www.charlesvos.nl

DefaultCms2CmsCategory

DefaultCms2CmsCategory (310)

PANCRATIUS (Voormalig Raadhuis, Heerlen)
Adres: Geleenstraat (oude Raadhuis), Heerlen
Brons
Niet gesigneerd, niet gedateerd [het is gemaakt 1945] [1]
 
Boven de ingang van het oude Raadhuis (hoog in de gevel) is een beeld van St. Pancratius met wapenschild als sokkel voor een vlaggenmast.
Pancratius (290-304) was een christelijke heilige. De legende wil dat Pancratius een jongen uit Phrygië was, die op 14-jarige leeftijd in Rome martelaar werd. In een uiterste poging om het christendom voorgoed te vernietigen eisten de keizers Diocletianus en Maximianus dat iedereen verplicht was om te offeren aan de Romeinse goden, bij weigering hiervan volgde de doodstraf. Pancratius weigerde.
Paus Symmachus bouwde een kerk over het graf van deze martelaar: de San Pancrazio. Een eed, afgelegd in deze kerk, gold als bijzonder heilig in de middeleeuwen.
Pancratius genoot in de middeleeuwen over heel Europa bijzondere verering. Hij is een van de vier ijsheiligen, samen met Sint-Marmertus, Sint-Servatius en Sint-Bonifatius.[2]
 
St. Pancatrius zit geknield met zijn voeten de console (met nisvormige achterzijde) omklemmend. In zijn handen houdt hij een wapenschild, met de afbeelding van een leeuw er op, vast.
Het geheel is met de onderzijde van de console aan de muur bevestigd zodat de blik van de heilige gericht is op de toeschouwer onder hem.

 

otpbm14a otpbm14b

 

otpbm14c otpbm14d

 

 

[1] www.heerlen-in-beeld.nl, april 2008
[2] Wikipedia, december 2008
HEILIG HART (Voormalig St. Claracollege, Heerlen)
Adres: St. Claracollege 21 , Gasthuisstraat, 6411KD Heerlen
In de gevel van de school is een Christusbeeld.
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1934] [1]
 
Zuster Xavier Nolens werd in september 1910 aangesteld als onderwijzeres aan de St. Claraschool te Heerlen. Na 10 jaar verliet zij de school en werd directrice van St. Claracollege.
In 1918 kwam de toestemming voor een RK HBS voor meisjes en een RK Middelbare Handelsschool. Op 1 september 1920 begon het St. Claracollege met een driejarige HBS (in 1926 werd de vijfjarige HBS ingevoerd) en een Middelbare Handelsschool. Aanvankelijk was de school gevestigd aan de Klompenstraat. Zr. Nolens werd de eerste directrice. Door haar geweldige inzet kwam in 1931 de toestemming uit Den Haag voor de bouw van een nieuwe school aan de Gasthuisstraat, die gebouwd werd naar een ontwerp van architect Seelen. Het gebouw werd in 1934 in gebruik genomen. [2]
De plechtige inzegening vond plaats op 25 november 1935 door Mgr. Gils, bisschoppelijk onderwijs-inspecteur.
's Middags was de officiële opening in aanwezigheid van vele prominenten (o.a. Dr. Poels, Mgr. Van Gils, burgemeester Van Grunsven, Mgr. Lemmens en pater Rombouts).
Het woord werd o.a. gevoerd door pater Rombouts en Mgr. Van Gils die beiden deden uitkomen dat de school veel te danken had aan wijlen Mgr. Nolens. Op het einde van de bijeenkomst heeft Soeur Xavier, de directrice van de HBS en zuster van wijlen Mgr. Nolens, een hartelijk woord van dank gesproken.[3]
In de gevel werd een Heilig Hartbeeltenis van Charles Vos ingemetseld. De traditionele plaatsing van het beeld hoog in een nis tegen de topgevel, zoals bij veel kloosters en katholieke instellingen toentertijd normaal was, is hier verdwenen. De HBS is een modern strak gebouw, dat in de ogen van Vos en de opdrachtgever blijkbaar een andere Heilig Hartbeeltenis nodig had. Vos kapte een hoogreliëf waarbij Christus is geplaatst tegen een kruisvormige achtergrond. Het hoofd is licht naar voren gebogen om contact te krijgen met de mensen beneden. [4]
 
Tegen een kruis is ten voeten uit, staande op twee golfjes, Christus Heilig Hart afgebeeld. Hij draagt een lang kleed met een losse kap. Zijn armen met geopende handen houdt hij gespreid over de horizontale gedeelten van het kruis. Op zijn borst is het Heilige Hart met stralen zichtbaar. Op een golfje boven de rechterhand van Christus is een engel afgebeeld die Christus de doornenkroon (in zijn rechterhand) aanbiedt. Aan de andere zijde is eveneens engel op een golfje; hij houdt een kelk met hostie in zijn handen omhoog. Boven het hoofd van Christus staat aan weerszijden een engel die samen een kroon in hun hand houden om Christus te kronen.
Alles bij elkaar is hier sprake van een voor Limburg iconografisch, theologisch én stilistisch gedurfde en originele combinatie van een Heilig-Hartfiguur met een gekruisigde Christus. Pas in de jaren 1960 zou deze combinatie weer in de belangstelling komen te staan. [5]

 

otpbm13a

 

otpbm13b otpbm13c

 

 


[1] www.heerlen-in-beelden.nl, januari 2010
[2] www.heerlen-in-beelden.nl, januari 2010
[3] De Nieuwe Koerier 26 november 1935
[4] Nissen P., Monumenten van vroomheid; kruizen, kapellen en vrijstaande heiligenbeelden in Limburg, Zwolle 2004 (onderdeel: Pouls: De Heilig-Hartbeelden van Charles Vos, poging tot vernieuwing)
[5] Nissen P., Monumenten van vroomheid; kruizen, kapellen en vrijstaande heiligenbeelden in Limburg, Zwolle 2004 (onderdeel: Pouls: De Heilig-Hartbeelden van Charles Vos, poging tot vernieuwing)

