maandag, 18 maart 2013 00:00
Veldkruis (Heerlerheide)
VELDKRUIS (Heerlerheide)
Adres: plantsoen Kampstraat en Unolaan, Heerlerheide
Kruisbeeld[1]
Eikenhout
Niet gesigneerd, niet gedateerd [1933]
Het kapelletje (afbeelding 1)
In 1878 zette de zuster van het hoofd de van de lagere school, mejuffrouw Henriëtte Duurlinger, een actie op touw om op Cauvelens een kapelletje te bouwen. De Gemeente stelde een verloren stukje grond ter beschikking en er werd veel geld ingezameld. Het kapelletje werd door vader en zonen Vromen (Hubert, Leo en Willem) gebouwd. Het kapelletje was een mooi gebouwtje, omgeven met sparren en bloemstruiken en een mooie doornen haag. Door zijn hoge ligging was het een schitterend rustaltaar tijdens de processie.[2]
In 1922 werd de gemeente Heerlen door de vereniging ”Heerlerheids Belang” verzocht om het kapelletje om verkeersonveiligheid te verplaatsen. Om dit te realiseren moest de gemeente eerst stukken grond aankopen, dat in 1925 lukte, maar vooralsnog gebeurde er niets.
In 1926 en 1929 bleef de vereniging “Heerlerheids Belang” aandringen op het instellen van een maximumsnelheid en het verplaatsen of afbreken van het kapelletje, ook omdat het kapelletje bouwvallig was geworden. In 1929 verzochten ook raadsleden waaronder Cornelis Raedts om het kapelletje te verplaatsen of af te breken.[3]
De directeur van Publieke Werken stuurde op 6 oktober 1930 een brief naar B&W waarbij hij voorstelde de verkeerssituatie ter plaatse te verbeteren, de kapel af te breken en deze door een kruisbeeld te vervangen. Hij stelde voor Charles Vos dit beeld te laten vervaardigen.
Pas op 13 oktober 1931 volgde het raadsbesluit. Dit raadsbesluit hield onder andere in, dat het kapelletje zou worden afgebroken en op de hoek Kampstraat-Pappersweg zou een kruisbeeld met voetstuk worden opgericht. Op 13 september 1932 gaf B&W aan de directeur Publieke Werken toestemming om het kappelletje af te breken.[4]
Dat moet dus gebeurd zijn in de nacht van zondag 18 september 1932 op maandag 19 september 1932. Blijkbaar vreesde men bij de gemeente weerstand tegen de afbraak van het kapelletje.[5]
Na aankoop van de grond met opstal in 1934 kon de aanpassing plaatsvinden. Sinds 1931 was al regelmatig contact geweest tussen de directeur Publieke Werken van Heerlen en beeldhouwer Charles Vos over het houten kruisbeeld. Zie paragraaf beneden.
afb. 1 ontbreekt
Het inzegening van het kruisbeeld
Het kruis met het kruisbeeld (afbeelding 2 en 3 [6]) werd t.o.v. de plaats van het kapelletje hogerop in de helling tussen de Kampstraat en de Pappersweg geplaatst om ruimte te maken voor het verkeer. Op vrijdagavond 1 juni 1934 vond de plechtige inzegening plaats. In aanwezigheid van honderden parochianen en een afvaardiging van de gemeente Heerlen (burgemeester, de vier wethouders, de gemeentesecretaris en directeur Publieke Werken) zegende pastoor dr. Derckx het beeld in. Of Charles Vos aanwezig was, is niet bekend.
In zijn toespraak sprak de pastoor het over het verdwijnen van het geliefde kapelletje om verkeerstechnische redenen; de gemeente werd geprezen om één der beste kunstenaars van ons gewest het kruisbeeld te laten vervaardigen. Vervolgens kreeg burgemeester Van Grunsven het woord.
De plechtigheid werd vervolgd door de inzegening onder gezang van het kerkkoor en werd afgesloten werd met de fanfare St. Jozef.[7]


afb. 2 foto: rond 1934 onbekend afb 3 foto: De jonge werkman, jrg 18, 1935, no 11
Verplaatsing van het kruisbeeld
Door de aansluiting in 1967 van de Unolaan op de Bokstraat met twee gescheiden rijbanen over het tracé van de Pappersweg werd het kruis met het kruisbeeld verplaatst naar een nieuw plantsoen naast de Unolaan en de Kampstraat. De Pappersweg werd toen Unolaan.
Vermoedelijk is het kruisbeeld bij de verplaatsing in 1967 gerestaureerd.
Het bij het kruis en kruisbeeld horend monument kwam er anders uit te zien. Het werd een kubus van patioblokken.[8] (afbeelding 4)

