www.charlesvos.nl

Johan Piets

Johan Piets

(OUD) GEMEENTEHUIS ANNEX POLITIEBUREAU UBACH OVER WORMS (Landgraaf)
Hovenstraat 140, 6374 HG Landgraaf (Ubach over Worms)
Wapens van Nederland, Provincie Limburg en Gemeente Ubach over Worms, 1931[1]
Het gemeentehuis van Ubach over Worms werd in 1931 in gebruik genomen. Het is een creatie van bouwkundige Ir. Jan Beersma, die in dienst was van de steenkolenmijn Laura & Vereeniging te Eygelshoven (Limburg). In 1982 werd het monumentale pand overbodig als gemeentehuis, aangezien de gemeente Ubach over Worms opging in de nieuwe gemeente Landgraaf. Sindsdien vormt het gebouw het onderkomen van Woningvereniging Ubach over Worms. [2]
In het front zijn naast de hoofdingang het wapen van Nederland, het rijkswapen geflankeerd door twee leeuwen (linkerzijde van de ingang) en van Limburg, geflankeerd door een forse landbouwer en een stoere mijnwerker (rechterzijde van de ingang) aangebracht. Aan de oost-zijingang is het gemeentewapen [3]: rechts in azuur een leliescepter van goud; links in goud drie palen van azuur en een schildhoofd van keel; over alles heen een smalle golvende paal van zilver. Het schild gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee parels. Het wapen is een combinatie van de symbolen voor de geestelijke cq wereldlijke macht die de abdij van Thorn in het gebied uitoefende (leliescepter), het wapen van het geslacht Mulrepas, oudst bekende heren van Rimburg (palen) en de rivier de Worms (paal). [4]
Deze wapens zijn door Charles Vos ontworpen. [5]


otpbm42a

otpbm42b

 

otpbm42c

 


[1] Het wapen van Ubach over Worms is bij Koninklijk Besluit van 30 november 1931 vastgesteld.
[2] Smeets, wikipedia februari 2013
[3] In februari 2013 was deze steen niet meer aanwezig
[4] www.ngw.nl, februari 2013
[5] Limburgsch Dagblad, 23 november 1931 en 19 december 1931
donderdag, 14 februari 2013 10:42

Grafmonument J. P. Hensgens (Sittard)

GRAFMONUMENT J.P. HENSGENS (Sittard)
Begraafplaats Sittard (Vrangendael)
Lahrstraat 18, 6137 AD Vak: I
 
Gesigneerd: in de hoofdletter C en kleine h, daarachter hoofdletter V (links onder) niet gedateerd [1928] 
Johan Peter Hensgens (16-8-1887  15-7-1928)
De grafstèle bestaat uit drie platen achter elkaar, die naar voren toe afnemen in breedte. De voorste plaat is 101cm hoog en 59cm breed; hierop staat de afbeelding. Op deze plaat rust de horizontale balk van een kruis, de verticale balk is slechts deels zichtbaar daar deze achter de afgebeelde scène loopt.
De H. Barbara (met nimbus) is driekwart gedraaid "en profil" afgebeeld met haar hoofd naar beneden gericht. Daar zit "en profil", gericht de heilige, een knielende mijnwerker, rustend op zijn linkerknie en het andere been rustend op de voet, met gebogen hoofd. H. Barbara's linkerarm rust op de schouder van de mijnwerker. Haar rechterhand en de rechterhand van de mijnwerker grijpen in elkaar. Zijn linkerhand rust op een mijnwerkerslamp die op de grond staat. Boven rechts komen de stralen uit de wolken. Aan de linkerzijde een klimmende lelie.
De mijnwerker wordt door zijn patroonheilige begeleid op zijn reis naar het eeuwige.