 

DE BOKKERIJDER (Kruisstraat, Heerlen) 
Adres: Kruisstraat/Oude Lindestraat, Heerlen 1
Gevelsteen De Bokkerijder
 
Peutz bouwde dit huis voor zichzelf als woonhuis maar tevens als kantoor in 1931. De wanden, bepleisterd met grijs-witte terra nova, harmoniseren met het grijsblauwe stalen raamwerk.
De gevel aan de Oude Lindestraat laat een over drie verdiepingen doorgetrokken glaswand zien die correspondeert met het trappenhuis en ramen van verschillende grootte die schijnbaar losjes, maar toch zeer doordacht geplaatst zijn.
Tot 1954 is het gebouw als woonhuis en kantoor van Peutz in gebruik gebleven. Toen was het te klein geworden en ontwierp hij aan de overkant van de Oude Lindestraat een nieuw pand, waarvan de bovenverdieping in gebruik genomen werd door het architectenbureau Peutz.
Nu is het advocatenkantoor Rutten en Welling in het pand gevestigd.
 
Een bijzonder grapje aan deze gevel is de plaatsing van de gevelsteen "De Bokkerijder" van Charles Vos op een - op het eerste oog - bestaande pilaster. Ook de knik in de gevel wordt door het beeld
gemarkeerd. [1]
Een reliëf is aan drie zijden van een rechthoekig blok gekapt. Op de voorzijde is een bok met een berijder afgebeeld met daaronder de tekst OP DE LINDE. Aan de sterk verweerde zijkanten zijn de afbeeldingen moeilijk te herkennen; wellicht aan een zijde een vogel met gespreide vleugels.

otpbm12a

 

otpbm12b

 

otpbm12c otpbm12d


[1] www.openmonumentendagheerlen.nl , april 2008

MIJNWERKER-KRUISMONUMENT (Rumpenstraat, Brunssum) 
Adres: Plantsoen Rumpenerstraat (tegenover 94), Brunssum.
Mijnwerker-kruismonument.
Roze tufsteen, basement beton
Niet gesigneerd en niet gedateerd [1947]
Afmetingen: breed 4,50m, met fundament 3,60m hoog en weegt 8 ton [1]
De plaatsing en afwerking geschiedde door de electrische marmerverwerking en steenhouwerij Peters uit Rumpen.
 
Het mijnwerker-kruismonument is uitgevoerd in roze tufsteen en werd door de Katholieke Actie aan de St. Vincentiusparochie (het rectoraat Rumpen) geschonken en in 1946 aan het Bodemplein geplaatst. Later is het verplaatst naar de huidige locatie. [2]
Op een basement staat zowel links als rechts aan de buitenkant een betonnen vierkanten blok. Naar binnen staat aan weerszijden een lagere en minder brede rechthoekige blok. Centraal staat op een blok een Christus aan het Kruis. Links van het kruis staat, op een blok, een beeld van een mijnwerker, die met gebogen hoofd naar beneden, zeer bedroefd kijkt. Hij is uitgerust met een mijnhamer en mijnlamp. Aan de rechterzijde van het kruis staat op een blok, een moeder met twee kinderen. Een draagt zij op haar rechterarm. Voor de vrouw staat een meisje met haar gevouwen handen gericht naar Christus.
 
Op zondag 26 oktober 1947, de feestdag van Christus Koning, vond de plechtige onthulling plaats. Na het lof trok een stoet bestaande uit leraren en leerlingen van de Katholieke scholen, geestelijken en genodigden van de kerk naar het Bodemplein. Daar werd namens het comité het monument aan de parochie aangeboden, die dit geschenk aanvaardde. Het monument werd vervolgens gewijd. In de toespraak werd nadruk gelegd dat het monument een symbool is van het bloeiende katholieke leven en de openbare belijdenis van het credo.
De schoolkinderen brachten daarna een bloemenhulde. De burgemeester sloot de plechtigheid met een toespraak af. [3]

otpbm11a

 

otpbm11d  otpbm11b otpbm11c

 

otpbm11e

de oude situatie voor afbraak van de mijn

 

Voorstudies
1. In een schetsblok van Vos staan tekeningen die hoogstwaarschijnlijk betrekking hebben op dit monument. Drie tekeningen hebben dan betrekking op de locatie waar het monument oorspronkelijk geplaatst werd, in de nabijheid van de staatsmijn Hendrik. Door het ontbreken van oude foto's van die locatie is het niet zeker of de ontwerpen op deze wijze zijn uitgevoerd. 

525229t 525229u

525229u 525229v

 

2. Particulier bezit
Soort onderzetter van dik papier met afgeronde hoeken.
Afbeelding op voor- en achterzijde
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1947]
Afmetingen: hoogte 11,5cm en breedte 18,5cm
Deze tekening heeft betrekking op het mijnwerkers-kruismonument in Brunssum.
De tekening op de achterzijde is een schets van de plaats waar het monument zou komen.
525236 525236b
 

[1] Limburgsch Dagblad, 21 oktober 1947
[2] www.heemkundebrunssum.nl, april 2008
[3] Limburgsch Dagblad 22 oktober 1947

 

donderdag, 30 juli 2009 00:00

St. Odulphuslyceum Tilburg

ST. ODULPHUSLYCEUM (TILBURG)
Adres: Noordhoekring  99, 5038 GC Tilburg
 
St. Odulphus
Beeld van St. Odulphus [1]
Eikenhouten beeld
Niet gesigneerd, niet gedateerd
 
