DefaultCms2CmsCategory (310)
Begin april 2017 is het kerkhof en de kapel met de piëta van Charles Vos bij het Ursulinenklooster opgeknapt. De grafkruisen en hekken zijn geschuurd en in de grondverf gezet en voorzien van een laklaag. De piëta en het H. Hart beeld in het park zijn gereinigd en schaden werd gerestaureerd en de beelden werden voorzien van een nieuwe ademende grondlaag en een beschermende toplaag. De werkzaamheden zijn uitgevoerd in opdracht van de gemeente Eijsden-Margraten door de Kunstwacht. De kruisen krijgen binnenkort nieuwe naamplaatjes. [1]
situatie april 2017 (foto W.Gillissen)
[1] Email Willy Gillissen, 13 april 2017
Oorlogsmonument (nabij de kleine St. Janskerk, Hoensbroek)
Johan Piets"1940 - 1945
DANK AAN HEN
DIE VIELEN VOOR
HET VADERLAND".
Het beeld symboliseert het onvolledige gezin. De weduwe van een gevallen strijder bidt met opgeheven hoofd en gevouwen handen tot God om haar kinderen bij te staan, opdat het zware offer niet tevergeefs gebracht zal zijn. Aan de voet van deze figuur strooit een geknield kind bloemen op een graf om de gedachtenis aan de dierbaren levend te houden.
Over deze voorstelling heeft beeldhouwer Charles Vos het volgende gezegd: "Laat ons vooral hulde brengen aan de vrouwen, en aan de moeders in het bijzonder. Zij hebben zich het moedigst door de moeilijke jaren heen geslagen. Zij hebben het meest te lijden gehad, zowel materieel als geestelijk. Een lichamelijke wonde kan genezen... maar een gewond moederhart is ongeneeslijk. En vele moederharten zijn gewond! De vrouwen zijn het die de zwaarste slagen hebben opgevangen en de kaarsvlam van het in memoriam steeds brandende zullen houden."
Het oorlogsmonument is opgericht ter nagedachtenis aan alle medeburgers die in de Tweede Wereldoorlog en tijdens de strijd in het voormalige Nederlands-Indië door oorlogshandelingen zijn omgekomen. [1]
Hendrikus Stienstra, Korp. Bew. Troepen Mijnstreek Gew. Limburg, overleden in Heerlen, 23-11-1944, 27 jaar.
Hendricus J.M. Beijers, Student, overleden in Heerlen, 23-11-1944, 27 jaar.
Heinrich Thomas Janssen, Soldaat 1-ll-13 R.I., overleden in München-Gladbach, 11-04-1945, 32 jaar.
Wilhelmus J.T. Leblanc, Lid N.B.S., overleden in Sittard, 10-04-1945, 29 jaar.
Servatius H. Toussaint, Afgestudeerd mijnscholier, Lid verzet, gefusilleerd in Maastricht, 02-05-1943, 28 jaar.
Om 19.45uur opende het Breuker Mannenkoor de plechtigheid met enkele korte bijdragen. Om 20.00uur was er 2 minuten stilte terwijl de klokken van de Kleine Kerk van Sint Jan luiden, gevolgd door de Last Post. Vervolgens legden de genodigden de kransen en bloemstukken neer. Daarna konden ook de burgers hun bloemstukken aan de voet van het standbeeld neerleggen. Na een overdenking door de Pastoor en een korte toespraak door het gemeentebestuur werden ter afsluiting het Wilhelmus en het Limburgs Volkslied gezongen onder leiding van de leden van het Breuker Mannenkoor.
foto: beeldbank Heerlen collectie 566a, nr. 9578
Gedeeltelijke stamboom van de familie Vos (versie 3)
De ramp waar Mgr. Ferron het over had waren de ontploffing bij Aken de woensdag ervoor en ontploffing van mijngas bij Saarbrücken de dag ervoor (totaal rond 350 dodelijke slachtoffers)
kwitantie
foto: Joep Janssen
Heilig Hartmonument 1930
bron: Geleen in oude ansichten
Heilig Hartmonument 1934 Ossendrecht
bron: Eindhovensch Dagblad 25 augustus 1934
Ossendrecht 2015
Bron: www.kroghtweb.nl
Franciscus en Clarakerk
Waarschijnlijk bestaat van dit beeld een voorstudie in gips.
foto SKED - R. van Soldt
foto's pastoor van de kerk
APOLLONIA (Calvariestraat)
foto: jaarboek Maastricht 1958
foto RHCL
More...
De studenten van de beeldhouwklas aan de Academie te Maastricht stelden als dank aan hun docent, Charles Vos, een herinneringsboekje samen.