Op de zerk is een opgelegd kruis met daaronder de tekst:

GLUCK AUF
VAN ZIJN KAMERADEN
UIT DEN R.K. MIJNWERKERSBOND
AAN HUN ALLER VRIEND
JOHAN PETER HENSGENS
*SPEKHOLZERHEIDE 16 8 1887
† SITTARD 11 7 1928
HIJ RUSTE IN VREDE

Op zondag 8 september 1928 vond in tegenwoordigheid van het hoofdbestuur van de R.K. Mijnwerkersbond en vele vrienden van de overledene de onthulling van het monument op het graf van Hensgens plaats. Het monument is afkomstig uit het atelier Laudy; het beeldhouwwerk is van Charles Vos. [1]

orml32a orml32b

 

orml32c

 


[1] Limburger Koerier 15 september 1928

dinsdag, 04 oktober 2011 00:00

Museum Beelden aan Zee

Museum Beelden aan Zee

Harteveltstraat 1, 2586 EL Den Haag
Museum Beelden aan Zee in Scheveningen is in 1994 gesticht door het verzamelaarsechtpaar Theo en Lida Scholten en richt zich exclusief op de moderne en hedendaagse internationale beeldhouwkunst.
In 1966 kochten Theo en Lida Scholten hun eerste beeldje. Op dit moment omvat de collectie van museum Beelden aan Zee ruim 1000 beelden en enkele honderden penningen. Het merendeel van de werken dateert uit de tweede helft van de twintigste eeuw.
Sinds 2004 is het museum uitgebreid met het Sculptuur Instituut, een gespecialiseerd onderzoeksinstituut op het terrein van de moderne en hedendaagse internationale beeldhouwkunst dat bibliotheek-, documentatie- en archivalische collecties beheert.[1]
 
Jaap Kaas (portretkop) 
Het werk bevindt zich op dit moment in depot en werd verworven uit een schenking van de erven van Jaap Kaas. [2]
De portretkop is van gips gemaakt
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1922] [3]
Afmetingen: hoogte 43cm, breedte 24cm en diepte 21cm
 
Jaap Kaas was beeldhouwer te Amsterdam.
Jaap Kaas kwam uit een vrijzinnig joods milieu. Hij werd geboren in de Amsterdamse Jodenbuurt, waar zijn familie groot was geworden in de handel in oud ijzer. In 1900 verhuisde hij met zijn ouders, broer en zuster naar Antwerpen. Hier zou de Zoo de grote passie van zijn jeugd worden. In deze dierentuin raakte Jaap spelenderwijs vertrouwd met de uiterlijke verschijningsvorm en gedragingen van de dieren. Hij werd er geïnspireerd door de Antwerpse dierkunstenaars en ging nog voor zijn tiende jaar boetseren en tekenen in de Zoo. Van 1910 tot 1914 werkte Jaap Kaas op de Koninklijke Academie van Schoone Kunsten, waar hij zich ontpopte als een zeer ijverige en begaafde leerling. Tijdens het beleg van Antwerpen, in de late zomer van 1914, ontvluchtte de familie Kaas de stad om zich voorgoed in Amsterdam te vestigen. Daar studeerde Jaap van 1914 tot 1920 aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten als een van de eerste leerlingen van J. Bronner, hoogleraar in de beeldhouwkunst.
In 1936 kreeg Jaap Kaas eindelijk een vaste aanstelling als leraar in het beeldhouwen, boetseren en gips bewerken aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in Amsterdam.
Na de bevrijding wijdde Jaap Kaas zich opnieuw met overgave aan het kunstonderwijs. Van 1946 tot 1963 was hij docent tekenen en beeldhouwkunst aan de Rotterdamse Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen, ofschoon hij woonachtig bleef te Amsterdam. Hij stierf in 1972. [4]
Jaap Kaas is "en face" afgebeeld met zijn blik naar linksgericht. hij draagt een overhemd met stropdas. de portretkop staat op een console.
 

otpmz10a 4901b 1105h.jpg

                                                                                                                    foto: Paulussen                                                                                      foto: particuliere collectie                                                    foto: Museum Beelden aan Zee

 


[1] Email J.Jansen (Museum Beelden aan Zee) 4 oktober 2011
[2] Email J.Jansen (Museum Beelden aan Zee) 4 oktober 2011
[3] Paulussen, Charles Vos, beeldhouwer te Maastricht, Maastricht 2002 (CD-rom)
[4] www.inghist.nl, 2008

