VERZETSMONUMENT (Zwartbroekplein, Roermond)
Adres: Zwartbroekplein, 6041HX, Roermond
Eind jaren tachtig van de vorige eeuw werd het monument ongeveer vijftig meter verplaatst vanwege een reconstructie van het Zwartbroekplein.
De twee en half meter hoge figuren zijn in brons gegoten in het atelier/gieterij Binder te Haarlem
Gesigneerd CH. Vos (in de linkerbovenhoek van de rechterzijkant van het voetstuk, waarop beide hoofdpersonen zijn afgebeeld), niet gedateerd [1947-1951]
Toen de beeldengroep gereed was en op transport werd gesteld, bleek de auto te smal te zijn, zodat de tocht naar Roermond onder politie-escorte plaatsvond, waarbij men de aankomst van stad tot stad doorbelde. Het zware voetstuk van 50 ton werd door de firma V Laudy Sittard gemaakt. [1]
Het organiserende comité gaf in 1947 aan een drietal beeldhouwers (Van Hoorn, Jac. Maris en Charles Vos) de opdracht om een ontwerp voor het monument te maken. Met algemene stemmen werd in maart 1948 het ontwerp van Charles Vos gekozen. Vervolgens moest toestemming komen van de provinciale commissie voor oorlogsmonumenten, gevolgd door een akkoordverklaring van de rijkscommissie voor oorlogsmonumenten en tenslotte moest de minister zijn fiat geven.[2]
De harmonieuze samenwerking op humanitair verzetsterrein tussen priesters en leken gedurende de Tweede Wereldoorlog komt nergens beter tot uiting dan in het monument van Charles Vos op het Zwartbroekplein in Roermond. Secretaris Leo Moonen van het bisdom Roermond die daar fier en onverschrokken het spits staat af te bijten en de verantwoordelijkheid draagt voor degenen, die achter zijn gestalte schuilen met toch als meest steunende figuur, die van Jan Hendrikx uit Venlo, bezielend leider van het verzet.
Het "Limburgs Verzetsmonument" te Roermond is een bronzen beeldengroep, geplaatst op een hoog voetstuk van blokken gele natuursteen. Boven de tekst op de achterzijde van het voetstuk (naar ontwerp van Alphons Boosten) is een groot bronzen kruis aangebracht met daaronder aan weerszijden een staande priester die een jongeman bij de schouders beschermend vasthoudt. Aan de achterzijde van het voetstukbevinden zich drie uitstulpingen waaraan in brons gegoten kransen zijn bevestigd. Het voetstuk is 4m hoog en 2,50m breed. De tekst op de voorzijde van het voetstukluidt:
"IK HEB DE GOEDE STRIJD GESTREDEN 1940 - 1945".
De tekst op de achterzijde van het voetstuk luidt:
"TER HERDENKING VAN HET VERZET IN LIMBURG 1940 - 1945".
Tevens zijn op het gedenkteken de namen van 22 gesneuvelde verzetsmensen aangebracht.
Het monument symboliseert de samenwerking tussen geestelijken en leken in het verzet tegen de bezetter. Centraal staan twee hoofdrolspelers in het Limburgse verzet drs. Leo Moonen (secretaris van het bisdom Roermond en leider van het verzet) en Jan Hendrikx (de leider van Ambrosius, de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers). Achter deze hoogopgerichte figuren staat een samengepakte groep van vervolgden (verzetsstrijders) die door de nood bijeengedreven zijn en elkaar ondersteunen in hun ellende. Aan hun voeten kronkelen slangachtige monsters als symbool van het kwaad dat door het goede (het humanitaire verzet) wordt vertrapt. aan de achterzijde een groot kruis waarvoor een jonge priester staat. Het kruis is een teken van lijden, strijd en overwinning.
Een moeder spijzigt haar kind. Op de grond ligt een hakenkruis dat vertrapt wordt "ik heb de goede strijd gestreden" [3]
Op 5 mei 1951, toen Nederland voor de zesde keer de bevrijding herdacht, onthulde Prins Berhard in Roermond het verzetsmonument. De onthulling door de Prins wijst er op dat dit monument méér betekende dan een gemeentelijk gedenkteken ter nagedachtenis van de plaatselijke verzetshelden. [4] Inmiddels zijn ze vervangen.
Leo Moonen, bakkerszoon, geboren in Heerlen op 31 augustus 1895, zou zich na mei 1940 ontwikkelen tot de geestelijke leidsman van het humanitaire verzet in Limburg.
Hij hielp, verstrekte adviezen en gaf raad, waar hij kon. Ook in netelige kwesties, zoals liquidaties. Vaststaat dat hij sommige liquidaties heeft gesanctioneerd, zij het na lang wikken en wegen. Pastoors die bij Moonen kwamen klagen dat hun kapelaans teveel verzetswerk deden, ontmoetten in hem een man die het voor de verzetswerkers onder de geestelijken opnam. Hij verbood de pastoors ze ook maar iets in de weg te leggen. Moonen wist vanuit de praktijk maar al te goed in welke gewetensnood de meeste jongeren door de Duitse maatregelen waren geraakt. Omdat de bisschoppen officieel geprotesteerd hadden tegen Duitse plannen gericht op studenten, jonge arbeidskrachten en voormalige dienstplichtige militairen, vond Moonen dat het consequent was onderduikers en joden uit handen van de bezetter te houden, ze te voeden en te kleden en hun achtergelaten families en gezinnen geestelijken materieel bij te staan.
