opleiding in Maastricht ging hij op voorspraak van Vos naar de Academie in Amsterdam. Hij zou een bekend beeldhouwer worden.
 
Midden:
Boven de sluitsteen is een peinzend man afgebeeld. Hij houdt op borsthoogte met zijn rechterhand een opengeslagen boek vast waarin hij leest. Zijn andere hand heeft hij peinzend naar zijn gezicht gebracht. Naast zijn hoofd is aan elke zijde een hoofd uitgebeeld.
Voor hem is een figuur afgebeeld dat met zijn rechterhand de eed aflegt en met zijn linkerhand het voor hem staande wapenschild van Limburg vasthoudt. (midden)
Aan de buitenzijden staat nog een figuur. [11]
 
Links: 
Boven de sluitsteen is een mijnwerker afgebeeld met zijn hoofd naar links afgewend. In zijn linkerhand houdt hij een mijnwerkerslamp vast. (links)
ospm06k04 ospm06k03 ospm06k02

 

 De gevel wordt bekroond met het Nederlandse wapen met de tekst "je maintendrai".

ospm06l 

 

De krant schreef: "daar is vooreerst de beeldengroep vóór den ingang aan de Lenculenstraat. Charles Vos beitelde hier het Gezag, geflankeerd door landbouw en nijverheid. De beelden zyn rustig en sober en de stoere landbouwer wedijvert in kracht van uitdrukking met den forschen mijnwerker." [12]

 

Voorstudie
Ontwerpreliëf (voormalig) gouvernement (Limburgs Museum depotnr. L26869)
Gips
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1933]
Afmetingen: hoogte 170,5cm, breedte 133,5cm en diepte 26cm
De op de pyloon boven de Griffie geplaatste groep bestaat uit voortschrijdende mannen en jongensfiguren, die de arbeidsymboliseren onder bescherming van de aan de voorkant afgebeelde Nederlandse Maagd, die het Staatsgezag vertegenwoordigend.
 
 
Restauratie beelden boven de ingang van de Statenzaal
In 2019 stortte het hoofd van de mijnwerker (linkerbeeld), waarschijnlijk door inwerking van regenwater, naar beneden. Het hoofd diende als verloren te worden beschouwd. Een inspectie van de beelden bracht aan het licht dat het hoofd van de boer (rechterbeeld) in zeer slechte staat verkeerde. Uit voorzorg werd het hoofd verwijderd. In de archieven waren vrijwel geen gegevens van de beelden te vinden. Op basis van foto’s van voor de teloorgang zou de restauratie moeten plaatsvinden.
 

 
 
3103z1.JPG

 

3103z1a.JPG 3103z1b.JPG
 Foto's  na het stuk vallen van het hoofd van de mijnwerker (links) en verwijdering van het hoofd van de boer (rechts), 2019
 
 
De Universiteit Maastricht, de huidige eigenaar van het gebouw, heeft in nauwe samenwerking met de Rijkdienst Cultureel Erfgoed (in de persoon van de heer Tolman) de noodzakelijke restauraties in kaart gebracht. Voor de uitvoering van het plan werd het Kunstatelier Armand Mathijs uit Geleen benaderd.
Op basis van de reeds bekende gegevens heeft dit atelier een restauratieplan opgesteld dat uit een viertal stappen bestond.
In de eerste stap werd een resume van de reeds onderzoeksresultaten beschreven waaruit een lijst van nog te onderzoeken punten werd opgesteld. De twee volgende stappen betroffen de beschrijving van de restauratie van de twee beelden. Het hoofd van de boer was eerder uit voorzorg verwijderd en dus nog beschikbaar voor herplaatsing. Het hoofd was de mijnwerker was helaas verloren gegaan en er moest een nieuw model gemaakt worden. Ter plaatse zou op ware grootte een model in klei worden gemaakt. Vervolgens zou dit kleimodel in gips afgegoten worden, dat vervolgens op locatie passend gemaakt zou worden. Dit gipsmodel zou  gebruikt worden voor een reproductie in natuursteen. De nieuwe steen zou 'gepatineerd' worden zodat het verschil tussen nieuw en oud minimaal zou zijn.
 