 

MARIA MET KIND (Schaesberg)
Adres: Samenwerkende Parochies Schaesberg, Kerkplein 3 6272 EZ Schaesberg (Landgraaf)
 
 
Maria met Kind
Keramiek
Niet gesigneerd, niet gedateerd
 
In een hoeknis een Mariabeeld met Kind. Zij is staande ten voeten uit afgebeeld en draagt over haar witte kleed en blauwe, openvallende mantel. Zij houdt haar Zoon (met nimbus), die op een verhoging voor haar staat, met haar linkerhand vast bij zijn schouder. Met haar andere hand maakt ze een zegenend gebaar. Haar blik is op haar zoon gericht. Het Kind heeft in zijn linkerhand een wereldbol vast en maakt met zijn rechterhand een zegenend gebaar.
 
 
orml31a orml31b
 
 
 
maandag, 25 juli 2011 05:50

St. Petrus Banden (Grote Kerk) Venray

Kerk:     St. Petrus Banden (Grote Kerk)

Adres:             Grote Markt 24, 5801 BL Venray
Architect:         o.a. J. Kalf en J. Kayser
Kunstenaars:  

In 1462 werd gestart met de bouw van de kerk. In 1475 werd de Peters-luidklok in de toren opgehangen. De daarop volgende jaren werd de kerk verfraaid en verder ingericht. De kerk bezit een unieke verzameling beelden, voor een groot deel Middeleeuws. [1]

Op 16 oktober 1944 werd de kerk zwaar beschadigd toen de Duitsers de toren opbliezen. De kerk werd 1947-1948 hersteld door architect J. Kalf. De toren werd pas in 1961-1962 hersteld door architect Jules Kayser. [2]
 
Werken van Charles Vos:
Reliëf in keramiek (verloren gegaan)
Ch Vos heeft een reliëf in keramiek gemaakt voor de Grote Kerk te Venray. Het werk ging in de Tweede Wereldoorlog verloren. Het was geplaatst boven de hoofdingang van de toren. In 1962 kreeg Jacq. V. Rhijn de opdracht een reliëf te maken. [3]

[1] www.petrusbandenkerkvenray.nl, juni 2011
[2] Wikipedia, juni 2011
[3] Peel en Maas 8-6-1962
 
donderdag, 13 oktober 2011 00:00

Aloysius (Aloysiusschool Maastricht)

Aloysius [1](Aloysiusschool Maastricht)

Brusselstraat 46, 6211 PG Maastricht (boven de toegangspoort)
Steen, rond 1926 (?), toegewezen aan Charles Vos
De Congregatie van de Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis (onder de naam Broeders van Maastricht bekend) werd in 1840 gesticht door brouwerszoon Rutten. Een belangrijke taak van de broeders werd het verzorgen van onderwijs. Het onderwijs werd op diverse plaatsen in de stad verzorgd. In 1905 kwam geld vrij voor nieuwbouw bij hun klooster aan de Brusselsestraat. Het schoolgebouw werd ontworpen door architect Joseph Hollman in de neo-gotische stijl en werd gebouwd in 1907. De heilige Aloysius werd de patroonheilige.
Anno 2013 huist er nog steeds de Aloysiusschool en ondanks verbouwingen in de voorbije eeuw heeft het gebouw als geheel oorspronkelijk aanzien niet verloren.
Het beeld van Aloysius, boven de toegangspoort, kan niet met zekerheid aan Charles Vos worden toegewezen. Waarschijnlijk kan het beeld gedateerd worden rond 1926 toen gevierd werd dat de heilige twee eeuwen eerder heilig was verklaard. Er werd toen veel aandacht besteed aan de jeugdige (geloofs)ijver en de kuisheid van de schoolgaande jeugd.
Stilistisch vertoont het beeld verwantschap met beelden uit die periode die met zekerheid aan Vos zijn toe te schrijven.
Aloysius Gonzage (eigenlijk Luigi Gonzaga) werd op 9 maart 1568 geboren in een dorpje (Castiglioni delle Stiviere) bij Mantua. Hij was de oudste zoon van Ferninand Gonzaga die markgraaf was van Castiglione. Hij werd op tienjarige leeftijd als page aangesteld aan het hof van de Medici in Brescia. Daarna verbleef hij aan het hof van Filips II van Spanje. Ondanks het mondaine leven aan het hof legde hij onder invloed van zijn moeder een grote vroomheid aan de dag.
In 1585 deed hij afstand van zijn rechten op het marktgraafschap Castiglione ten gunste van zijn broer Rudolf en trad tegen de wil van zijn familie toe tot de orde van de Jezuïeten. Hij studeerde filosofie en theologie. Daarnaast zorgde hij voor de zieken. Tijdens een pestepidemie raakte hij besmet met deze vreselijke ziekte en stierf op 21 juni 1591 op slechts 23-jarige leeftijd. Hij werd in de San Ignazio te Rome begraven; zijn hoofd werd later naar zijn geboorteplaats overgebracht.
In 1726 werd Aloysius door paus Paulus V zalig verklaard.
Hij wordt vaak voorgesteld als een wat wereldvreemde jongen gekleed in een zwarte soutane (lange toga) met een witte kraag die naar een kruisbeeld staart. Zijn attributen zijn: een lelie (symbool van kuisheid); een kruis (dat vroomheid en offergezindheid uitdrukt), een schedel (hetgeen zijn vroege dood uitdrukt) en een rozenkrans (als uitdrukking van zijn bijzondere devotie tot de Maagd Maria).