Odulphus (Oirschot, geboortejaar onbekend - Utrecht, na 854) was een Benedictijn en missionaris uit het einde van de 8e en begin 9e eeuw en is heilig verklaard. Odulphus werd geboren te Oirschot (tegenwoordig Best) en verwierf naam als Apostel der Friezen. Odulphus is ook aangeduid met de namen Sind Odulp, Olof, Oelbert en Oel.
De eerste geschreven historische gegevens over Best, daterend van omstreeks 775, spreken ervan dat Odolphus geboren werd "uijt eene edele stamme" onder de Franken. De levensloop van Odulphus is nauw verweven met de folklore en traditie van Best. Kronieken zeggen dat hij geboren werd waar de Odulphuskerk staat. Odulphus was in 805 pastoor van Oirschot. Kort daarna trad hij toe tot de Benedictijnen en verbleef in het Martinusklooster in Utrecht. Hij was mogelijk benoemd tot kanunnik in het kapittel van het Aartsbisdom Utrecht. De bisschop Frederik van Utrecht zond Odulphus uit naar Friesland waar hij het werk van zijn voorlopers Willibrord, Bonifatius en Liudger voortzette. In onder meer Stavoren stichtte Odulphus een Benedictijner abdij. Volgens zijn hagiografie trad Odulphus op tegen ketterijen.
 
Odulphus is ten voeten uit staande op oudere leeftijd afgebeeld. Hij draagt een misgewaad. Zijn blik is naar de toeschouwer gericht. In zijn linkerhand heeft een opengeslagen boek vast. Met zijn open rechterhand, ter borsthoogte, maakt hij een zegenend gebaar. Onderaan bij zijn rechterbeen is de banderole die naar boven krult met de tekst "S. ODULPHUS". De tekst loopt van beneden naar boven.
 
Voorstudie
Er is een model van het beeld in het museum te Weert.
Bij dit model heeft Odulphus zijn half uitgestrekte rechterarm zijwaarts. In zijn linkerhand houdt hij een opengeslagen boek. Links onderaan zijn voeten staat een leeg wapenschild. Het uiteindelijke beeld heeft echter een andere houding gekregen. *1

 

otpbm10a

collectie Odulphus Lyceum Tilburg

Thomas van Aquino
Eikenhouten beeld 
Niet gesigneerd, niet gedateerd  [1939] (in het trappenportaal tussen de eerste en tweede verdieping)
 
Het beeld is in 1939 door de leerlingen van de school aangeboden bij het afscheid van Dr. De Brouwer. [3]
Thomas van Aquino werd geboren in 1225 in het kasteel Roccasecca bij Napels. Hij was een lid van een vooraanstaande familie die wilde dat Thomas na zijn jeugd intrede deed bij de Benedictijnen, een kloosterorde. Hij trad echter in 1244 toe tot een andere kloosterorde, de Dominicanen. Zijn familie was hier zo boos over, dat zijn broers hem ontvoerden en hem op het kasteel gevangen hielden. In 1246 werd hij naar Parijs gestuurd waar hij leerling werd van de Duitse filosoof Albertus de Grote, die hij naar Keulen volgde. In 1252 begon Thomas zelf met lesgeven in de bijbelleer. Dit deed hij in het klooster Saint Jacques in Parijs. In deze tijd schreef hij ook enkele belangrijke commentaren op een aantal boeken van het Oude en Nieuwe Testament. Op bevel van Paus Alexander IV kreeg hij in 1257, tegelijkertijd met de theoloog Bonaventura, de academische graad van magister verleend door de universiteit van Parijs. Nadat Thomas uit Parijs vertrok, verbleef hij van 1259 tot 1265 aan het pauselijk hof in Anagni, een kleine Italiaanse stad. In 1265 vertrok hij naar het klooster bij de Santa Sabina in Rome, en vervolgde zijn reis in 1267 naar Viterbo. In deze Italiaanse stad, die de residentie was van vele pausen, verbleef Thomas aan het pauselijk hof. Van 1269 tot 1272 verblijft hij nogmaals in Parijs. In deze periode had hij veel discussies met andere geleerden en filosofen over het aristotelisme en het ordewezen in kloosters. Van 1272 tot 1273 verbleef  Thomas weer in Italië. Daar ging hij aan de universiteit van Napels lesgeven. Begin 1274 vertrok hij uit Napels naar het concilie in Lyon, maar stierf onderweg in de abdij van de stad Fossanova, tussen Napels en Rome. [4]
 
Thomas (met nimbus) is staande op een houten console ten voeten (blootsvoets) uit afgebeeld in het ordekleed van de Dominicanen. Over zijn plooiende kleed draagt hij een openvallende mantel. Bovenaan de mantel is een stralende ster weergegeven, een van de attributen waarmee de heilige vaker wordt afgebeeld. Zijn beide handen komen ter hoogte van zijn middel onder de mantel uit. In zijn linkerhand heeft hij een opengelagen boek vast. Zijn rechterhand wijst op tekst van de rechterpagina.