Bekijk hier het boekje
UNDER CONSTRUCTION
Plaquette omgekomen studenten van de Hogeschool Tilburg tijdens de Tweede Wereldoorlog (Tilburg)
Johan PietsEen van hen was Frits Coerwinkel, met vele anderen op 6 mei 1943 vertrokken uit Tilburg om tenslotte tewerkgesteld te worden in de fabrieken rondom Berlijn. Toen op 21 november een eskader bommenwerpers de stad bestookte, sloegen enkele voltreffers in nabij het barakkenkamp. Bij het puinruimen ontdekte men onder de vele slachtoffers het lichaam van Frits Coerwinkel. De luchtaanval had hem het leven gekost.
Andere Tilburgse studenten overleden als gevolg van uitputting, ontbering en slechte hygiënische omstandigheden. Hans Mooren en Adriaan Brekelmans stierven beiden door ziekte; de eerste op 2 februari 1945, de tweede op 4 december 1944.
Een andere student Gérard van de Ven vluchtte uit Tilburg via België naar Zuid-Frankrijk. Daar werd hij ongelukkiger wijze gearresteerd. Na een maand gevangenschap in Toulouse en een verblijf van enige weken in het concentratiekamp van Compiègne werd hij op transport gesteld naar Buchenwald. Vandaar ging hij naar kamp Dora in het Harz-gebergte. Toen bij het naderen van de geallieerde legers het kamp in allerijl ontruimd moest worden, verzette Van de Ven zich tegen zijn SS-bewakers. Twee schoten benamen hem het leven. Het was acht april 1945.
Een van de reeds afgestudeerde Tilburgse studenten, Jan Heynen, kwam na zijn doctoraal als ambtenaar in Den Haag terecht. Onder de bescherming die zijn functie hem bood, leverde hij een grote bijdrage aan het verzet. Hij regelde radio-uitzendingen, fotokopiering, het terugbrengen van geallieerde piloten naar Engeland en onderduikwerk. In juni 1942 ontsnapte hij op het nippertje aan arrestatie. Een valse oproep voor een bijeenkomst in Den Haag bracht velen van zijn medewerkers in handen van de Gestapo. Door een toeval was hij die dag verhinderd, hetgeen zijn overtuiging staafde dat hij "wel tien engelbewaarders" had.
Tien bleken echter te weinig: hij was een te belangrijke schakel in het verzet. De Gestapo zette een felle jacht op hem in. Twee weken na zij toevallige ontkoming sloeg het noodlot toe. In bezit van bezwarend materiaal werd hij opgepakt en in september 1944 samen met Jacq. Ruygers naar Duitsland gedeporteerd. Omstreeks 20 februari overleed hij in Neuengamme.
De Tilburger René Norenburg in de illegaliteit bekend als "Bart" begon zijn ondergrondse werk met het verschaffen van valse persoonsbewijzen en distributiebonnen aan onderduikers. Samen met zijn medeverzetsstrijders pleegde hij de overval op het gemeentehuis te Haaren, waar hij het bevolkingsregister verduisterde. Op 23 februari kreeg hij zijn volgende opdracht. Het zou zijn laatste worden. Met een vrachtwagen gevuld met munitie, die verborgen was onder stapels brandhout, reed hij naar Den Bosch. De volgende dag wachtten zijn contactpersonen uit het verzet op zijn terugkeer. Noch Norenburg, noch de vrachtauto keerden op de afgesproken plaats terug. Na twee dagen vernam men dat Norenburg op het station van Den Bosch was gearresteerd. Vandaar uit werd hij naar het Oranjehotel in Scheveningen gebracht. Optimistisch gestemd, omdat hij wist dat de Duitsers weinig bewijzen tegen hem konden inbrengen, schreef hij naar huis dat hij spoedig vrij zou komen. Het zou echter anders lopen. Door het verraad van een SS-er kwam Norenburg in een bunker te Vught terecht. Op 6 september, na de landing in Normandië, werd hij getransporteerd naar Sachsenhausen bij Oraniënburg. Tenslotte werd hij tewerkgesteld als dwangarbeider in de fabrieken van Heinkel en Siemens. Zijn laatste wintermaanden putten hem zodanig uit, dat hij ernstig lichamelijk verzwakt terugkeerde naar Sachsenhausen. Mondelinge mededelingen maakten duidelijk, dat hij in de laatste dagen van het Duitse Rijk nog naar Bergen-Belsen werd vervoerd. Pas in januari 1950 kon het Nederlandse Rode Kruis vaststellen dat hij tussen 5 april en 31 mei was overleden.
Nico van Kerkoerle,Theo Vogels, Charles Nijst en vele andere Tilburgse studenten verruilden hun zorgeloze studentikoze bestaan voor een riskante rol in het verzet; een rol die eindigde tegen het macabere decor van de Duitse vernietigingskampen. [6]
foto; University Tilburg
foto's D.Spierings
de onthulling: foto dr.Jan Jans
de onthulling: foto dr. Jan Jans
St. Margaritakerk (Margraten)