Aloysius is staande op een console frontaal afgebeeld. Over zijn kleed draagt hij een openvallende mantel. Een drietal van boven genoemde attributen zijn terug te vinden. Op de console rechts van de heilige lelies, links een schedel. De heilige houdt het kruis met zijn linkerhand tegen zijn gezicht, zijn blik op het kruis gericht.

ospm41a


[1] Dit artikel is gebaseerd op:
Boogard van den J., De schooltijd achterna...., 150 jaar Aloysiusschool Maastricht 1854-2004, Maastricht 2004 en Wikipedia september 2011

 

De Goede Herder (Grote Looiersstraat)

Adres: Grote Looiersstraat 12, 6211 JJ Maastricht
Voorheen: buurthuis in de Plankstraat nr. 7 te Maastricht
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1948]

Stokstraatkwartier

Het huidige Stokstraatkwartier maakte deel uit van de vesting die de Romeinen bouwden om de strategisch belangrijke Maasovergang te verdedigen.
In de zeventiende en achttiende eeuw werd de buurt volgebouwd met grote herenhuizen, met op de binnenhoven huisjes voor de bedienden en stallen voor het vee. Met de opkomst van de industrie in de negentiende eeuw trok de gegoede burgerij weg naar nieuwe "villawijken" en werd de Stokstraat en omgeving het domein van de arbeiders. De herenhuizen van weleer raakten bevolkt met grote gezinnen die met elkaar niet alleen de enige kraan op de begane grond deelden, maar ook de "poepdoos", het toilet dat niet veel meer was dan een plank met een gat en een ton eronder. Gaandeweg kwamen er ook meer cafés en logementen, werkterrein voor "dames van plezier". Het Stokstraatkwartier werd een buurt waar de burgerij van Maastricht met een grote boog omheen liep. De politie vertoonde zich er alleen maar met meerdere manschappen tegelijk.
De pastoor van de O.L. Vrouweparochie besefte dat het Stokstraatkwartier na 1940 aan een andere vorm van zielzorg dringend behoefte had. Van de Franciscanen, die hierom gevraagd werden bleek pater P.A. Castorius Groothuis bereid deze taak op zich te nemen.
Op 31 augustus 1945 werd hij op basis van een kapelaanssalaris (ƒ 350,- per jaar destijds, € 160)
benoemd tot sociaal zielzorger, belast met het buurthuiswerk.
Op 1 september 1945 werd hem een kamer toegewezen in het pand Plankstraat no. 4.
Castorius wilde "een buurman" zijn, een man die naast en niet boven hen stond en hij slaagde daar wonderwel in. Hij organiseerde een eindeloze hoeveelheid activiteiten voor de jeugd. Hij regelde in 1948 een kelder met de daarboven liggende magazijnruimte (Plankstraat 7) die zou gaan dienen als buurthuis en kapel.
Boven de ingang van de kapel kwam een prachtig beeld van de beeldhouwer Charles Vos. Het stelt een goede herder voor, omringd door schaapjes. Op de achtergrond loert een wolf. Dit beeld was de tegenhanger van de angstaanjagende gevelsteen, In de duysent vrees,  boven de ingang van oude werkkamer van Castorius in de Plankstraat 4. In het buurthuis kwam een knutselclub, een toneelclub, een zangclub, er werden bokslessen gegeven, en op zaterdagavond waren er altijd filmvoorstellingen.
Na de Tweede Wereldoorlog wilde de gemeente Maastricht het Stokstraatkwartier saneren.
Castorius was er niet gelukkig mee dat de overheid de bevolking elders in Maastricht wilde gaan huisvesten in betere behuizingen en dat men het Stokstraatkwartier na sloop vernieuwd wilde opbouwen en daarna als winkelcentrum inrichten.
Naarmate het tijdstip van de sanering naderde, kwam er aan het werk van pater Castorius een einde. In de tweede helft van 1961 waren de bewoners van het Stokstraatkwartier elders in de stad in geschikte behuizing ondergebracht. Pater Castorius zette zijn buurthuiswerk vanaf dat jaar voort in de Grote Looiersstraat 12.
In 1969 werd hij pastoor in Didam en verliet Maastricht. Hij stierf in 1989 in Didam. [1]