 

otpbm10b

 

Maria met Kind
Maria met Kind.
Eikenhouten beeld 
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1939] (in het trappenportaal tussen de begane grond en de eerste verdieping)
 
Het beeld is in 1939 door de leerlingen van de school aangeboden bij het afscheid van Dr. De Brouwer. [5]
Maria is staande op een console (die op een houten onderplank staat) staande ten voeten uit afgebeeld. Haar lichaam is een kwart slag naar rechts gedraaid, met haar bovenlichaam naar achter houdend. Haar ietwat gebogen rechterbeen is naar voren geplaatst. Zij draagt een lang geplooide mantel en heeft een sluier. Haar blik is naar rechts gericht en zij heeft geen aandacht voor haar kind dat zij tegen haar lichaam aan op haar linkerarm draagt. Haar rechterhand ligt op het kind. Het kindje Jezus zit rechtop en maakt met beide handjes een zegenend gebaar.

otpbm10c

 


[1] Anoniem, Sint Odulphus-Lyceum, Tilburg 1959. Het beeld is in 2008 niet meer in de school aanwezig. Bezoek in december 2008 (gesprekspartner de heer G. de Laat)
[3] Uit het archief van het Odulphus Lyceum door G. de Laat (gesprek 22 december 2008)
[4] Wikipedia, december 2008
[5] Uit het archief van het Odulphus Lyceum door G. de Laat (gesprek 22 december 2008)
 
*1 Paulussen  Charles Vos 1888-1954, tentoonstelling 13-11-1994 tot en met 29-01-1995, Gemeentemuseum voor Religieuze Kunst Jacob van Horne, Weert 1994
MARTINUS (SCHUTTERIJ ST. MARTINUS, WEHL)
Adres: oorspronkelijk: Schoolstraat 3, Wehl, nu Diepenbroekstraat 4 Wehl (gebouw St. Martinusschutterij)
 
Gevelbeeld St. Martinus.
In 1929 werd de openbare Lagere School opgeheven. Na een grondige verbouwing werd het gebouw in 1931 overgedaan aan de Broeders Van Maastricht die op 1 september 1931 met het onderwijs startte. [1] Later werd naast de lagere school een klooster (architect Alphons  Boosten) bijgebouwd. Het gebouw is in baksteen opgetrokken op een rechthoekig grondplan en telt drie verdiepingen onder een zadeldak. Het front van negen traveeën vertoont een sublieme asymmetrie door een hoog, verticaal glas-in-lood (Henri Jonas). Aan de gevel was een beeld van St. Martinus, gemaakt door Charles Vos. [2]
In 1988 zijn de Broeders vertrokken. [3]
Het gebouw is omgevormd tot een bedrijvencomplex. Het gevelbeeld is geplaatst bij het gebouw van de St.Martinusschutterij. [4]
 
Het beeld staat op een gemetseld voetstuk met ovale achterzijde.
Geplaatst op een console is het tafereel weergegeven waarbij St. Martinus zijn mantel deelt met een bedelaar.
St. Martinus, met gedraaid lichaam en gezeten op een paard (slechts gedeeltelijk afgebeeld) kijkt naar beneden naar een geknielde bedelaar die zich met zijn rechterhand vastgrijpt aan de mantel. Martinus snijdt een gedeelte van zijn mantel af voor de bedelaar.

otpbm9

otpbm09b otpbm09c

foto Oudheidkundige Vereniging Wehl

 


[1] www.wehlnet.net, augustus 2010
[2] Schiphorst A.J.N. Boosten 1893-1951 Rotterdam 2006
[3] www.bonas.nl, augustus 2010
[4] Email Oudheidkundige Vereniging Wehl (de heer R. Wildeboer Schut) 30 augustus 2010

 

donderdag, 30 juli 2009 00:00

Henri Hermans (Dorpstraat, Nuth)

HENRI HERMANS  (Dorpstraat, Nuth) [1]
Adres: Dorpstraat, Nuth
Beeld brons, sokkel van graniet
Gesigneerd  "sj vos"  (op de achterzijde) en gedateerd "1948" (gekrast in de klei).
 
De in 1883 geboren Hermans werd al op vijftienjarige leeftijd tot organist in zijn geboorteplaats Nuth benoemd. Na een studie aan het kerkmuziekconservatorium, het Gregoriushaus te Aken, begon hij een pianopraktijk. Nadat hij in 1902 tot organist en koordirigent van de Onze-Lieve-Vrouwekerk was benoemd, verliet Hermans de ouderlijke woning, en vestigde zich in Maastricht. Met het behalen van de gouden medaille voor orgel in 1908, rondde de jonge Hermans zijn studie aan het conservatorium te Luik af. Tussen 1911 en 1914 volgde Hermans nog een studie directietechniek aan de Musikhochschule te Keulen.
Hermans' carrière bij het MSO begon in 1911 toen hij als pianodocent aan de muziekschool werd benoemd. Nog geen vijf jaar later, in 1916, mocht Henri Hermans zich directeur van de stedelijke muziekschool en eerste dirigent van het stedelijk orkest noemen. Vanaf zijn benoeming stelde Hermans alles in het werk om zowel de muziekschool als het orkest naar een hoger niveau te tillen. Tot dat doel werden zowel school als orkest regelmatig met door hem ontworpen reorganisatieplannen geconfronteerd. Zo werd in 1925 de school gesplitst in een muziekschool en een muzieklyceum, waardoor zijn grootste ideaal, het vestigen van een muziekvakopleiding in Limburg, werd verwezenlijkt. Bij het orkest had verbetering van de discipline zijn eerste prioriteit. Langzaamaan werd ook het repertoire aangepast. In 1936 stootte Hermans, die al eerder als gevolg van zijn vele taken overspannen was geraakt, een deel van zijn werkzaamheden af. Hij vroeg en kreeg ontslag aan de muziekschool. Vanaf dat moment kon hij zich geheel aan het orkest wijden.
Tijdens zijn lange carrière bij het MSO werd zijn inventieve vermogen echter meerdere malen danig op de proef gesteld. Zo had de economische crisis in de jaren dertig uiteraard ook voor het MSO grote gevolgen. De orkestleden werden op hun salaris gekort en er vloeide minder subsidiegeld binnen. Dat ook de periode '40-'45 grote invloed op het functioneren van het MSO heeft gehad, behoeft geen betoog. [2]
Na de dood van Hermans werd een "Comité ter herdenking" opgericht zowel in Maastricht als in Nuth. Beiden gaven Charles Vos de opdracht tot het vervaardigen van een gedenkteken. In Nuth bestaat het uit een bronzen portretbuste. Dit gedenkteken werd op 1 augustus 1948 onthuld aan de Dorpstraat te Nuth, ongeveer op de plaats waar het geboortehuis heeft gestaan. Thans staat het bij de trap naar de hoofdingang van de Sint Bavokerk, waar Hermans in zijn jeugdjaren organist is geweest. Om gelden voor dit monument bij een te brengen, werd in november 1947 te Nuth een concert gegeven door de cellist Marcel Frère en de pianiste Fien Paulussen. Andrée Bonhomme schreef voor deze gelegenheid haar indrukwekkende in memoriam Henri Hermans. [3]
 
