www.charlesvos.nl

woensdag, 29 juli 2009 13:13

Carolus Borremeus (Oud Kloosterziekenhuis, Valkenswaard)

CAROLUS BORREMEUS (OUD KLOOSTER ZIEKENHUIS, VALKENSWAARD) 
Adres: Oranje Nassaustraat 8, 5554 AG Valkenswaard.
Gevelbeeld van Carolus Borromeus
Gietbeton
Niet gesigneerd, niet gedateerd
 
De officieel geheten "congregatie van de zusters van Liefde van Carolus Borromeus" is in de negentiende eeuw in Maastricht tot stand gekomen. Ziekenzorg was een van haar taken. Ook in Valkenswaard is een kloosterziekenhuis tot stand gekomen. Het grote gebouw heeft een langgerekte opzet onder zadeldaken en een achterbouw. Het centrale punt in de gevel is de ingang, gemarkeerd door een kleine toren en een hoge erker. Hier was de scheiding tussen klooster en ziekenhuis. De architect was A. Boosten. [1]
Carolus (of Karel) Borromeüs (Latijn: Borromaeus; eigenlijk Carlo Borromeo) (Arona, 2 oktober 1538 - Milaan, 3 november 1584) was aartsbisschop van Milaan, een belangrijk kerkhervormer en is een rooms-katholieke heilige.
Vroeger kon de adel zichzelf sinecures toekennen, letterlijk 'zonder zorg', dat wil zeggen lucratieve 'ambten' waarvoor weinig werk gedaan hoefde te worden; en als tweede zoon van de Borromei, volgens gewoonte voor een kerkelijke loopbaan bestemd, werd Carlo al op zijn twaalfde 'abt zonder verplichtingen' ( een "sinecure") van een klooster aan het Lago Maggiore. Dat bezorgde hem een riant inkomen voor de prijs van één bezoek per jaar. Maar al gauw besefte de in 1538 geboren jongen dat zo'n systeem niet deugde en stelde hij het geld ter beschikking van de armen. De religie stond daar los van, voor zijn carrière in de Kerk hoefde hij niet eens priester te worden. Hij verkoos de rechtenstudie en behalve dat hij een briljante kop bleek, was hij ook een zondagskind, want vlak na de afsluiting van zijn studie in 1559 besteeg zijn oom paus Pius IV de pausentroon. Nu was zijn kostje gekocht. Carlo werd kardinaal, pauselijk secretaris en administrator van het aartsbisdom Milaan: nóg meer inkomsten. Hij leidde in zijn paleis in Rome een goed leven, al moet worden erkend dat hij een harde werker was.
De ommekeer kwam op zijn vierentwintigste door de dood van zijn broer, op wie hij erg gesteld was. "Deze gebeurtenis heeft mij pas doordrongen van onze ellende en de zaligheid van het eeuwige vaderland," schreef hij; de ernst won het pleit, Carlo werd priester en ontving vijf maanden later de bisschopswijding, met Milaan als diocees. Door politieke strubbelingen - het gebied verkeerde onder Spaans gezag - stond de bisschopszetel er al jaren leeg en terwijl de Kerk zich overal verjongde, was in Milaan alles nog middeleeuws. Wat Carlo toen deed grenst aan het ongelooflijke. Hij vaardigde een moderne catechismus uit, overreedde de paus tot hervatting van het al tien jaar opgeschorte concilie van Trente, bezocht alle kloosters en parochies van zijn diocees om een nieuwe tucht in te voeren, preekte iedere zondag zelf, stichtte weeshuizen, hospitalen en liefdadigheidsinstellingen, haalde de bezem door het hele verslapte kerkelijk leven. Ook stichtte hij een van de eerste priesterseminaries. Zijn Acta Ecclesiae Mediolanensis (1582) stonden model voor hoe de hervormingen van Trente moesten worden doorgevoerd bij geestelijkheid, kloosters en bevolking. Dat werd hem niet altijd in dank afgenomen. Een monnik wiens orde geen zin had in strengere regels, pleegde een moordaanslag op Carlo, en de Spaanse gouverneur deed alles om de rustverstoorder kwijt te raken, vooral nadat de kardinaal enkele 'openbare zondaars' had laten arresteren - een vrijpostigheid met als doel de Spaanse inquisitie uit de stad te weren, waarvoor hij moest bewijzen dat hij zelf zijn mannetje stond.
Ook veel gelovigen vonden hem een scherpslijper. Maar dat begon te veranderen toen hij zich tijdens een hongersnood in de schulden stak om voedsel te kunnen uitdelen, en hij won alle harten toen in 1576 de pest uitbrak. De gouverneur en alle bestuurders vluchtten de stad uit; Carlo daarentegen verplichtte elke priester, monnik en non te blijven teneinde de pestlijders bij te staan en gaf zelf dag na dag het voorbeeld. Zodra de epidemie voorbij was, klaagde de gouverneur hem in Madrid en Rome aan wegens overtreding van gemeentelijke voorschriften, maar nu maakte de steun van het volk hem onkwetsbaar.
Hoewel vermagerd tot een skelet, organiseerde hij nog een bijeenkomst van alle priesters in zijn bisdom, wat resulteerde in de stichting van een modern seminarie. Een maand na zijn zesenveertigste verjaardag verliet hem zijn kracht. Zijn dood voorvoelend kroop hij 's nachts uit bed om op zijn stenen kamervloer te sterven; daar vond men hem in de ochtend van 4 november 1584. [2]
 
Op de gevel van het gebouw is een beeld in gietbeton voorstellende Carolus Borromeus van Charles Vos. Eigenaar van het gebouw is op dit moment de Stg. Brabantse Monumenten, die het in bruikleen gaf aan het Brabantse Valkerij en Sigarenmuseum en verschillende andere culturele instellingen (o.a. het VVV).
Carolus Borremeus is staande op een console met achterwand ten voeten uit afgebeeld.  Hij is gekleed in een priestergewaad en in zijn voor zijn borst gehouden handen houdt hij een kelk vast.

 

 otpbm01a otpbm01b

 


[1] Schiphorst, A.J.N. Boosten 1893-1951, Rotterdam 2006
www.bonas.nl, maart 2008
[2] Wikipedia, december 2008
Read 3535 times Last modified on dinsdag, 10 januari 2023 15:07