Christus als de Goede Herder.

Charles Vos maakte in 1948 een beeld van Christus als de Goede Herder. Het werd geplaatst boven de ingang van de kapel in het buurthuis in de Plankstraat 7. Toen in de tweede helft van 1961 het buurthuis werd verplaatst naar de Grote Looiersstraat 12, verhuisde het beeld mee en werd geplaatst aan de gevel. Na het sluiten van het buurthuis (6 september 1969) verkocht de gemeente Maastricht het pand aan een broer van voormalig minister-president Ruud Lubbers. De huishoudster van pater Castorius in Loil Didam, Tineke Dijkman, heeft in 1989 geprobeerd het beeld te kopen om het cadeau te doen aan pater Castorius ter gelegenheid van zijn 50-jarig priesterjublileum op 20 maart 1989. De familie Lubbers wilde het beeld niet verkopen omdat zij vonden dat het bij het huis behoorde. Vandaar dat het beeld nog steeds de gevel van het pand Grote Looiersstraat siert.[2]

Op een console met achterzijde is Christus staande afgebeeld met zijn rechterbeen vooruit geplaatst. Hij draagt over zijn wit kleed een blauwe, naar achter vallende, mantel (de kleuren zijn door tijdsverloop enigszins vervaald). Rondom Christus zijn  schaapjes afgebeeld, een aantal kijkt op naar de Heer. Christus draagt op zijn linkerarm, voor zijn borst, een schaap dat zijn blik naar de Heer heeft gericht; zijn rechterarm rust op het schaap. Op de achtergrond, met zijn klauwen rustend op de achterzijde van de console, staat een wolf. Hij vertegenwoordigt het kwaad maar de schaapjes zijn veilig onder de hoede van Heer.

 

orml14a

Plankstraat 4
foto: Huub Reinders

 

orml14b

Oude foto: Grote Looiersstraat 12
Foto: Huub Reinders

orml14c

 

 

orml14d

 

orml14e

 

 

 


[1] NN, Pater Castorius en het Stokstraatkwartier;  Reinders, Het leven in de Stokstraat, Maastricht 2006; Reinders, Herder laat je schaapjes gaan - dagboek van pater Castorius-, Maastricht 2012; www.geschiedenis24.nl, april 2012.
[2] Reinders, Herder laat je schaapjes gaan - dagboek van pater Castorius-, Maastricht 2012 blz 325-329; emails van de heer Reinders van 16 en 17 april 2012.
GEDENKPLAQUETTE SCHUILKELDER (voormalig) N.V. Tabaksindustrie
Gedenkplaquette schuilkelder (voormalige N.V. Tabaksindustrie v/h Gebrs. Philips, nu winkelcentrum Carré)
Adres: Tongerseweg 57, 6211 LT Maastricht
De gedenkplaat is aangebracht in de toegangspoort (rechterzijde)
Keramiek (165 cm hoog, 133 breed)
 