Op een vijfhoekig basement is een sokkel geplaatst die aan de onderzijde taps toeloopt. Aan de voet ervan staat een schild met het wapen van Nuth (uit 1938), bestaand uit zes merletten (uit het wapen van het geslacht Eynatten) en een gouden sleutel. Boven op de sokkel is, frontaal, de kop geplaatst van Henri Hermans. Links en rechts van deze strak afgewerkte sokkel zien we een wat meer naar achteren een chaotische massa waaruit de vormen van bassen of cello's opdoemen. Het werk werd als volgens een iets ander ontwerp in Nuth uitgevoerd en geplaatst: kop in brons, sokkel in graniet.
Tekst:
HENRI HERMANS
MUSICUS
NUTH                                    MAASTRICHT
                                                                                                                   7-2-1883                                    21-2-1947 

 

otpbm08a

 

otpbm08b

 

3205z.jpg 

otpbm08c

 

Voorstudie
Particulier bezit *1
Gebakken klei, bruin gepatineerd
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1948] *1
Afmetingen: hoogte 29cm, breedte 27cm en diepte 11cm  *1
Het werk werd volgens een iets ander ontwerp in Nuth uitgevoerd en geplaatst.*1

 


[1] www.artindex.nl/nuth, 2008
[2] www.historischhuis.nl, Rita Hooijschuur, juli 2009
[3] Van Dijk, Henri Hermans (1883-1947), Maaslandse Monografieën 64, Hilversum 2002
 
*1 Paulussen  Charles Vos 1888-1954, tentoonstelling 13-11-1994 tot en met 29-01-1995, Gemeentemuseum voor Religieuze Kunst Jacob van Horne, Weert 1994
MARIA KONINGIN DER AARDE (AKN-GEBOUW, HILVERSUM)
Adres: Studio-ingang van de orkestassisenten der K.R.O., Emmastraat 52 Hilversum.
(oorspronkelijk) Het beeld is meerdere malen verplaatst. Het staat nu in het AKN-gebouw aan de 's Gravenlandseweg 78-80, 1217 EW Hilversum aan het Mariaplein (binnen).
Bronsen beeld 
Gesigneerd "CH.Vos", niet gedateerd [circa 1938]; aan de achterzijde van de wereldbol met daaronder de vermelding van de bronsgieterij Sillen B. Swalmen Co
Afmetingen: hoogte 120cm (zonder bol); 150cm (met bol),  breedte 65cm en diepte 42cm *1
 
Dit bronzen beeld is geplaatst op een stenen fontein, welke bestaat uit een sokkel en een bekken, in de vorm van waterspuwende dolfijnen. Deze fontein is van de hand van beeldhouwer S. Uiterwaal. *1
Het beeld werd gefinancierd uit de opbrengst van de verkoop van sluitzegels van een dubbeltje die door duizenden Limburgers waren gekocht. [1] Voor dat het beeld naar Hilversum werd overgebracht werd het tentoongesteld in Roermond (kunsthandel T van Os) en Maastricht (kunsthandel De Jong Bergers). [2]
Het gebouw aan de Emmastraat werd ontworpen door architect Willem Maas. Het is een goed voorbeeld van een "gesamptkunstwerk". Maas verzamelde om zich heen vooruitstrevende jonge katholieke kunstenaars die hij kende o.a. Charles Eyck (muurschilderingen), Joep Nicolas (gebrandschilderde ramen in de hal), Suzanne Nicolas (drie tegelplateaus in de gevel) en Charles (Mariabeeld). Hun werk en dat nog van enkele andere kunstenaars vormde een decoratieprogramma dat de relatie tussen geloof en omroep centraal stelde en dat door Maas in de architectuur geïntegreerd werd. Dit "gesamptkunstwerk" van architectuur en toegepaste kunst is één onlosmakelijk met en heeft een hoge monumentale waarde. [3]
In november 1999 werd het gebouw door de KRO verkocht aan een projectontwikkelaar. In mei 2000 vertrok de KRO uit het pand. Een projectontwikkelaar heeft bij de gemeente een sloopvergunning aangevraagd voor driekwart van het complex. Op het vrijkomende terrein zouden luxe appartementen moeten komen. Alleen het oorspronkelijke gebouw van architect Maas uit 1938 blijft staan. "Daarvan zijn we heel erg gecharmeerd," zegt de huidige eigenaar.
Wat behouden blijft is in ieder geval het oudste deel, uit 1938: een deel van de voorgevel, de hal, bestuurskamer, trap, glas-in-lood, patio, en de ruimten daarboven. Het deel dat blijft staan, zal een kantoorfunctie krijgen, met name de bovenverdieping. De bestuurskamer wordt dan een chique vergaderzaal.  [4]
Bij de verkoop is het beeld verhuisd naar het AKN-gebouw aan de 's Gravenlandseweg 78-80 te  Hilversum aan het Mariaplein (binnen). Of het beeld weer teruggeplaatst wordt na renovatie van de oude locatie is op dit moment nog niet bekend.
Maria is staande op de wolken, met daaronder een wereldbol, ten voeten uit afgebeeld. Zij draagt een zespuntige kroon op haar hoofd. Haar lange haren vallen naar achteren. Over haar kleed draagt zij een openvallende mantel die aan de bovenzijde is vastgegespt. Met haar rechterhand maakt ze een zegenend gebaar. In haar linkerhand had zij oorspronkelijk een scepter die in de loop van de tijd verloren is gegaan.
Bij een toevallig contact in 2008 tussen de KRO en de bronsgieterij Sillen en Co te Swalmen heeft een oud-medewerker van het bedrijf zich bereid verklaard een nieuwe scepter, aan de hand van oude foto's te maken, zodat het beeld bij het 80-jarige bestaan van de KRO weer compleet is. [5]
Het beeld werd door de Limburgse Katholieken geschonken aan de KRO ter gelegenheid van de opening van de studio te Hilversum. Ter bekostiging van het beeld werden, door de religieuze boek- en kunsthandel Van Rossum te Utrecht, replica's in bronsgroene gipsuitvoering (op de achterzijde de vermelding 'Eigendom van Rossum - namaak verboden') gemaakt. Ook werden bidprentjes verkocht.  