3103z2.jpg
 3103z4a.jpg

Het hoofd in klei wordt op locatie passend gemaakt.  Links: Hendrik Jan Tolhoek (RCE); rechts Armand Mathijs (de kunstenaar) (foto’s Universiteit Maastricht) 

 

3103z5b.jpg 3103z6c.jpg
Links Armand Mathijs aan het werk; rechts Angela Valleau (RCE), Armand Mathijs (kunstenaar), Marcel Kaesler (UM) en Hendrik Jan Tolboom (REC) (foto’s Universiteit Maastricht)
 
 
Volgens boven beschreven wijze voerde de kunstenaar de restauratie uit en werden beide hoofden herplaatst.
Tenslotte zou gekeken worden naar de gevelvlak waarbij kapotte stenen vervangen zouden worden. Aan de afwatering zou bijzondere aandacht besteed worden zodat het meeste water niet meer op de muur terecht zou komen of vol op de beelden. Ook dit gedeelte werd conform plan uitgevoerd.
Begin oktober 2020 werd de restauratie afgerond, de steigers verwijderd en pronkten de beelden weer in volle glorie.
De restauratie  is zeer succesvol uitgevoerd. Door verwering moet het geringe kleurverschil nog verdwijnen. De kunstenaar heeft het nieuw vervaardigde hoofd van de mijnwerking op een prachtige wijze vorm gegeven.
 
 
3103z4.JPG
 3103z6.JPG 3103z5.JPG
 
3103z7.JPG 3103z8.JPG
 
Vrouwe Justitia (apart artikel)
Originele plaats (voormalig) Paleis van Justitie, Minderbroedersberg 4, Maastricht
Het beeld is herplaatst in de hal van het voormalig gouvernement Bouillionstraat, Maastricht.
Beeld, sokkel en achtergrondreliëf: mergel 
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1926]
Afmetingen: Beeld 325cm x 114cm; Sokkel 55cm x 114 cm; Achtergrondreliëf  20cm x 114 cm [13]
[

 ospm03c

ospm03d

 

[1] Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988
[2] Ubachs, Historische encyclopedie Maastricht, Zutphen 2005
[3] Plechtig geopend in De Nieuwe Koerier van 1 juli 1935; De Tijd 2 juli 1935; Limburger Koerier 2 juli 1935 (diverse artikelen); Limbugsch Dagblad 29 juni 1935
[4] Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988
[5] Bij de beschrijving zijn de kleuren van de wapens aangegeven. Deze kleuren zijn door Vos niet uitgevoerd.
[6] Wikipedia, juli 2009
[7] www.ngw.nl maart 2011
[8] www.ngw.nl juni 2011
[9] www.ngw.nl juni 2011
[10] Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988
[11] gebaseerd op tekst: Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988
[12] Limburgsch Dagblad 29 juni 1935
[13] Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988

 

PETRUS (voormalige RK Lagere School voor jongens) 

Adres: Rooms Katholieke Lagere School voor jongens; Pastoor Kribsweg 14, Maastricht.
Beeld mergel (uit Sibbe)
Niet gesigneerd, niet gedateerd [jaren dertig vorige eeuw]
Afmetingen: 180cm x 45cm zowel rechts als links; Nis 225cm x 62cm rechts en 79cm links, diepte 19cm [1]
Als gevolg van de katholieke emancipatie rond het begin van de 20e eeuw en de opbouw van het parochieleven werd op St.Pieter gestreefd naar onderwijs op katholieke basis. Niet dat de openbare school "niet-katholiek" was. De pastoor gaf godsdienstles op de openbare school en was lid van de commissie tot wering van het schoolverzuim. 
In 1906 werd besloten een bewaarschool en een bijzondere lagere meisjesschool te stichten onder leiding van de zusters Ursulinen.
Begin jaren dertig van de vorige eeuw werd besloten tot oprichting van bijzondere jongensschool. In september opende deze school zijn poorten aan de Pastoor Kribsweg. Het kerkbestuur was ook het schoolbestuur.
Door het dalende aantal geboorten in de jaren zestig was er nog maar plaats voor een basisschool, een fusie kon alleen uitkomst bieden. In 1974 werden de beide schoolgebouwen overgedragen aan het nieuwe schoolbestuur. In 1981 werd het schoolgebouw aan de Pastoor Kribsweg ontruimd en 1982 volgde uiteindelijk de fusie. [2]
Thans is het linkergedeelte in gebruik als buurthuis "St. Pieter"; in het rechtergedeelte zijn ateliers gevestigd. [3]
Een gevelbeeld, aangebracht in opdracht van het R.K. Kerkbestuur "St. Pieter", ter verfraaiing van zijn in 1932 naar ontwerp van architect W.L.F. Sprenger nieuw gebouwde Rooms Katholieke Lagere School voor jongens.
Het Roomse karakter blijkt ook uit de onder het St. Petrusbeeld geplaatste steen met het opschrift:
TERWILLE VAN DE
ROOMSCHE JEUGD.
MIJ HIER GELEGD
MET GROOTE VREUGD.
H. PETRUS, BEHOED MIJ.
15 JUNI - 1932. 
Sint Petrus is als hoekfiguur ten voeten uit aan de rechter zijgevel afgebeeld met sleutel in de rechterhand en omgekeerd kruis met palm in de linkerhand. [4] 
 