 
In 1817 openden de gebroeders Philips een tabaksfabriek in de Wolfstraat waar zij pruimtabab produceerde. In 1921 werd de fabriek verplaatst naar de Tongerseweg 57. Voor aanvang van de Tweede Wereldoorlog werkten er ruim 750 mensen in de fabriek.
Na de sluiting werd er een winkelcentrum onder de naam Carré gevestigd.
Het monument in de voormalige Tabaks- en Sigarenfabriek Gebr. Philips te Maastricht is een kleurrijke keramische plaquette, bekroond met een timpaan met diverse afbeeldingen:
 

Links: een bom valt op de brandende huizen. Tekst op de banderole: "10-5-1940"

 
Midden boven: vrouwen en kinderen uitten hun dankbaarheid aan het bedrijf dat hen tijdens de oorlog de kelders ter beschikking stelde om te schuilen bij luchtgevaar. Hun blik is gericht op een schild boven hen met de tekst "N.V. Tabaksindustrie v/h gebrs. Philips".
 
 
Midden: een plaats met de tekst:
"ALS BLIJK VAN ERKENTELIJKE DANKBAARHEID
IS DEZE STEEN AANGEBODEN AAN DE DIRECTIE
DER N.V. TABAKSINDUSTRIE V/H GEBRS. PHILIPS
DOOR DE GEZINNEN WAARAAN IN DE BANGE
OORLOGSDAGEN BIJ LUCHTGEVAAR IN DE
KELDERS DER FABRIEK SPONTAAN EEN VEILIGE
SCHUILPLAATS WERD AANGEBODEN"

 

Onder de plaat het stadswapen van Maastricht
Rechts:

 

Een Amerikaanse soldaat met een wapen in zijn hand. Op de achtergrond het silhouet van Maastricht waarbij links de OLVrouwe-kerk duidelijk zichtbaar is. De soldaat vertrapt een schild met een hakenkruis erop. Op de banderole de tekst "14-9-1944".

ospm40a

 ospm40b ospm40e

 

ospm40c

 

ospm40d

 

 

 

 

 

Gedenkreliëf (voormalig) Jeanne d'Arc College [1]
Adres: (voormalig) Jeanne d'Arc College Grote Gracht 76, 6211 SZ Maastricht (in de kelder onder aan de trap rechts, het reliëf was met een houten plaat afgedekt) [2]. Nu is het pand eigendom van de Universiteit van Maastricht.Reliëf schuilkelder (voormalig) Jeanne d'Arc CollegeDe Universiteit heeft het belang van de reliëf ingezien en de bekisting definitief laten verwijderen en met plexiglas laten omkleden. Er naast is een tekstschild met uitleg geplaatst. 
Klei
Gesigneerd Ch. Vos (in de rechter onderhoek), niet gedateerd
Afmetingen van het reliëf: hoogte 51cm, breedte 82cm en diepte 5cm; De beide tekstplaten zijn 23cm breed en 52cm hoog.
 