 

otpbm07a otpbm07b

foto's KRO (oude locatie)

 

otpbm07c

foto  KRO (oude locatie)

otpbm07d 

foto  KRO (oude locatie); nog zonder scepter

 

otpbm07f

 foto KRO (nieuwe locatie)

 

Replica Maria Koningin der Aarde  
Gips, brons, groen gepatineerd
Gesigneerd (rechts Ch. Vos op de bol), niet gedateerd [circa 1938] *1
Afmetingen: hoogte 62cm, breedte 26cm en diepte 16cm; bol 18cm *1
 
Dit Mariabeeld is een kleine replica van het door Charles Vos vervaardigde bronzen beeld, dat door de Limburgse katholieken werd geschonken ter gelegenheid van de opening van de K.R.O.-studio te Hilversum op 10 mei 1938. De replica's in bronsgroene gipsuitvoering - bedoeld als "huisbeeld" ofwel "devotiebeeld" - dragen aan de achterkant de vermelding "Ch. Vos - Eigendom van Rossum - namaak verboden". Van Rossum was destijds een religieuze boek- en kunsthandel te Utrecht, die deze Mariabeeldjes in serie (het juiste aantal is niet meer te achterhalen) verkocht om het bronzen beeld mede te bekostigen. *1

23321t 23321t2

foto eigenaar

 

 

  

 

foto's eigenaar

Ontwerp (of replica) Maria Koningin der aarde
Particulier bezit. [6] 
Gips, brons-groen gepatineerd
Niet gesigneerd, niet gedateerd [circa 1938]
Afmetingen: hoogte 62cm, breedte 26cm en diepte 16 cm
 
Waarschijnlijk is het een ontwerp (of replica) van het beeld dat Vos gemaakt heeft voor de K.R.O.

owp102a

 

 

Maria Koningin der Aarde (geglazuurde versie)
Particulier bezit 
Aardewerk wit geglazuurd
Gesigneerd Ch. Vos, niet gedateerd
23321t3

 

 

 

 


[1] Limburger Koerier 10 juli 1933
[2] De Nieuwe Koerier van 22 april 1938
[3] Ruigbroek, "een gebouw waarop de KRO trotsch kan zijn", het KRO-gebouw in Hilversum 1938-2000, Hilversum mei 2000
[4] www.radio.nl artikel 21 mei 2001. 2008
[5] Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., Anita van Veen 01-04-2008
[6] Collectie familie Backerra, Maastricht
 
* 1 Paulussen  Charles Vos 1888-1954, tentoonstelling 13-11-1994 tot en met 29-01-1995, Gemeentemuseum voor Religieuze Kunst Jacob van Horne, Weert 1994
WEDEROPBOUW-OORLOGSMONUMENT  (Burg Prinsensingel, Roosendaal)
Adres: Burgemeester Prinsensingel (naast nummer 10), Roosendaal
Euville steen
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1950]
Het beeld is opgericht om de oorlogsverwoesting en de wederopbouw van de Tweede Wereldoorlog te herdenken. [1]
Op een halfrond voetstuk is voorop het wapen van de gemeente Roosendaal en Nispen. Op het wapenschild staat een drietal rozen (twee boven aan de zijkanten en een beneden in het midden). Centraal staat een klimmende, gekroonde leeuw. Naast het wapenschild aan beide zijden valt een bom tussen de mensen.
Boven het voetstuk is een banderole met de tekst:
DE BOUWKUNST BLOEIT
TE MIDDEN VAN DEN STRIJD
Naast de banderole aan de rechterzijde schuin omhooglopend de jaartallen:
1949 - 1945.
Twee bouwvakkers (een man en een jongen) zijn bezig met het herstel van de oorlogsschade. De man, met het hoofd naar beneden gericht, is staande afgebeeld terwijl hij bezig is een steen te bewerken. De jongen, voor hem staande, brengt een drietal stenen die steunen op zijn rechterbovenbeen en die hij met beide handen vasthoudt.