ospm05

 

 

ospm05a

onthulling van het beeld

 


[1] Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988
[2] Morreau, Een eeuw katholiek onderwijs in Sint Pieter vroeger en nu, nr. 8 najaar 2008 blz. 2-4
[3] Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988
[4] Voorafgaande alinea: Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988

 

ENGELBEWAARDER MET KIND (basisschool St. Pieter)

Adres: School, Bergweg, Maastricht.
 
Beeld chamotte (rood-bruin, gebakken klei)
Niet gesigneerd, niet gedateerd
Afmetingen: 168cm x 46cm x 48cm [1]
 
In 1928 werd aan architect Alphons Boosten de opdracht verstrekt om een ontwerp te maken voor de nieuw op te richten bewaarschool (voorganger van de kleuterschool) in de Maastrichtse wijk St Pieter. De Zusters Ursulinen van de Romeinse Unie Maastricht benaderden Charles Vos om een gevelbeeld van een Engelbewaarder met kind te houwen.
De Engelbewaarder (met nimbus en vleugels) is staande ten voeten uit afgebeeld. Zijn linkerhand is omhoog geheven. Zijn blik is gericht op het spelend kind voor hem. De engel legt zijn rechterhand ter bescherming op de rechterschouder van het kind. Het kind is hardlopend afgebeeld, het gezicht naar links gericht. In de rechterhand heeft het een bal vast waar het met de andere hand naar wijst.

ospm04

 


[1] Dit artikel is gebaseerd op gegevens uit: Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988

VROUWE JUSTITIA (voormalig Paleis van Justitie)

Adres: Originele plaats: Paleis van Justitie, Minderbroedersberg 4, Maastricht
Het beeld is herplaatst in de hal van het voormalig gouvernement Bouillionstraat, Maastricht.[1] 
 
Beeld, sokkel en achtergrondreliëf: mergel 
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1926]
Afmetingen: Beeld 325cm x 114cm; Sokkel 55cm x 114 cm; Achtergrondreliëf  20cm x 114 cm [2]
 
In de tweede Minderbroederskerk werd in 1825 het Paleis van Justitie gevestigd. Het Ministerie van Justitie gaf in 1926 opdracht tot het vervaardigen van een gevelbeeld.
Op een sokkel staat Vrouw Justitia ten voeten uit afgebeeld. Het beeld is meer dan levensgroot. De reden hiervan is waarschijnlijk de plaats van het beeld hoog in de gevel. Vrouwe Justitia is als Romeinse godin van de Gerechtheid, geblinddoekt uitgebeeld. Twee van drie van haar attributen heeft Vos weergegeven: het voor haar staande zwaard dat zij  borsthoogte met haar rechterhand vasthoudt en het wetboek met op de kaft het opschrift "LEX" dat ze tegen haar lichaam boven het zwaard in haar linkerhand heeft. De weegschaal ontbreekt. Over haar kleed draagt zij over de schouder een openvallende mantel.
Nadat de universiteit van Maastricht het gerechtsgebouw in eigendom had overgenomen, is het beeld verplaatst naar de hal van het Oud Gouvernement (Bouillionstraat), waar de rechtenfaculteit is gevestigd. [3]

ospm03a ospm03b

Oude locatie

 

ospm03c ospm03d

nieuwe locatie

 