afb. 4 situatie na de verplaatsing in 1967 foto: Willems
De restauratie van het kruisbeeld in 2023 [9] (afbeelding 5)

afb. 5 voor de restauatie in 2023 foto: Restaura
De Heemkundevereniging Heerlerheide wilde in 2022 het kruisbeeld laten repareren omdat de verflagen van het beeld schilferde. De gemeente Heerlen gaf opdracht aan het restauratieatelier Restaura uit Heerlen om het beeld te herstellen.
Voorjaar 2023 werd het beeld van het kruis afgehaald en overgebracht naar Restaura. Het kruis en het dak werden ter plaatse behandeld. Door de invloed van de zon waren deze verkleurd. De verflagen werden geschuurd en vervolgens geschilderd met dezelfde lak die gebruikt werd voor het corpus.
De verflagen van het corpus schilferden af en werden in het atelier met een verfbrander verwijderd. Toen bleek, dat de restauratie van het kruisbeeld, heel hard nodig was. Oude aanvullingen, die wellicht bij de verplaatsing in 1967 zijn aangebracht, werden zichtbaar.
(afbeelding 6 t/m 9)
Deze zijn deels verwijderd. Het beeld is meerdere malen geïmpregneerd met Polyfilla. Losse delen werden verlijmd. De lacunes zijn aangevuld met een houtvuller. Omdat het hout veel verf opnam zijn twee grondlagen en twee afwerkingslagen met lak aangebracht Tenslotte is het beeld geschilderd met zijdeglans lak.[10] Op 26 mei 2023 werd het kruisbeeld weer op het kruis bevestigd. (afbeelding 10 t/m 15)
De inzegening vond plaats tijdens de processie op zondag 28 mei 2023 door pastoor Janssen.
afb, 6 het beeld behandelt met een verfbrander foto: Restaura

afb. 7 en 8 foto: Restaura
afb. 9 foto: Restaura


afb. 10 en 11 verlijmd en aangvuld met houtvuller foto: Restaura

afb. 12 en 13 na verven foto: Restaura


afb. 14 en 15 voor- en achterzijde na herplaatsing foto: Restaura
Correspondentie tussen de directeur van Publieke Werken van Heerlen en Charles Vos
In het archief[11] is de correspondentie tussen de directeur van Publieke Werken van Heerlen, de heer M. v.d. Ven, en Charles Vos betreffende het kruisbeeld te vinden. Het geeft een goed beeld van de ontstaansgeschiedenis van het beeld.
Op 11 november 1931 stuurt de directeur van Publieke Werken van Heerlen een brief aan Charles Vos. Het kapelletje Op den Bok te Heerlerheide zal worden afgebroken en vervangen worden door een kruisbeeld. De directeur vraagt welke kosten verbonden zijn aan de plaatsing van een kruisbeeld. Hij nodigt Vos uit voor een gesprek en een locatiebezoek.
Een dag later beantwoordt Vos de brief. Hij wil ingaan op de uitnodiging en “hoop dat U mij maandagmorgen[12] rond 10.00 uur zult kunnen ontvangen”. (afb.16)