 

otpbm06a

 

otpbm06b otpbm06c

 

Ontwerp Wederopbouw-oorlogsmonument
Huidige locatie: Museum Tongerlohuys Roosendaal
Gips
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1950]
Afmetingen: hoogte 125cm, breedte 40cm en diepte 30cm 
Het ontwerp was opgeslagen in het Stadskantoor en werd eind 2012 overgebracht naar het museum Tongerlohuys. [2]

otpbm06f 41301

in stadskantoor                                                             in Museum Tongerlohuys (foto museum)

 

 

 


[1] www.roosendaal.nl, april 2008
[2] Nummer 2012-01137,Afdeling Gemeentearchief Roosendaal,  06 december 2012

 

VERZETSMONUMENT (Zwartbroekplein, Roermond)
Adres: Zwartbroekplein, 6041HX, Roermond
Eind jaren tachtig van de vorige eeuw werd het monument ongeveer vijftig meter verplaatst vanwege een reconstructie van het Zwartbroekplein.
De twee en half meter hoge figuren zijn in brons gegoten in het atelier/gieterij Binder te Haarlem
Gesigneerd CH. Vos (in de linkerbovenhoek van de rechterzijkant van het voetstuk, waarop beide hoofdpersonen zijn afgebeeld), niet gedateerd [1947-1951]
Toen de beeldengroep gereed was en op transport werd gesteld, bleek de auto te smal te zijn, zodat de tocht naar Roermond onder politie-escorte plaatsvond, waarbij men de aankomst van stad tot stad doorbelde. Het zware voetstuk van 50 ton werd door de firma V Laudy Sittard gemaakt. [1]

Het organiserende comité gaf in 1947 aan een drietal beeldhouwers (Van Hoorn, Jac. Maris en Charles Vos) de opdracht om een ontwerp voor het monument te maken. Met algemene stemmen werd in maart 1948 het ontwerp van Charles Vos gekozen. Vervolgens moest toestemming komen van de provinciale commissie voor oorlogsmonumenten, gevolgd door een akkoordverklaring van de rijkscommissie voor oorlogsmonumenten en tenslotte moest de minister zijn fiat geven.[2]

De harmonieuze samenwerking op humanitair verzetsterrein tussen pries­ters en leken gedurende de Tweede Wereldoorlog komt nergens beter tot uiting dan in het monument van Charles Vos op het Zwartbroekplein in Roermond. Secretaris Leo Moonen van het bisdom Roermond die daar fier en onverschrokken het spits staat af te bijten en de verantwoordelijk­heid draagt voor degenen, die achter zijn gestalte schuilen met toch als meest steunende figuur, die van Jan Hendrikx uit Venlo, bezielend leider van het verzet.
Het "Limburgs Verzetsmonument" te Roermond is een bronzen beeldengroep, geplaatst op een hoog voetstuk van blokken gele natuursteen. Boven de tekst op de achterzijde van het voetstuk (naar ontwerp van Alphons Boosten) is een groot bronzen kruis aangebracht met daaronder aan weerszijden een staande priester die een jongeman bij de schouders beschermend vasthoudt. Aan de achterzijde van het voetstukbevinden zich drie uitstulpingen waaraan in brons gegoten kransen zijn bevestigd. Het voetstuk is 4m hoog en 2,50m breed. De tekst op de voorzijde van het voetstukluidt:
"IK HEB DE GOEDE STRIJD GESTREDEN 1940 - 1945".
De tekst op de achterzijde van het voetstuk luidt:
"TER HERDENKING VAN HET VERZET IN LIMBURG 1940 - 1945".

 

  otpbm05 otpbm05a

 

Tevens zijn op het gedenkteken de namen van 22 gesneuvelde verzetsmensen aangebracht.

Het monument symboliseert de samenwerking tussen geestelijken en leken in het verzet tegen de bezetter. Centraal staan twee hoofdrolspelers in het Limburgse verzet drs. Leo Moonen (secretaris van het bisdom Roermond en leider van het verzet) en Jan Hendrikx (de leider van Ambrosius, de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers). Achter deze hoogopgerichte figuren staat een samengepakte groep van vervolgden (verzetsstrijders) die door de nood bijeengedreven zijn en elkaar ondersteunen in hun ellende. Aan hun voeten kronkelen slangachtige monsters als symbool van het kwaad dat door het goede (het humanitaire verzet) wordt vertrapt. aan de achterzijde een groot kruis waarvoor een jonge priester staat. Het kruis is een teken van lijden, strijd en overwinning.
Een moeder spijzigt haar kind. Op de grond ligt een hakenkruis dat vertrapt wordt "ik heb de goede strijd gestreden" [3]

Op 5 mei 1951, toen Nederland voor de zesde keer de bevrijding herdacht, onthulde Prins Berhard in Roermond het verzetsmonument. De onthulling door de Prins wijst er op dat dit monument méér betekende dan een gemeentelijk gedenkteken ter nagedachtenis van de plaatselijke verzetshelden. [4] Inmiddels zijn ze vervangen.

 

otpbm05h 3203otpbm05h1.JPG

 

 otpbm05k 3203otpbm05h2.JPG

 

otpbm05i otpbm05j

3203r7 3203r8

 