[1] Beijer e.a., Monumenten, Maastricht 2006
[2] Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988; De tekst na voetnoot 2 is gebaseerd op gegevens uit de publicatie van Graatsma en Paulussen.
[3] Beijer e.a., Monumenten, Maastricht 2006
FRANSE VLUCHTELINGEN (Nieuwenhofstraat)
Adres: Plantsoen, Nieuwenhofstraat, Maastricht
Grafmonument [1]
Beeld, sarcofaag en sokkel: zandsteen.
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1926]
Afmetingen: Beeld 260cm x 135cm x 60cm; afm. Sarcofaag 94cm x 190cm x 61cm (linker­zijkant); Sokkel 26cm x 231,5cm x 23,5cm (rechts) x 71cm (links)
 
In 1925 werd een Comité, dat zich als doel stelde "de herinnering aan de tijdens de Eerste Wereldoorlog in Nederland gestorven Franse vluchtelingen levendig te houden", opgericht.
Nederland werd in de begindagen van de Eerste Wereldoorlog overspoeld met vluchtelingen, onder andere afkomstig uit Frankrijk.
Het Comité gaf aan Huib Luns (directeur Rijksinstituut tot opleiding van tekenleraar te Amsterdam) opdracht een monument te ontwerpen ter herinnering aan de Franse vluchtelingen. Charles Vos werd gevraagd de vrouw te kappen.
Het monument werd geplaatst in het plantsoen bij de Nieuwenhofstraat. De onthulling in het bijzijn van o.a. Prins Hendrik en de heer Rochet (afgevaardigde van de Franse regering) vond plaats op 23 mei 1926.
Om 12.15uur vond de offiële ontvangst plaats in het stadhuis. Burgemeester Van Oppen opende met een woord van welkomst aan de gasten. De onthulling door de voorzitter van het Comité, de heer Mr. P. van Wijngaarden, vond plaats in het plantsoentje aan de Nieuwenhofstraat te Maastricht. Daarna werden kransen gelegd door o.a. de Franse deputatie, de Gemeente Maastricht en het Nederlandsche Roode Kruis. [2]

Het Algemeen Handelsblad [3] schreef een verslag van de onthulling van het beeld:

"Nadat allen plaats hadden genomen in het plantsoentje, zette de Koninklijke Zangvereeniging de „Marseillaise" in. Daarna klonk het "Wilhelmus".
De heer Van Wijngaarden, die in de Fransche taal sprak, heette den prins en andere aanwezigen welkom. Ook sprak hij een woord van welkom tot de vertegenwoordigers van de Fransche republiek, van het Fransche en Nederlandsche Roode Kruis bij dit werk, georganiseerd door de Nederlanders met goedkeuring van de Franschen. Hij herinnerde aan de dagen van 1918 en gaf een kort overzicht van wat er voor de Fransche uitgewekenen is gedaan. Daarna werd het doek weggetrokken en werd een oorkonde, bevattende de namen van de overleden Franschen, in den steen gemetseld. Spreker bracht hulde aan den ontwerper Huib Luns en den uitvoerder Charles Vos. Daarna bedankte hij in de Nederlandsche taal den burgemeester van Maastricht. Hij droeg het monument over aan de gemeente, die verdiend heeft voor al wat het in den oorlog gedaan heeft, dat dit gedenkteeken daar geplaatst wordt. Daarna werden kransen neergelegd: van het comité door mej. Bonhomme; van de Fransche regeering, van de Alliance Francaise door mej. Muller Nico, van het Ned. Roode Kruis, van de vroegere Nederlandsche Ambulance van den Pré Catelan, door mevr. Oldewelt-Otten. De heer Rochat bedankte uit naam van den Franschen minister en bracht hulde aan Nederland voor al wat het voor de vluchtelingen gedaan heeft. Frankrijk is dankbaar al degenen, die de vluchtelingen zoo spontaan hebben opgenomen. Hij bood de volgende onderscheidingen aan: den Prins de gouden medaille van de Fransche regeering, den heer Leclercq officier van het Legioen van Eer, Huib Luns ridder van het Legioen, van Eer. De gemeente Maastricht werd dank gebracht voor al wat zij gedaan heeft. Generaal Burin de Koziers bood Prins Hendrik het grootkruis van het Fransche Roode Kruis aan als dankbaarheid aan het Nederlandsche Roode Kruis voor wat het gedaan heeft voor de 40.000 vluchtelingen. Prins Hendrik bedankte in de Fransche taal voor de onderscheiding. Minister Lambooy schilderde het binnenkomen der vluchtelingen, maar ook het goede hart van heel Nederland, zoowel van burgers als van militairen; wat niet verhinderde dat zij geleden hebben ver van hun land. Voor velen kwam na regen zonneschijn. Velen zagen hun land niet terug. De plechtigheid van dit oogenblik kroont het werk, en Maastricht komt de eer toe, dit monument te krijgen, zoo bescheiden en zoo mooi. De, banden tusschen Nederland en Frankrijk zullen niet verbroken worden. Hij dankte het comité, dat de beide ministers heeft uitgenoodigd, die geboren zijn te Maastricht. De burgemeester mr. Van Oppen verklaarde uit naam der burgerij dit gedenkteeken te aanvaarden en zorg ervoor te dragen. „Wij zullen het," aldus spreker, „in stand houden als bewijs van naastenliefde." Hij legde er een krans op neer met de Maastrichtsche kleuren, en dankte nog eens in het Fransch de Fransche autoriteiten. De "Staar" zong „Beati Mortui" en de plechtigheid was geëindigd. Ongeveer 40 gasten vereenigden zich aan een noenmaal. Ter gelegenheid van de onthulling heeft de heer Leclercq een boekje laten uitgeven in de Fransche taal: „Comment nous avons accueilli les réfugiés francais", waarin een overzicht wordt gegeven van de aankomst, het verblijf in Nederland en de namen van de personen, die, en de plaatsen waar zij overleden zijn. Op het titelblad staat een afbeelding van het monument."
 