afb. 16 brief van Charles Vos op 12 novemver 1931
Op 31 december 1931 stuurt de directeur een brief aan Vos met de vraag “hoe staat het met de kostenopgave voor het kruisbeeld Op den Bok en den muur op de Algemeene Begraafplaats”.
Het antwoord volgt al op 2 januari 1932. Na excuses gemaakt te hebben voor de lange wachttijd geeft hij aan “De uitvoering van ’t Christus Corpus in eikenhout (levensgroot) schat ik op 800 gulden.” Hij toont zich bereid een schetsmodel te maken en geeft aan dat “een schuine afdekking op ’t kruis wel een mooiere silhouet geeft”.
De directeur antwoordt op 4 maart 1932. Hij stemt in met het maken van een ontwerp voor het kruisbeeld en vraagt naar de kosten indien “het schetsmodel van het Corpus niet wordt uitgevoerd”. Vos reageert op 13 maart 1932. Hij wil een model in gips vervaardigen waarvoor hij geen kosten in rekening zal brengen. Bij niet uitvoeren verlangt hij wel het model terug te ontvangen.
Op 6 april 1932 vraagt op directeur op welke termijn hij het model van het kruisbeeld tegemoet kan zien. De dag later stuurt Vos het antwoord: “Vrijdag Morgen[13] wordt ten Uwe kantoor Geleenstraat een schetsmodel afgegeven van een kruisbeeld Op den Bok. Voetstuk blijvend volgens Uw ontwerp”. Hij zal slavonisch eikenhout gebruiken, de hoogte wordt plusminus 1,45m en kosten bedragen 800 gulden.
Op 7 september 1932 stuurt Vos een brief naar de directeur “Uit de Limburger Koerier[14] vernam ik dat ’t ontwerp dat ik maakte voor ’t Christus Corpus goedgekeurd is en uitgevoerd zal worden”. Hij vraagt naar de verdere uitvoering. Hij stelt voor om het beeld in brons uit te voeren “met het oog op de buitenlucht”. De prijs is ongeveer gelijk aan de houten versie.
De directeur antwoordt op 12 september “dat inzake nevenvermeld ontwerp … nog geen definitieve beslissing is genomen”.
Op 14 november 1932 wordt de uitvoering aan Vos gegund onder de voorwaarden vermeld in de brief van 2 januari 1932. Met pen wordt de tekst “in hout” toegevoegd. De directeur nodigt Vos uit om op 17 november (ca. 12 uur) naar zijn kantoor in Heerlen te komen om “de wijze van uitvoering een en ander mondeling te bespreken”.
In een niet gedateerde brief[15] antwoordt Vos dat hij “Donderdag niet naar Heerlen [kan] komen”. Gezien de tekening kan het corpus niet groter worden van 1,25m. Hij stelt wederom het beeld in brons te willen uitvoeren.
De directeur regeert op 18 november 1932 op dit schrijven “dat ik mij op het standpunt stel, dat het door U te vervaardigen kruisbeeld van levensgrootte moet zijn.”.
Op 14 december 1932 informeert de directeur “wanneer de aflevering van het bestelde houten Christus Corpus kan worden tegemoet gezien”. Het antwoord van Vos volgt op 19 december 1932. Het beeld zal omstreeks februari 1933 gereed zijn.
De directeur vraagt op 20 februari 1933 wanneer het beeld klaar is. Dit in verband met de vorderingen van de werkzaamheden bij Op den Bok. In mei is het beeld nog niet geleverd. Op 5 mei 1933 ontvangt Vos een formele brief van de directeur: het beeld behoort in hout uitgevoerd worden en hij wil de leveringsdatum horen. Uit deze brief blijkt dat Vos nog steeds de mogelijkheid open hield van een beeld in brons.
Vos schrijft in een brief in juli 1933[16] “Het Christus beeld voor Heerlerheide nadert zijn voltooi[i]ng. Begin volgende week wordt ’t afgeleverd”. Hij vraagt waar het beeld afgeleverd moet worden en zou “gaarne aanwezig zijn bij de vasthechting op ’t kruis. Zulks zal met 2 of 3 bouten moeten geschieden”.
Op 31 juli 1933 antwoordt de directeur. Het beeld moet bezorgd worden op het bureau van Publieke Werken in de Geleenstraat in Heerlen. Het beeld kan ook opgehaald worden in Maastricht met een vrachtauto; alleen moet dan de juiste datum waarop het beeld gereed is, worden doorgegeven. Hij besluit zijn brief met “De datum waarop de officiële indienstelling -inzegening - zal plaats hebben, zal ik U t.z.t mededeelen.”
Op 3 augustus 1933[17] ontvangt de directeur een brief van Vos “Het Christus beeld in eikenhout is gereed. Gaarne verneem ik waar ’t afgeleverd moet worden”.[18]
Het antwoord van Vos op de brief van 31 juli 1933 (ingekomen datum gemeente 9 augustus 1933)[19] is dat Publieke Werken het beeld kan komen ophalen in de Pieterskazerne, Pietersstraat 7 te Maastricht[20], “liefst, dat ’t donderdag middag gehaald wordt tussen 12 en 6 uur[21] aangezien ’t nog wat geprepareerd moet worden tegen ’t weer”.