In 1915 diende het Bestuur van de Zusters Ursulinen van Maastricht en Eijsden een verzoek in voor de oprichting van een katholieke HBS voor meisjes in Maastricht. In mei 1916 werd het verzoek goedgekeurd en kon de nieuwe school haar poorten openen in de lokalen van de voormalige kweekschool in de Capucijnenstraat. In het volgend jaar werd een deel van het klooster aan de Grote Gracht ingericht als lokalen.
Het schoolleven heeft tot augustus 1944, afgezien van periodieke onderbrekingen wegens luchtalarm, een normaal verloop gehad. De nadering van de geallieerde legers kondigde zich aan door een drukker wordend luchtverkeer. Op 1 september werden alle Maastrichtse scholen gesloten.
Op 11 september richtte het Rode Kruis in de "fietsenkelder" van de school een medische post in, die zich het lot van aanstaande moeders aantrok. Onder deskundige leiding van de bekende Maastrichtse huisarts, dokter Leith, zagen hier zeventien jonge Maastrichtenaren het eerste levenslicht, waarvan een boreling achttien jaar later het HBS- A diploma op het Jeanne d'Arc haalde. Het monument in het voormalige Jeanne d'Arc College herinnert de inwoners van Maastricht aan het feit dat op 11 september 1944 in de kelders van dit gebouw een medische post werd ingericht, speciaal bestemd voor aanstaande moeders. De medische post werd tot kraamkamer van Maastricht ingericht in de week voor de bevrijding.
 
 
Het monument bestaat uit een reliëf van klei en twee kleine plaquettes met tekst.
Het reliëf is opgebouwd uit een tweetal taferelen. Rechts zit een moeder, met deels opgetrokken knieën, recht op in bed met haar pasgeboren kind. Zij houdt haar kind voor zich  met beide armen vast en vleit haar hoofd tegen de pasgeborene. Achter haar staat een zuster in habijt die teder naar de moeder met haar kind kijkt.
Aan de andere zijde staat "en profil" een drietal moeders, met afgewend gezicht, die hun kind kind op de arm dragen

De tekst op de eerste plaat luidt:
"DE AFD. MAAS-
TRICHT EN OMSTR.
VAN HET NED.
ROODE KRUIS KON
HIER HULP VER-
LEENEN DANK ZIJ
DE WELWILLEND-
HEID DER Z.E. ZUS-
TERS URSULINEN"
Onderaan het logo van het Rode Kruis.

De tekst op de tweede plaat luidt:

"IN DE WEEK VOOR-
AFGAANDE AAN
BEVRIJDINGSDAG
14 SEPTEMBER 1944 WAS
DEZE RUIMTE IN
GEBRUIK ALS
KRAAMINRICHTING"

Onderaan het logo van het Rode Kruis.

31230ospm39a1

31230ospm39a2

 

31230ospm39a3

 

 
 
geboren in de kelder en diploma HBS A gehaald
 

[1] Ursulinen, Bij een eeuwfeest 1850-1950, Maastricht 1950, blz. 26-27; Braun e.a., Gedenkboek Jeanne d'Arclyceum Maastricht, 1916-1966, Maastricht maart 1966, blz 17-18 en 37 t/m 39
[2] Met dank aan de heren Brouwers (Philadelphia zorg zuidoost) en Cordewener (Universiteit Maastricht) om tijdelijk de plaat te verwijderen.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Heilig Hart (voormalig Henric van Veldekecollege)