Leo Moonen, bakkerszoon, geboren in Heerlen op 31 augustus 1895, zou zich na mei 1940 ontwikkelen tot de geestelijke leidsman van het humanitaire verzet in Limburg.
Hij hielp, verstrekte adviezen en gaf raad, waar hij kon. Ook in netelige kwesties, zoals liquidaties. Vaststaat dat hij sommige liquidaties heeft gesanctioneerd, zij het na lang wikken en wegen. Pastoors die bij Moonen kwamen klagen dat hun kapelaans teveel verzetswerk deden, ontmoetten in hem een man die het voor de verzetswerkers onder de geestelijken opnam. Hij verbood de pastoors ze ook maar iets in de weg te leggen. Moonen wist vanuit de praktijk maar al te goed in welke gewetensnood de meeste jongeren door de Duitse maatregelen waren geraakt. Omdat de bisschoppen officieel geprotesteerd hadden tegen Duitse plannen gericht op studenten, jonge arbeidskrachten en voormalige dienstplichtige militairen, vond Moonen dat het consequent was onderduikers en joden uit handen van de bezetter te houden, ze te voeden en te kleden en hun achtergelaten families en gezinnen geestelijken materieel bij te staan.
Met deze interpretatie wierp hij zich op als leidsman van de nieuw te vormen onderduikersorganisatie. Moonen was de geestelijke leider, kapelaan Naus uit Venlo en pater Bleijs uit Roermond waren mannen van de praktijk, samen met Jan Hendrikx uit Venlo. Jan Hendrikx, geboren op 2 april 1917 in Venlo, probeerde na de middelbare school en de kweek­school van de jaren dertig een baan als onderwijzer te krijgen. Na drie jaar werkloosheid ging hij in Nijmegen pedagogie studeren. In het uni­versitair milieu putte hij inspiratie uit de denkbeelden van geweldloosheid en pacifisme van Gandhi.
Kapelaan Naus benaderde Hendrikx met de vraag een organisa­torisch raamwerk op te zetten. Hendrikx ontwierp daarop in korte tijd een werkschema voor een onderduikersorganisatie in de regio Venlo. Hij deed dat zo goed, dat secretaris Leo Moonen hem in contact bracht met mensen die overal in het bisdom met soortgelijke plannen rondliepen. Het Venlose duikschema werd in het hele diocees overgenomen. Hendrikx kreeg de leiding over de Limburgse duikorganisatie. Verschillende  Limburgse ideeën werden landelijk overgenomen. Het optreden van Hendrikx  was kalm en weloverwogen. Jan Hendrikx werd een topper in de Neder­landse onderduikerswereld. Zijn zelfvertrouwen overschreed zekere grenzen. Hij hield ervan te telefoneren met de beruchte SD'er Richard Nitsch in Maastricht en deze te provoceren of om hem straal voor de gek te houden. Nitsch die tegen Hendrikx aan de telefoon vaak in woede uitgebarsten was, zou zijn meest geduchte tegenstander uiteindelijk toch te pakken krijgen. Verraad leidde in juni 1944 tot een overval op het pensionaat St. Louis in Weert op het moment dat daar de leidende figuren van de Lim­burgse duik-districten zaten te vergaderen. Ook Jan Hendrikx werd gearresteerd. Via Vught verdween hij op 7 september 1944 naar Sachsen-hausen. Tijdens een transport van Sachsenhausen naar Dachau kwam hij om het leven.
Bisdomsecretaris Leo Moonen, wiens werk achter de schermen tot de Sicherheitspolizei was doorgedrongen, werd gearresteerd als gevolg van de voor de Duitsers zo succesvolle overval in Weert. Op zondag 11 augustus werd in de katholieke kerken een brief van de bisschoppen voorgelezen, waarin deze stelling namen tegen de nazificatie van de pers. De Duitsers bleken tevoren op de hoogte. Een dag tevoren was Moonen in zijn Roermondse woning gearresteerd op beschuldiging, dat hij de­gene zou zijn die de bisschoppelijke brief had geconcipieerd. Nitsch kwam vervolgens met veel feiten, verzameld uit verhoren van eerder vastgenomen illegale werkers. Uiteindelijk besloot Moonen toe te geven en hij beargumenteerde zijn houding door erop te wijzen dat hij als secretaris van de bisschop de plicht had gehad dit te doen en de leiding van de onderduikorganisatie en de knokploegen morele steun te verle­nen. Pogingen Moonen vrij te kopen mislukten. Het verzet bood zelfs aan geen Duitsers of collaborateurs meer te zullen liquideren indien Moonen verder geen haar zou worden gekrenkt. De Duitsers wezen alles af. Leo Moonen ging op 28 augustus 1944 op transport naar Vught, vandaar naar Sachsenhausen en tenslotte naar Bergen-Belsen waar hij vooral door tyfus geheel aan het einde van zijn krachten raakte. Op 2 april 1945, tweede Paasdag, stierf de geestelijke leidsman van het Limburgse verzet. [5]

Vlak voor de dodenherdenking in 2011 werden de bronzen kransen van het monument gestolen. [6]

 

otpbm05b otpbm05b1

 

 

otpbm05b2 otpbm05b3 

 

 

 

Voorstudies(in gips) verzetsmonument:  

 

otpbm05c otpbm05g

 

otpbm05f otpbm05e

  

otpbm05d

 

Alle afbeeldingen voorstudies Archief Roermond

 

3203r1  3203r2

 

3203r3  3203r4

 

3203r5 3203r6

3203r6a.JPG 3203r6b.JPG

 

3203r6c.JPG 3203r6d.JPG

alle afbeeldingen voorstudies collectie Peters Smeets/ Paulussen


[1] Geschreven toespraak van Isabelle Paulussen (gedateerd Maastricht 29 april 1993); Limburgs Dagblad 2 en 5 maart 1951
[2] Limburgs Dagblad 8 november 1951 en Maas- en Roerbode 3 april 1950
[3] Limburgs Dagblad 8 november 1951
[4] Geschreven toespraak van Isabelle Paulussen (gedateerd Maastricht 29 april 1993)
[5]Mans, Cammaert, Limburgse monumenten vertellen 1940-1945,  Historische Reeks Maastricht, deel 1, Maastricht 1994;
www.oorlogsmusea.nl; www.4en5mei.nl, 2008
[6] De Limburger, 30 april 2011
 
*2 Paulussen, Charles Vos, beeldhouwer te Maastricht, Maastricht 2002 (CD-rom)