Wanneer het beeld in Heerlen is aangekomen, is niet bekend.
In een brief van Vos van 7 september 1933 meldt hij dat hij honorarium nog niet heeft ontvangen. Op 13 september meldt hij dat hij nog steeds geen geld ontvangen heeft en verzoekt om een spoedige betaling.
Hier eindigt de correspondentie tussen de directeur van Publieke Werken Heerlen en Charles Vos. De realisatie van het beeld bleek een moeizaam proces te zijn. Dat Charles Vos zich niet altijd aan afgesproken levertijden hield, is bekend uit aan een paar opdrachten waarvan ook correspondentie bewaard gebleven is.
[1] Een woord van dank aan de heer L’Ortije die het artikel “Kapelletje en later kruis op Cauvelens “ mij toezond en voorts de correspondentie tussen Publieke Werken Heerlen en Charles Vos ter beschikking stelde.
Ook een woord van dank aan restauratie-atelier Restaura in Heerlen (mevr. Martens)
Algemene bronnen:
Limburger Koerier van 25 september 1933 en 2 juni 1934; www.rijckheyt.nl; www.veldkruus.nl; Vandenberg O., Kruisen en Kapellen in Land van Herle 1962 nr. 1 blz 12-19 en nr. 2/3 blz. 75-80; Ad W, Limburgsche Portretten, Charles Vos in Nedermaas september 1933, blz. 26
[2] Beaujean, H.J., Uit de geschiedenis van de parochie Heerlerheide (vervolg) in Bulletin van de Historische Kring Het Land van Herle, 1e jg, afl. 3. Mei-juni 1951 blz. 54-55
[3] L’Ortije, Huub - Kapelletje en later kruis op Cauvelens, in Rondom de Watertoren, jg. 2024 nr. 1 blz. 4-5
Heemkundevereniging Heerlerheide
[4] Ibidem blz. 5-6
[5] Ibidem blz. 6
[6] Foto 4 uit De jonge werkman, jrg. 18, 1935, no 11; artikel J.C., O stemme van het houten kruis
[7] Ibidem blz. 9 en Limburger Koerier van 2 juni 1934 en Limburgs Dagblad van 2 juni 1934
[8] Ibidem blz. 9-10
[9] Ibidem blz. 10-11en Rapport restauratie van het Kruisbeeld – Op de Unolaa/kampstraat – In opdracht van Gemeente Heerlen (GHN-2023-1 t/m 1); restauratie-atelier Restaura Heerlen (2023)
[10] Sikkens, Rubbol, RAL 8011
[11] HCLH 016, inv.nr. Z-551. Dank aan de heer H. L’Ortije (Heemkundevereniging Heerlerheide) die mij de correspondentie tussen v.d. Venne ter beschikking stelde. Aan de orde komen de brieven:
brief aan Vos gedateerd 11 november 1931
brief van Vos gedateerd 12 november 1931
brief aan Vos gedateerd 31 december 1931
brief van Vos gedateerd 2 januari 1932
brief aan Vos gedateerd 4 maart 1932
brief van Vos gedateerd 13 maart 1932
brief aan Vos gedateerd 6 april 1932
brief van Vos gedateerd 7 april 1932
brief van Vos gedateerd 7 september 1932
brief aan Vos gedateerd 10 september 1932
brief aan Vos gedateerd 14 november 1932
brief van Vos niet gedateerd; 16 november 1932. Blijkt uit brief directeur op 18 november; ingeboekt bij Publieke Werken op 17 november 1932
brief aan Vos, gedateerd 18 november 1932
brief aan Vos gedateerd 14 december 1932
brief van Vos gedateerd 19 december 1932
brief aan Vos gedateerd 20 februari 1933
brief aan Vos gedateerd 5 mei 1933
brief van Vos niet gedateerd, ingeboekt bij Publieke Werken op 27 juli 1933
brief aan Vos gedateerd 31 juli 1933
brief van Vos niet gedateerd, ingeboekt bij Publieke Werken op 3 augustus 1933
brief van Vos niet gedateerd, ingeboekt bij Publieke Werken op 9 augustus 1933
brief van Vos niet gedateerd, ingeboekt bij Publieke Werken op 7 september 1933
brief van Vos, gedateerd 13 september 1933
[12] Maandag 16 november 1931
[13] Waarschijnlijk 8 april. Dit houdt in dat Vos de schetsmodel al gemaakt.
[14] Betreffend artikel is niet gevonden
[15] 16 november 1932
[16] Niet gedateerd, in de gemeentestempel staat 27 juli 1933 als “ingekomen”
[17] Vos heeft zijn brief niet gedateerd
[18] Waarschijnlijk heeft Vos de brief van de directeur gedateerd 31 juli 1932 nog niet ontvangen toen hij deze brief schreef.
[19] Vos heeft zijn brief niet gedateerd
[20] Daar bevond zich het atelier van Vos
[21] Het is niet duidelijk of Vos 10 augustus of 17 augustus bedoeld. Waarschijnlijk 10 augustus.
[1] Limburger Koerier van 25 september 1933 en 2 juni 1934; www.rijckheyt.nl; www.veldkruus.nl; Vandenberg O., Kruisen en Kapellen in Land van Herle 1962 nr 1 blz 12-19 en nr. 2/3 blz 75-80; Ad W, Limburgsche Portretten, Charles Vos in Nedermaas september 1933, blz 26