Oorspronkelijk: Henric Van Veldekecollege, Aylvalaan te Maastricht op het schoolplein achter de kapel.
In 1976 is het beeld door de Stichting Katholiek Onderwijs te Maastricht geschonken aan het Bonnefantenmuseum, gedateerd 1926
In 1863 werd in de Wet op het Middelbaar Onderwijs de oprichting van de Hoogere Burger School (HBS) aangekondigd. De gemeentelijke HBS werd opgericht in 1864 (locatie Helmstraat).
Johannes Mathias Souren, o.a. aalmoezenier van de Arbeid in Maastricht, bepleitte in het eerste decennium het oprichten van Katholiek onderwijs in Maastricht.
In 1916 werd een vereniging opgericht met het doel "de bevordering van het onderwijs in Katholieken geest te Maastricht". De katholieke HBS startte op het OLVrouweplein . Al snel was het gebouw te klein en werd tot nieuwbouw besloten. Architect Kaijser maakte een ontwerp voor het nieuwe gebouw dat in de Aylvalaan in Villapark zou moeten komen. Het gebouw moest bij aanvang van het schooljaar 1923-1924 gereed zijn.[1]
In oktober werd het gebouw ingezegend door de bisschop van Roermond, Mgr. Schrijnen.
Hij zei "dat deze dag een zonnedag voor hen was die het wel meenen met de toekomst van Katholiek Maastricht". Daarna heeft burgemeester Van Oppen er op gewezen dat Maastricht de hoofdstad ten slotte heeft gekregen, wat andere steden in Limburg al lang hadden.[2]
Op 23 maart 1926 werd het Zilveren Priesterfeest van Dr. Thijwissen, directeur van de RKHBS, gevierd. Hierbij werd hem een Heilig Hartbeeld aangeboden.
De dag startte 's morgens om acht uur met H. Mis voor de leerlingen in de schoolkapel, opgedragen door de godsdienstleraar de heer Spee. Om tien uur werd een plechtige Hoogmis in de kapel opgedragen door de jubilaris. Na afloop van deze mis  werd op de speelplaats door de Deken van Maastricht, de eerwaarde heer Wouters,  het Heilig Hartbeeld geïntroniseerd in aanwezigheid van verschillende pastoors en bestuursleden van Katholiek Onderwijs alsmede leraren en leerlingen. De Deken hield een korte toespraak waarin hij de betekenis van deze intronisatie uiteenzette en de bijzondere gunst vermeldde welke de bescherming van het H. Hart biedt. Een van de oudste leerlingen,  J. Pans, verrichtte de toewijding van de leerlingen aan het H. Hart.
Daarna vond de huldiging in de met tapijten en palmen versierde zaal plaats en werd de jubilaris toegesproken door de heer Schols, voorzitter van Katholiek Onderwijs. Hij schetste de verdiensten van de jubilaris bij de opvoeding van de jeugd. Hij vroeg hem het H. Hartbeeld te aanvaarden als een blijvend en passend aandenken van bestuur, leraren en leerlingen aan dit jubileum. Namens de leraren  sprak de heer Schröder de jubilaris toe en namens de leerlingen Neutelings en Beyersbergen. Tot slot sprak de heer Thijwissen een dankwoord uit en schonk de school nieuwe gebrandschilderde glazen voor de schoolkapel.
De feestelijkheden werden afgesloten met een receptie.[3]
In 1987 fuseerde het Henric van Veldeke College met de scholengemeenschap Oud Vroenhoven tot Trichter College. De nieuwe College werd gevestigd aan de Tongerseweg. Later volgde een fusie met het Stedelijk Lyceym onder de naam Bonnefantencollege.
Het complex aan de Aylvalaan werd verbouwd tot een appartementencomplex met behoud van de oorspronkelijke gevel.[4]
In de eerste jaren als zelfstandig gevestigd beeldhouwer heeft Vos meerdere Heilig Hartbeelden gemaakt. In 1922 startte hij met een inzending voor de tentoonstelling van het St. Bernulphusgilde in Nijmegen. In 1923 volgde een beeld voor de Radbout Universiteit in Nijmegen. Beide beelden hebben een betrekkelijk traditionele uitstraling. De typische zwier en beweeglijkheid, waardoor Vos bekend werd, ontbreken nog. In het beeld voor het Veldeke College (1926) is een ontwikkeling naar de typische Vosstijl zichtbaar. Vooral de drapering van de mantel is veel minder strak.
Christus is "en face" en staande ten voeten uit afgebeeld. Met zijn rechterhand wijst hij naar zijn Heilig Hart. Zijn linkerarm houdt hij met geopende hand langs zijn lichaam. Over zijn kleed draagt hij een openvallende mantel waarop versieringen zijn aangebracht.
orm13a
 
intronisatie van het beeld op de speelplaats

 


[1] Bronzwaer, Het Veldeke, de geschiedenis van het Henric van Veldeke College en het Amerikaanse Negende Leger, Vierkant Maastricht deel 30, Stg Hist Reeks Maastricht, Maastricht 1998, blz. 13-22
[2] De Nieuwe Koerier, 3 november 1923
[3] De Nieuwe Koerier, 25 maart 1926, Limburger Koerier Maastricht 24 maart 1926
[4] Ubachs en Evers, Historische Encyclopedie Maastricht, Zutphen 2005, blz. 222