Voor de onthulling deed zich nog een pijnlijke situatie voor, die krant niet haalde. Toen het doek al over monument was gedrapeerd, heeft iemand kans gezien lege jeneverflessen  rond de hals van het vrouwenfiguur te hangen, die zichtbaar werden bij de onthulling. Het was een aanklacht tegen het overmatige alcoholgebruik van prins Hendrik. Bij de ontdekking werd de prins meteen weggeleid door burgemeester Van Oppen naar de woning van zijn broer in de Nieuwenhofstraat. De burgemeester kwam direct weer naar buiten en verzocht de verzamelde pers uitdrukkelijk niets  te publiceren over dit voorval. De pers hield zich aan dit verzoek.
Nadat de flessen verwijderd waren, kon de onthulling in aanwezigheid van de prins alsnog plaats vinden. [4]
Op een sokkel werd een tweeledige sarcofaag geplaatst, die door de firma Glaudemans uit Den Bosch werd vervaardigd.
Het benedengedeelte van de sarcofaag draagt aan de voorzijde het in het Frans gestelde opschrift: ILS S'EN DORMAIENT EN PARLANT DU RETOUR AU PAYS (zij sliepen in, terwijl zij spraken over de terugkeer naar hun land).
De zijkant van de sarcofaag draagt het volgende, in het Nederlands gestelde opschrift: OP 23 MEI 1926 WERD DIT GEDENKTE­KEN ONTHULD TER NAGEDACHTENIS VAN 454 FRANSCHE BURGERS DIE ALS SLACHTOFFERS VAN DEN WREEDEN KRIJG HET LEVEN LIETEN IN HET HERBERGZAME NEDERLAND.
Naast de sarcofaag, aan de rechterzijde, staat ten voeten uit een vrouwenfiguur "en face". Haar hoofd is naar rechts gericht. Zij draagt een geplooid gewaad met daarover een mantel die aan de bovenzijde met een speld is vastgemaakt. Haar linkerhand rust naast de speld van haar mantel. Met haar andere hand legt zij een lauwertak op de sarcofaag die bijna helemaal bedekt is met de Franse vlag.
In een loden kist is een oorkonde in het monument ingemetseld. [5]

 

ospm02

3106 ospm03.JPG

3106z1

onthulling van het monument (foto RHCL)

 


[1] Dit artikel, met uitzondering van de tekst die betrekking heeft op de voetnoten 2, 2a en 3, is gebaseerd op: Graatsma, Paulussen, Charles Vos, straat-beelden, Maastricht 1988. De afmetingen zijn letterlijk overgenomen uit vermelde publicatie van Graatsma en Paulussen.
[2] Monument voor Fransche vluchtelingen, Voorwaarts, sociaal democratisch dagblad, 25 juni 1926
[3] Algemeen Handelsblad 25 mei 1926
[4] Minis Servé, De verbeelding van Maastricht. Kunstwerken in de openbare ruimte van de stad Maastricht; Maastricht 2015, blz.14-15
[5] Limburgsch Dagblad 26 mei 1926