Met deze interpretatie wierp hij zich op als leidsman van de nieuw te vormen onderduikersorganisatie. Moonen was de geestelijke leider, kapelaan Naus uit Venlo en pater Bleijs uit Roermond waren mannen van de praktijk, samen met Jan Hendrikx uit Venlo. Jan Hendrikx, geboren op 2 april 1917 in Venlo, probeerde na de middelbare school en de kweekschool van de jaren dertig een baan als onderwijzer te krijgen. Na drie jaar werkloosheid ging hij in Nijmegen pedagogie studeren. In het universitair milieu putte hij inspiratie uit de denkbeelden van geweldloosheid en pacifisme van Gandhi.
Kapelaan Naus benaderde Hendrikx met de vraag een organisatorisch raamwerk op te zetten. Hendrikx ontwierp daarop in korte tijd een werkschema voor een onderduikersorganisatie in de regio Venlo. Hij deed dat zo goed, dat secretaris Leo Moonen hem in contact bracht met mensen die overal in het bisdom met soortgelijke plannen rondliepen. Het Venlose duikschema werd in het hele diocees overgenomen. Hendrikx kreeg de leiding over de Limburgse duikorganisatie. Verschillende Limburgse ideeën werden landelijk overgenomen. Het optreden van Hendrikx was kalm en weloverwogen. Jan Hendrikx werd een topper in de Nederlandse onderduikerswereld. Zijn zelfvertrouwen overschreed zekere grenzen. Hij hield ervan te telefoneren met de beruchte SD'er Richard Nitsch in Maastricht en deze te provoceren of om hem straal voor de gek te houden. Nitsch die tegen Hendrikx aan de telefoon vaak in woede uitgebarsten was, zou zijn meest geduchte tegenstander uiteindelijk toch te pakken krijgen. Verraad leidde in juni 1944 tot een overval op het pensionaat St. Louis in Weert op het moment dat daar de leidende figuren van de Limburgse duik-districten zaten te vergaderen. Ook Jan Hendrikx werd gearresteerd. Via Vught verdween hij op 7 september 1944 naar Sachsen-hausen. Tijdens een transport van Sachsenhausen naar Dachau kwam hij om het leven.
Bisdomsecretaris Leo Moonen, wiens werk achter de schermen tot de Sicherheitspolizei was doorgedrongen, werd gearresteerd als gevolg van de voor de Duitsers zo succesvolle overval in Weert. Op zondag 11 augustus werd in de katholieke kerken een brief van de bisschoppen voorgelezen, waarin deze stelling namen tegen de nazificatie van de pers. De Duitsers bleken tevoren op de hoogte. Een dag tevoren was Moonen in zijn Roermondse woning gearresteerd op beschuldiging, dat hij degene zou zijn die de bisschoppelijke brief had geconcipieerd. Nitsch kwam vervolgens met veel feiten, verzameld uit verhoren van eerder vastgenomen illegale werkers. Uiteindelijk besloot Moonen toe te geven en hij beargumenteerde zijn houding door erop te wijzen dat hij als secretaris van de bisschop de plicht had gehad dit te doen en de leiding van de onderduikorganisatie en de knokploegen morele steun te verlenen. Pogingen Moonen vrij te kopen mislukten. Het verzet bood zelfs aan geen Duitsers of collaborateurs meer te zullen liquideren indien Moonen verder geen haar zou worden gekrenkt. De Duitsers wezen alles af. Leo Moonen ging op 28 augustus 1944 op transport naar Vught, vandaar naar Sachsenhausen en tenslotte naar Bergen-Belsen waar hij vooral door tyfus geheel aan het einde van zijn krachten raakte. Op 2 april 1945, tweede Paasdag, stierf de geestelijke leidsman van het Limburgse verzet. [5]
Vlak voor de dodenherdenking in 2011 werden de bronzen kransen van het monument gestolen. [6]
Voorstudies(in gips) verzetsmonument:
Alle afbeeldingen voorstudies Archief Roermond
alle afbeeldingen voorstudies collectie Peters Smeets/ Paulussen
[1] Geschreven toespraak van Isabelle Paulussen (gedateerd Maastricht 29 april 1993); Limburgs Dagblad 2 en 5 maart 1951
[2] Limburgs Dagblad 8 november 1951 en Maas- en Roerbode 3 april 1950
[3] Limburgs Dagblad 8 november 1951
[4] Geschreven toespraak van Isabelle Paulussen (gedateerd Maastricht 29 april 1993)
[5]Mans, Cammaert, Limburgse monumenten vertellen 1940-1945, Historische Reeks Maastricht, deel 1, Maastricht 1994;
www.oorlogsmusea.nl; www.4en5mei.nl, 2008
[6] De Limburger, 30 april 2011
*2 Paulussen, Charles Vos, beeldhouwer te Maastricht, Maastricht 2002 (CD-rom)